Ui en sjalot

Egyptische ui

Egyptische ui of Boomui (Allium cepa var. Viviparium) is een eeuwenoude variëteit die reeds begin 1700 werd vernoemd. Het is een ui met een bijzonder uitzicht, na de lente verschijnen er immers op de bloeistengels in plaats van bloemen weer nieuwe broedbolletjes die omvallen en weer wortelen. Zo verloopt de vermeerdering van deze ui moeiteloos. Het is een prima soort om vers te verwerken in salades. Bij voorkeur een standplaats geven in goed gedraineerde bodem op een standplaats met een beetje schaduw. (Cliché: Vilmorin-Andrieux, 1904)

Sint-Jansui

De Sint-Jansui is een oude ui van omstreeks 1880 en werd vooral rond de streek van Utrecht in Nederland gebruikt. Over de herkomst van de naam vonden we het volgende "Omstreeks den tijd van 't aardappels-poten worden ze in den tuin gezet, en om Sint-Jan (24 Juni) worden de planten opgeplukt." (De navorser, 1894)

Recent onderzoek heeft aangetoond dat deze ui is ontstaan uit een kruising van de ui (Allium cepa) met de stengelui (Allium fistulosum). De sint-jansui is bijna helemaal verdwenen. Oorspronkelijke werd deze ui door tuinders rondom Utrecht veel geteeld. Tegenwoordig wordt hij hier en daar weer aangeplant. De St. Jansui vormt ondanks dat hij bloeit geen zaad en wordt evenals knoflook vegetatief vermeerderd. Het is de vroegste ui die er was en werd in het voorjaar samen met een krop sla verkocht. (cliché: Johannuslook-Stenger & Rotter - 1907)

sjalot 'de Huy'

Deze sjalot werd in 1923 aangeboden bij de zaadfirma Athanase Guyaux-Hankenne (Rue Entre-deux-portes uit Hoei) aan 3fr. voor 1kg sjalotten. In 1964 was ze nog steeds beschikbaar bij de firma Gonthier, eveneens uit Hoei. (cat. Guyaux-Hankenne, 1923)

"Een goede variëteit, resistent, te planten vanaf februari-maart." (cat. Gonthier, 1955-1964)

sjalot 'Dunn's Giant'

Een sjalot uit 1958 uit Salisbury, Verenigd Koningkrijk. De sjalotten zijn rond en lichtbruin. Verder vonden we geen info over deze variëteit.

sjalot 'Gentse Grote'

Gentse Grote of Grosse de Gand werd aangeboden door de Gentse zaadhandelaar Alphonse Gallet (Vlaanderenstraat 73) zonder beschrijving.

"Deze sjalot is zeer aanbevelenswaardig: dik, roodbruin en rond-ovaal." Het zou een lokale variëteit zijn van de sjalot 'de Jersey'. (Fr. Burvenich, Groenteteelt , 1896)

sjalot 'Grise de la Drôme'

Grise de la Drôme is een Zuid-Franse 'grijze sjalot'. Door de dikke schil lijken ze immers een grijze kleur te hebben. Ze worden gekweekt omwille van de unieke smaak. Het Franse instituut INRA gebruikte deze sjalot om de nieuwere variëteit Griselle te creëren. (Onions and Other Vegetable Alliums,2008)

sjalot 'Noordhollandse Strogele'

de sjalot 'Noord Hollandse Strogele', 'Dutch Yellow' of 'Blonde Jaune de Hollande' is een variëteit van voor 1915.

"De Noord-Hollandse gele sjalot was de eerste Nederlandse (erg ziekte gevoelige) sjalot. Bij vele oudere hobbytuinders is hij nog steeds favoriet. Meestal werd de gele sjalot geteeld op eigen akker en bewaard onder een afdak. Hij was vooral geliefd vanwege zijn zoet/pikante smaak en doorgaans alleen bestemd voor eigen gebruik. Opvolgers van de gele plantsjalotten waren rassen met een betere resistentie tegen ziektes. Noord-Hollandsche Stroogele sjalot wordt geteeld in Noord- en Zuid-Holland. Mag niet vroeg worden geplant wegens gevaar van doorschieten. Fors gewas. Productief. Gevoelig voor valse meeldauw. In verband waarmede de stikstof dosering aan de lage kant gehouden moet worden."

sjalot 'Ouddorpse Bruine'

De sjalot 'Ouddopse Bruine' is een Nederlands landras van omstreeks 1943. "Wordt vrijwel uitsluitend geteeld in de omgeving van Ouddorp (Z-H). Kan vroeg geplant worden. Vroeger afrijpend dan de Noord Hollandse Strogele en de Groninger sjalot. Matig productief. Oogstzeker. Minder gevoelig voor valse meeldauw en waarschijnlijk eveneens voor aantasting door de uienvliegmade." (beschrijvende rassenlijst groentegewassen, 1943)

ui 'Gele Ronde van Aalst'

Gele Ronde van Aalst of Jaune Rond d'Alost werd voor het eerst vermeld in de catalogus van Hollandia uit 1935.

"Gele, ronde, zeer vast, bewaart bijzonder goed." (cat. Hollandia, 1935)

ui 'Jaune Paille Plat Hâtif'

Jaune Paille Plat Hâtif is een uienras van omstreeks 1935. Hij wordt vermeld als nieuwigheid: Platte stogele, echte Belgische vroege ui, in de catalogus Graineterie Hollandaise-Malines, 1935-1937."Deze soort wordt groot, is plat en zeer schoon, lichtgeel met dikke huid. Ze is twee weken vroeger als de gewoonlijk in den handel voorkomende soort..." (Graineterie Hollandaise-Malines, 1935)

"Enorme, kopergele, afgeplatte bol. De bewaring is uitstekend, misschien zelfs beter dan de rode uien, die deze weliswaar overstijgen qua smaak" (cliché en tekst: guide Gonthier, 1954)

ui 'Platte van Aalst'

Platte van Aalst of Plat d'Alost werd aangetroffen in de prijs-couranten van groentenzaden (uit 1875) te bekomen bij Louis Van Houtte, bloemist en zaadhandelaar van de Koning en burgemeester van Gentbrugge bij Gent. Het ras is verder zonder beschrijving.

ui 'Platte van Vlaanderen'

Platte van Vlaanderen, Plat de Flandre, (Jaune de Cambrai, de Mulhouse, Jaune de Laon, Jaune Paille Plat de Flandre, Suisse) is een zeer oude uienvariëteit die wordt vermeld in de catalogus van L. Van Houtte (1884-1898).

"Vrij grote variëteit die goed bewaart en een bijzonder grote opbrengst heeft van een goede kwaliteit." (Van Houtte, 1884-1898)

Deze variëteit wordt foutief vermeld als identiek aan 'Jaune Paille des Vertus'. Volgens het Franse zaadhuis Vilmorin-Andrieux is 'Plat de Frandre' synoniem met 'Jaune de Cambrai'.

ui 'Rossa Lunga di Troppea'

Rossa Lunga di Tropea, Lange Rode/Zoete van Tropea of Dulce Lunga di Tropea. Tropea is gelegen in Calabria, in het zuiden van Italië.

Het is een zoete, langwerpige ui die rauw te eten is in bv. salades, maar ook gefruit, ingezuurd en geroerbakt. Deze uitjes zijn ook heel lekker als ze jong geoogst worden.

"Op de voet van de laars van Italië (Calabria) ligt Tropea, een prachtige kustplaats met in het achtergebied een bloeiend tuinbouwgebied. Hier komt de beroemde zoete rode ui vandaan, die we hier aanbieden." (Vreeken, 2012)

ui 'Rouge de Huy'

Rouge Pâle de Huy, Bleekrode van Hoei, Platte Roode van Hoei of Rouge Plat de Huy is een grote variëteit van omstreeks 1900 die goed bewaart. Het is het enige Belgische uienras dat nog niet is verdwenen. “Sedert 50 jaar veredeld in onze teelten, heeft hij zich wonderwel aangepast aan ons klimaat. Enorme, bleek wijnrode bol van eerste hoedanigheid. Goede bewaring” (Gids Gonthier, 1959)

ui 'Rouge Foncé de Liège'

Donkerroode van Luik of Rouge Foncé de LiègeMen vindt dit ras terug in een kleine zaadcatalogus van Alexis Perwez uit Hoei in 1905. Er is verder weinig info over deze ui te vinden. Hij wordt nog vermeld in de catalogus van E. Belot (1954) en door Victor Straps (1913-1925).

ui 'Tapé de Gand'

Tapé de Gand wordt vermeld door Charles Morren, directeur van de botanische tuin van Luik (Belgique Horticole, 1852)

"Kleine, nootvormige pikante uitjes als specerij in salades of pikante sausjes gebruikt. Deze Gentse ui heeft de grootte van een kers, witroze van kleur in Gent, in Luik was de kleur intenser." (Ch. Morren, Belgique Horticole, 1852)