appel 'Dries'
De variëteit “Dries” is afkomstig van een oude toevallige appelzaailing die werd ontdekt langs de oevers van de Schelde door Dithmar Guillome uit Geraardsbergen. De middelgrote sappige appel is prachtig bordeaux rood gekleurd buiten en binnen. De bladeren en de bloemen zijn paars en zelfs het hout is paars. Het bijzondere aan deze appel is dat hij zéér lekker zoetzuur smaakt in tegenstelling tot de meeste roodvlezige appels die eerder erg zuur zijn. Hij rijpt eind september. Bovendien heeft deze appel goede culinaire kwaliteiten, hij behoudt met name zijn kleur en stevigheid als hij gekookt wordt zonder daarom taai te worden (vgl. boskoop). De houdbaarheid onder koeling bedraagt enkele maanden, zonder noemenswaardig kwaliteitsverlies. Begin vorige eeuw zijn er veel pogingen ondernomen om een roodvlezige eetappel te kweken met als basis de Malus niedzwetskyana. De Amerikaan Albert Etter heeft de enige toen bekende roodvlezige appel “Surprise” gekruist met andere appels. Op die manier heeft hij een 30tal roodvlezige eetappels ontwikkeld met de bedoeling deze te commercialiseren, de markt was daar toen blijkbaar nog niet klaar voor en na zijn dood ging het grootste deel van zijn werk dan ook verloren. Een klein aantal stokoude verwilderde bomen is teruggevonden in zijn verwaarloosde boomgaard. Deze werden gepatenteerd en worden nu verder gekweekt door een Amerikaanse boomkwekerij die zich toelegt op oude appelsoorten en appels met gekleurd vruchtvlees.
Het bijzondere aan roodvlezige appels is dat ze een zeer hoog gehalte aan anthocyaan bevatten (de rode kleurstof) wat een sterk antioxidant is ,m.a.w. een kankerwerende stof. Ook bij ons zijn zulke appels te vinden: In Groot Brittannië is er bijvoorbeeld de “Red Devil” een oude variëteit met mooi rood vlees die echter wat zuur smaakt. Ook beter gekende appels zoals de “sterappel” vertonen heel vaak een mooie rode kleur rond het klokhuis. (De Moerbeiboom, 2015)