Zwartmoeskervel

naam: Zwartmoeskervel

type: Smyrnium olusatrum

oorsprong: Zwartmoeskervel is een zeldzame inheemse plant die al eeuwen als groente werd gebruikt. Blijkbaar werd de smaak van selder meer geapprecieerd, waardoor het gebruik van Zwartmoeskervel als groente al voor 1900 quasi verdween. "Le Maceron est à peu près abandonnée aujourd'hui, le céleri en ayant pris dans tous les jardins." (uit Les Plantes Potagères, Vilmorin-Andrieux, 1883)

eigenschappen: Zwartmoeskervel is een schermbloemige. Als hij bloeit komt het bolvormige scherm tot 150 cm hoog, en trekken de geelgroene bloemetjes heel veel sluipwespen, zweefvliegen, gaasvliegen en andere nuttige beestjes aan. De bladeren hebben een sterke geur en smaak, die het midden houden tussen selder, zevenblad en engelwortel. Gebruik de jonge bladeren vooral als soepgroente. De stelen, vooral de jonge, smaken dan weer veel milder, en kun je bijvoorbeeld in een slaatje snipperen. Of even stoven in olijfolie, en afwerken met sojasaus en peper: mmm!

De plant is twee- tot driejarig. Als je vers zaad zaait in volle zomer, kiemt dat vrij snel. Een alternatief is: eenjarige wortels verplanten. Die wortels zijn zo dik en lang als een forse winterwortel; ze zijn ook eetbaar, en laten zich behoorlijk verplanten. Van de planten die hieruit voortkomen, kun je later je eigen zaad winnen.

Elke vruchtbare grond is wel geschikt voor deze oude groente; je kunt bijna het hele jaar door oogsten van de bladeren en de stelen; enkel tijdens hete zomerweken groeit zwartmoeskervel niet.

Je kunt de stelen en bladeren ook bleken door ze af te dekken met een flinke emmer. (bron: Lieven David - www.lusthof.org)

Zwartmoeskervel, Smyrnium olusatrum, 1795 Sowerby Botanical