Aardbei 'Florika'
naam: Florika
type: Fragaria x vescana
oorsprong: Dit ras van de interspecifieke soort Fragaria x vescana is In Duitsland ontwikkeld door Dr. Rudolf Bauer (overleden in 1983). Het gaat om een kruising tussen de kleine bosaardbei (Fragaria vesca var. semperflorens) en de gewone tuinaardbei (Fragaria x ananassa). Een vruchtbare kruising tussen deze twee soorten zal via natuurlijke weg niet tot stand komen, doch Dr. R. Bauer was één van de wetenschappers die er in slaagde om een vruchtbare kruising via een omweg toch tot stand te brengen. Voor de ontwikkeling van 'Florika' kruiste hij de tuinaardbei 'Sparkle' (8x) met een tetraploide variant van Fragaria vesca var. semperflorens (4x). Het kruisingsproduct (6x) werd teruggekruist met 'Sparkle' en de kruising daaruit werd gekruist met de tuinaardbei 'Hummi'.
Er werden in totaal twee Fragaria x vescana rassen van Dr. R. Bauer geïntroduceerd: in 1977 het ras 'Spadeka' en in 1989 het ras 'Florika' (deze werd aanvankelijk aangeduid als 'Florina'). Bij de introductie van 'Florika' was Dr. R. Bauer zelf derhalve inmiddels overleden. (bron: FruitLent, aardbeien)
eigenschappen: 'Florika' is een éénmaaldragend ras dat derhalve elk jaar in juni / juli vruchten geeft. De kegelvormige helderrode vruchten zijn 1,5 tot 4 cm in doorsnede en zijn daarmee aanzienlijk groter dan bosaardbeien, doch kleiner dan de meeste hedendaagse tuinaardbeien. De vruchten staan op stevige trossen die boven de planten uit steken. Het relatief weke vruchtvlees is rozerood van kleur. Door het weke vruchtvlees kunnen de vruchten eventueel ook zonder de kelk worden geoogst. Volgens de diverse beschrijvingen zouden de vruchten van 'Florika' het aroma van bosaardbeien bezitten, doch wij nemen dit eigenlijk niet waar (mogelijk dat dit wel geldt voor het eerdere ras 'Spadeka'). Ondanks het ontbreken van het bosaardbeienaroma is de smaak van 'Florika' wel zonder meer erg goed te noemen.
De planten vormen veel uitlopers en worden om die reden wel aanbevolen als bodembedekker in particuliere tuinen (zon of half-schaduw). Om een bodemtapijt te vormen, wordt het aanplanten van 4 à 5 planten per m² aanbevolen. Door de uitlopervorming met daaraan jonge plantjes groeit de oppervlakte snel vol. Door de omhoog staande vruchttrossen hoeft er geen stro onder de planten te worden gelegd en hebben de vruchten niet zo snel last van vruchtrot (Botrytis).
Omdat de planten per stuk niet zo groot worden, worden er per plant ook niet buitengewoon veel vruchten gevormd. Doordat er in zo'n bodemtapijt echter veel planten per m² staan, kunnen toch nog behoorlijk wat vruchten worden geoogst. Volgens Duitse gegevens zou zo'n bodemtapijt circa 8 jaar mee kunnen gaan.
De planten zijn weinig vatbaar voor ziekten en plagen. (bron: FruitLent, aardbeien)
teelt: (klik erop om te vergroten)