20 augustus

Overweging Pastor Bert Wooning

Het Evangelie van vandaag roept bij ons wellicht verbazing op: Jezus die een vrouw die bezorgd is voor haar zieke dochter, tamelijk bruut afwijst, iets wat we Hem praktisch nooit zien doen. Vervolgens het feit dat Jezus zegt dat Hij alleen gekomen is voor het volk van Israël. Zegt Hij niet op andere plaatsen dat zijn Evangelie voor alle volkeren is, voor iedereen van goede wil?. Zoals dikwijls, daagt het Evangelie ons uit en vraagt van ons om wellicht onze houding te herzien. Vergelijken we deze tekst eens met de verschillende situaties in ons dagelijks leven waarbij we afgewezen worden.

 

Je zult maar werkeloos zijn en sollicitatiebrief na sollicitatiebrief schrijven
en iedere keer weer worden afgewezen. ‘We hebben je niet nodig’ zegt de antwoordbrief  (als die al komt), U beantwoordt niet aan het profiel wat we voor ogen hebben.’ Afgewezen!

Afgewezen worden, dat kan ook als je partner een ander vindt en jou alleen achterlaat. Hoe pijnlijk kan dat zijn.

 

Afgewezen worden, als je als vreemdeling in deze maatschappij niet voor vol wordt aanvaard, omdat je een vreemde eend in de bijt bent.
‘We moeten je niet’.

 

Afgewezen worden, omdat je anders geaard bent en je afwijkt van de gangbare heteroseksuele norm. Sorry, we zoeken wel een ander.

 

Afgewezen worden, omdat je een psychiatrisch verleden hebt en dus niet meer voor vol wordt aangezien. Daar sta je dan, afgewezen.

 

Afgewezen worden op school, omdat je anders bent dan de andere kinderen, en je wordt weggepest, met alle gevolgen voor jou, als kind.

 

Afgewezen kun je je voelen, als je kinderen of kleinkinderen niet in de pas lopen, andere normen en waarden hebben, niet de onze, en men ons er op aankijkt.

 

We hebben zo allemaal wel eens ervaren, denk ik, wat het is om afgewezen te worden, of een van de kinderen misschien, of iemand van dichtbij. Dat kan erg pijnlijk zijn.

 

Wat doe je dan, als je afgewezen wordt?
Kruip je dan helemaal in je schulp, in zelfbeklag?
Geef je het dan maar op?
Afgewezen en dat is het dan?

Of ….. geef je je niet gewonnen en blijf je in je kracht staan? Blijf je doorgaan? In het evangelie van vandaag bevindt Jezus zich in vreemd gebied: van Tyrus en Sidon, half heidens. Mattheüs beschrijft dan een  bijzonder gebeuren. Er komt een Kananese vrouw, een niet joodse dus,
naar Jezus toe met een verzoek haar dochter te genezen. Ze heeft van die Man uit Nazareth gehoord, dat ie zieken kan genezen. Wat doe je dan als moeder: Je gaat er op af.

Dus roept ze hardop, als ze hem daar ziet staan: “Heb medelijden met mij, mijn dochter is ziek”.
Het vreemde is: Jezus geeft haar niet eens antwoord. Dat zijn we van Hem niet gewend. En zijn leerlingen doen ook al niet aardig tegen haar.
“Stuur ze toch weg.” zeggen ze. Maar ze blijft staan waar ze staat. Ook het commentaar dat Jezus volgens Mattheüs geeft is in onze ogen zelfs pijnlijk, als Hij zegt: “Ik ben alleen gestuurd naar de verloren schapen van Israël” Dus enkel voor de joden. Maar ze houdt aan: “Heer help me.”
En dan komt die harde zin:  “Het is niet goed het brood van de kinderen te nemen  en het aan de hondjes te geven.” Eigenlijk heel beledigend. Honden zijn in de ogen van de Joden onreine beesten. Om daarmee vergeleken te worden… Maar de vrouw laat zich niet uit het veld slaan. Ze geeft hem lik op stuk. “De hondjes krijgen wel van de brokken die van de tafel vallen. ” Daar heeft Hij niet van terug. En Jezus komt tot inzicht. In een flits krijgt Jezus door wat voor een fantastisch mens deze vrouw is.
Ze vecht voor haar dochter en heeft een onbegrensd vertrouwen in Jezus. Dan kan zijn conclusie alleen maar zijn: “Vrouw, je hebt een groot geloof en een groot vertrouwen, uw verlangen wordt ingewilligd.”

We zien hier dus iemand die hard wordt afgewezen, maar het niet opgeeft. Ze vecht voor haar kind en dus blijft ze doorgaan. En uiteindelijk krijgt ze gehoor. Uiteindelijk bevestigt Jezus haar en geeft haar de plaats die haar toekomt.

Een grote bekommernis om het welzijn van onze medemens alsook een onbegrensd vertrouwen in God en in de Persoon van Jezus kunnen ons helpen in ons leven om niet bij de pakken neer te gaan zitten of op te geven wanneer we afgewezen worden en wanneer we daardoor in een moeilijke situatie zijn beland.

Want we realiseren ons wellicht uit eigen ervaring hoe pijnlijk een afwijzing kan zijn. Maar die mag je nooit tot in het diepst van je hart treffen,
omdat jij veel meer waard bent dan de afwijzing.

Jij bent meer dan een baan.
Je bent meer waard dan partner te zijn.
Je bent meer dan je geaardheid.
Je bent meer dan je anders zijn.
Je bent meer dan je huidskleur.

Je bent een mens, deze unieke mens. Niemand heeft het recht jou als persoon af te wijzen. En daar mogen we ons van bewust zijn, juist als we een afwijzing ervaren. Kijk naar die vrouw in het evangelie. Ze liet zich niet afschepen.

 

Het tweede is – wat ook merkwaardig is- : dat Jezus zich laat corrigeren. Hij is een kind van zijn tijd met een beperkte visie van: eigen volk eerst. “Eerst de kinderen van het huis van Israël.” zegt hij. Deze vrouw laat hem inzien, dat zijn blik ruimer moet worden. Dat ook de vreemdeling, die zij is, recht heeft op zijn aandacht. Dat zij ook iemand is.

En wat hierbij opvalt: Jezus laat zich corrigeren. Zijn wij daartoe ook in staat?

Hoe dikwijls gebeurt het niet dat mensen angst hebben voor al wat vreemd is, al wat van buiten komt. Ze willen het maar graag zo houden als het was, zonder vreemde invloeden van buiten. Dat zullen we de komende tijd weer volop gaan merken in de verkiezingsstrijd die eraan komt. Verschillende partijen die weten dat ze kiezers kunnen winnen door zo streng mogelijke wetten voor te stellen tegen mensen die van buiten komen, de buitenlanders of asielzoekers, haken daar schaamteloos op in onder het mom van bescherming van de eigen bevolking. Heel triest eigenlijk. Ze geven zich er enerzijds geen rekenschap van dat onze eigen geschiedenis en cultuur is kunnen worden wat ze nu is juist dankzij de grote instroom van mensen van buiten in de loop van de tijden. ( Zie in dit verband televisieprogramma: ”Nederland in wording”… ) En bijbels gezien staan ze helemaal aan de verkeerde kant. Dat laat ons vandaag de Eerste Lezing wel horen die zegt dat het Huis van God open staat voor alle vreemdelingen, voor alle mensen van goede wil, een tekst die de Joden van de tijd van Jesaja hem ook niet in dank afgenomen zullen hebben. Het is goed dat we zo’n tekst eens goed tot ons laten doordringen, dat we die mediteren opdat we ons rekenschap geven van onze dikwijls discriminerende meningen over buitenlanders én onze overdreven bezorgdheid om ons eigen welzijn .
Moge dit evangelie van de ene kant ons helpen de moed niet te verliezen, als wij afgewezen worden. We zijn meer dan de reden van die afwijzing. We zijn als mens enig en uniek, de moeite waard, onvervangbaar. En dat is het goede nieuws van dit evangelie. Bovendien komt Jezus terug op zijn schreden!  Oók een leermoment voor ons.

En van de andere kant: het heil is voor alle mensen van goede wil, wie dan ook. Een goed leven, de welvaart is niet alleen bestemd voor degenen die het geluk hebben gehad in dit gedeelte van de wereld geboren te worden maar voor iedereen. Alle mensen hebben recht op een menswaardig bestaan.

Dat de Geest ons hierbij moge inspireren!

 

 

Het volgende verhaal laat zien, dat uiteindelijk respect voor de persoon, zoals hij of zij ook is, alle verschillen overbrugt en de ander recht doet.

Verhaal: de roos van Rilke

 

Rilke, een bekende filosoof, gaf les aan de ‘Sorbonne’  in Parijs. Elke dag liep hij van zijn huis naar de universiteit, samen met een collega. En iedere dag kwamen ze voorbij een plek, waar een vrouw stond te bedelen. Sommige mensen legden een aalmoes in haar hand. Ze stond daar dan, met gebogen hoofd. Ze schaamde zich, omdat ze moest bedelen. Rilke echter gaf haar nooit wat.

Op een dag echter had Rilke een rode roos bij zich. Hij legde die behoedzaam  in de hand van de bedelende vrouw. Ze keek op en keek hem even aan. Toen liep Rilke verder. De volgende dag stond ze niet op haar vertrouwde plek, en daags daarna en de hele week niet. De collega van Rilke merkte op: ’Waar heeft ze nou de hele week van geleefd?’ Rilke zei: ‘ Heel eenvoudig, van die roos!’