26 februari

Overweging Pastor Marianus- Thema Verlossing

Gen. 2,7-9:3,1-7, Mat 4,1-11

 

De bron van het kwaad!

 

Afgelopen woensdag zijn we begonnen aan de 40-dagentijd. Noemt het maar een soort retraite, Deze retraite duurt tot Pasen. Ze is niet zo zeer een tijd van vasten, van minder eten, maar het gaat meer om bezinning.

Vandaag gaat het over de bron van kwaad. Dit kunnen we verbinden met ons grote thema: “Verlossing”, dat wij in de komende drie zondagen willen verdiepen. Wij vragen onszelf af: wat is de bron van het kwaad?

Genesis, de eerste lezing laat ons zien dat we uit stof van de aarde zijn genomen. Het leven hebben we van God ontvangen. “Hij blies hem de levensadem in de neus, zo werd de mens een levend wezen.”

Lieve parochianen,

God heeft de mens met grote vrijheid geschapen. De mens mag heel Gods schepping tot zijn voedsel gebruiken. Maar Hij wilde een commitment van de mens, dat ze de vruchten van de ene boom die midden in de tuin staat niet mogen eten. Dat was een grote uitdaging voor de mens. Waarom mogen we die niet eten? Wat is het verschil tussen de vruchten van die ene boom en die van anderen? Hier wordt de vrijheid van de mens op de proef gesteld. Hij mag al zijn vrijheid gebruiken om te kiezen wat te doen. Soms ervaren we zelf ook deze uitdagende situatie. Wat moet je kiezen?

 

De slang komt met zijn woorden zonder inhoud. De slang zien veel mensen als een vervelend, eng en gevaarlijke dier. In de Bijbel lijkt dat niet minder waar te zijn, want daarin staat de slang voornamelijk voor zonde, verleiding, destructie en Satan. De vrijheid van de mens wordt nu op de proef gesteld. De slang zaait twijfel aan de goede woorden van God. Kennis van goed en kwaad ontstaat niet door consumptie, maar door ons te verdiepen in het Woord van God. Wat zou gebeuren als de mens de verboden vrucht zou eten? Na het eten van de vrucht, waren hún ogen geopend en zij ontdekten meteen dat ze naakt waren. Ze hebben hun onschuld verloren, maar bezitten nog steeds niet de kennis van goed en kwaad is. De slang heeft hen iets voorgelogen. Waarom zijn ze hierin getrapt?

 

Wat is de bron van het kwaad? Mensen zeggen dat egoïsme en trots de bron van het kwaad zijn. Dat je belangrijker bent dan anderen. Dat brengt de mens tot onvrede, frustratie, ontevredenheid met het leven. De mens moet verlost worden van egoïsme en trotse mentaliteit. Maar hoe doe je dat?

Daarover mogen we iets van Jezus leren. Een soort nieuwe leraar. In het evangelie van vandaag zien we, dat Jezus zich 40 dagen terugtrekt in de eenzaamheid van de woestijn, als voorbereiding op zijn openbaar leven. Het was voor Hem vanaf het begin helemaal niet duidelijk wat zijn zending zou inhouden. Hij moet daar naar toegroeien. Vandaar een tijd van intense voorbereiding. Hij ervaart daar in de woestijn een grote verleiding om te kiezen voor het snelle succes, voor het grote geld en voor de willekeur van de macht. Gaan we even bij Hem staan. Daar in de woestijn. Want wat Hij meemaakt is ons niet vreemd.

De duivel-noem hem maar de ‘tegenspeler’ – wil van Jezus een gevierd goochelaar maken. Als Jezus honger heeft, zegt die hem: “als je de zoon van God bent, maak dan van deze stenen brood.” Dat is een mooie truc. Dat is kiezen voor het snelle effect, met applaus en veel mensen achter je aan. Dan zou hij een gevierd man zijn, een koning. Ook in onze tijd willen sommige mensen zo’n leider. Is dat niet een zeer herkenbare verleiding? Grote gebaren, maar zonder inhoud. Herkennen we dat niet in onze graaicultuur met een grote geld, gemakkelijk verdiend? Een manier van geld en aanzien verdienen ten koste van anderen. Jezus weerstaat die verleiding: ‘Een mens leeft niet van brood alleen’ zegt Hij. Niet van het goedkope succes.

De tegenspeler geeft het niet op. Hij wil Hem verleiden tot macht. Macht om de dingen en vooral de mensen naar je hand te zetten. Macht opdat anderen tegen je opzien. Zodat jij met

hen kunt doen wat je wilt. ‘Als je mij aanbidt’ zegt de duivel, zal het allemaal van jou zijn en

zal iedereen aan je voeten liggen. Als je neerknielt en mij aanbidt. Dat is in feite je ziel

verkopen aan de duivel, om daarmee macht te krijgen.

Ik denk dat die verleiding in onze huidige politiek op de loer ligt. De honger naar macht en bezit is groot. En je kunt je afvragen: Geldt dit ook in onze politiek? Gaat het nog om het welzijn van het land, of is het puur partijpolitiek en hang naar macht? Ieder mag daar het zijne van denken, maar doet dat soms erg zeer. Jezus’ antwoord is diep en zuiver: ‘De Heer uw God zult u aanbidden en Hem alleen dienen.’ Het gaat om God, de Vader van alle mensen. Dat zegt hij ook later: ‘Ik ben niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen.

 

Nog is de tegenstander niet klaar met zijn spelletje. Hij zet Hem boven op een torenspits, laat hem de hele wereld zien en zegt dan: ‘Spring maar omlaag; jou zal niets overkomen.’ Een soort bungeejumpen, maar dan zonder touw. Gods engelen zullen je wel opvangen. Maar zo is de verhouding van Jezus tot zijn Vader niet. Je moet God niet voor je eigen karretje spannen en Hem jouw wil opleggen.

Die drie verleidingen zijn er nog altijd. Ik noemde al de graaicultuur en de grote bonussen. Mensen menen het recht te hebben om zich te verrijken, ten koste van anderen. Alsof het in het leven enkel om geld en goed gaat. Maar evengoed speelt de honger naar macht. Ik kijk soms met pijnlijke ogen naar de politieke debatten. Gaat het nu om het welzijn van de bevolking, waar zij voor staan, of gaat het nu om de macht en het belang van de eigen partij? Ik wil daar niet alle politici van verdenken, maar die indruk maakt het wel, ondanks de belofte om een andere overlegcultuur te gaan gebruiken.

 

Aan het begin van deze 40 dagentijd is de vraag ook aan onszelf: waar sta ik? Hoe ga ik om met bezit, met macht, met egoïsme, met trots? Ben ik bezeten van bezit, bezeten van macht en egoïsme? Wil ik alles bezitten en voor alles macht hebben? Geloof ik, dat alles maakbaar is en ik op alles recht heb?

Het evangelie laat ons zien, dat Jezus zicht richt op zijn Vader. Om de relatie tot zijn Vader, daar draait het bij hem om. Dan kom ik terug bij de ervaring van Jezus in de woestijn. Hij laat zich niet verleiden tot het snelle succes, de gemakkelijkste oplossing. Hij heeft vanuit het volste vertrouwen op God. Hij weet zich gedragen door zijn Vader. Met een open oog en hart laat hij door deze ervaring in de woestijn zijn zending duidelijk worden.

Durf ik met diezelfde openheid ook zo kijken naar mijn eigen zending, mijn eigen opdracht in het leven? Door alle woestijnervaringen heen mogen we ook als Kerk opnieuw gaan kijken naar de zending van de kerk in de geseculariseerde tijd. Daar is vooral moed voor nodig.

 

Wel, dit is de eerst dag van de retraite. Heb u de smaak te pakken?

In de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest. Amen.