Terugdraaiende teller?

Logica digitale teller bij zonnepanelen

  1. de geproduceerde kWh van zijn zonnepanelen kan de klant GRATIS verbruiken

  2. de afgenomen kWh uit het distributienet neemt worden betaald aan HET STANDAARD DISTRIBUTIE TARIEF als iemand die niet beschikt over zonnepanelen (met verschillende coëfficienten naargelang de energieleverancier)

  3. de teveel geproduceerde kWh door de zonnepanelen moeten aanvaard worden op het distributienet en hiervoor moet de leverancier een TERUGKOOPTARIEF betalen aan zijn energieklant (=Opkoopverplichting)

Het is normaal dar de energieleverancier niet dezelfde prijzen kan toepassen voor verkoop en aankoop omdat de waarde van die elektriciteit sterk afhangt van het tijdstip want de waarde van een kWh verandert van moment tot moment. Zie hieonde waarom.

4. zonnepanelen zijn nodig voor het Vlaams gedeelte Belgisch Klimaat en Energieplan 2021-2031 die ingediend werd bij Europa

5. indien zonneënergie niet rentabel is mag de Vlaamse overheid hiervoor subsidies verlenen

6. de Vlaamse regering is bevoegd voor de uitrol van de digitale teller per wet vastgesteld volgens de directieven van Europa

Elektriciteitsproductie = Elektriciteitsverbruik

Dit is het grootste probleem: iedere extra vraag naar elektrictieit MOET OGENBLIKKELIJK bijgeproduceerd worden. Volgt de productie de vraag niet, dan daalt de frequentie van 50 hz en riskeert het elekticiteitsnet in elkaar te vallen. (idem in omgekeerde richting: Hoe meer vraag, hoe meer productie ogenblikkelijk nodig).
Het Europees net hangt samen als 1 reusachtig geheel. Het vormt een reusachtig groot vliegwiel zodat een kortstondige lokaal onevenwicht opgevuld wordt en de frequentie lokaal niet verandert.

De basis behoefte van dit Euopees net wordt geproduceerd door zogenaamde basislast centrales, degene met de laagste marginale productieprijs (wat kost 1 kWh meer voor 1 kWh meer productie). Typische basislastventrales zijn kerncentrales of tegenwoordig windmolens . duur in investeringen maar goedkoop in verbruik).
Gedurende de 24 uur van de dag verandert deze vraag sterk. Vandaar dat voor de piekverbruiken speciale spoepele productieeenheden het wisselend verbruikspatroon opvolgen. Veelal zijn dat oudere centrales die soepel en snel hun productievermogen kunnen "moduleren" en eventueel gemakelijk aan en uit geschakeld worden. Deze geproceerde elekticiteit is altijd duurder.
Gemiddeld zal hierdoor op ieder moment van de dag de gemiddelde productiekost van de elektriciteit veranderen naargelang het uur van de dag en de dag van het jaar.

De kostprijs van de elektriciteit is op ieder moment variabel

Deze waarden zijn continu te zien op de elektriciteitsbeurzen te Brussel. Rotterdam,...Daar koopt uw energieleverancier uw elektriciteit voor de dag nadien. Deze prijs wordt per uur afgerekend aan de prijs van dat uur. Sommige zijn zelf ook producent maar hetgeen ze te kort komen of te veel geproduceerd hebben wordt ook verrekend visa deze beurzen. Deze elektriciteits hoeveelheden worden verhandeld in euro/kWh_kwartuur. Dus de waarde van de elektriciteit is zeer variabel. Een kWh in de zomer op een moment met veel hernieuwbare energie is veel minder waard dan eenzelfde kWh in een koude winterdag zonder wind of zon maar met veel vraag door E-verwarming.

Vandaar dat reeds lang de verrekening van de grote industriële E-verbruikers of grote KMO's de E-tellers reeds lang per kwartier uitlezen. deze manier van aanrekening zal ook aangeboden worden vanaf de eerste maanden van 2021. Men noemt dat de "dynamische contracten".
Door het elektriciteitsverbruik van bepaalde toestellen en toepassingen zoveel mogelijk te laten samenvallen met de uren waarvoor lagere prijzen gelden, kunnen dergelijke contracten lonen voor de klant. Toepassingen aangesloten op de gebruikerspoort van de digitale meter maken het mogelijk om het verbruik automatisch te sturen op basis van de actuele energieprijs.

Vernietiging door het Grondwettelijk Hof van het Compensatiemechanisme en het Prosumententarief Lees>>>

Niet 1 maar meerderen hebben afzonderlijk een klacht ingediend bij het Grondwettelijk Hof eind 2019 tegen het decreet van het Vlaamse Gewest over de "Uitrol van de digitale tellers" van 26 april 2019

  1. het VREG (=Vlaamse Regulator voor de Elektriciteits- en Gasmarkt)

  2. FEBEG(= Federatie van de Belgische Elektriciteits- en Gasbedrijven)

  3. Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas

  4. Liga voor Mensenrechten

  5. de federale Ministerraad

  1. opkoopverplichting invoeren i.p.v. tijdelijke regeling "terugdraaiende teller met prosumententarief"

  2. prosumenten betalen niet de volle federale taks voor hun brutogebruik van het transmissienet. Idem voor de BTW (alleen pro-rata van het nettoverbruik niet volgens het brutoverbruik) = federale bevoegdheid.

  3. Hoewel de prosumenten meer gebruik maken van het net, doordat ze ook elektriciteit op het net injecteren, betalen ze minder dan de gewone netgebruikers. Is derhalve ook discriminatie

  4. Tussen de prosumenten zal ook een discriminatie ontstaan vanaf 1/1/2021 tussen degene met een vroegere installatie die zouden 15 jaar mogen genieten van de terugdraaiende teller en de nieuwe prosumenten die verplicht worden tot een digitale teller zonder compensatie waar de federale transmissiekosten ten volle zullen aangerekend worden

  5. er zou geen overleg geweest zijn tussen de federale en de Vlaamse overheid

  6. allen de VREG is als "onafhankelijke regulator" bevoegd voor de regionale tariefbepalingen niet de politiek

  7. ook is het de VREG die bevoegd is om de kosten te reguleren van de digitale teller

Digitale meter is essentieel voor de energietransitie naar decentrale productie

De analoge Ferraris-teller met wieltje draait terug wanneer zonnekWh op net gezet wordt. Dus jaarlijkse tellerverbruik = totaal afgenomen electriciteit van het net (=brutoverbruik) - export zonneenergie naar net = netto afname (alleen dat cijfer is beschikbaar)

De digitale teller telt electronisch afzonderlijk de 2 energie stromenafzonderlijk per kwatuur. Som alle kwarturen per jaar zijn bruto afname en zonneproductie. Door van het bruto verbruik de zonneproductie af te trekken bekomt men hetzelfde nettoverbruik als bij de ferraris teller. dit cijfer werd vroeger de factuur berekend.

  1. De digitale meter is een cruciale bouwsteen voor deze transitie. Een efficiënt beheer van dit energiesysteem vraagt dan ook een veelomvattende set data. Om er voor te zorgen dat investeringen in het net op een zo efficiënt mogelijke manier gebeuren moeten we kunnen ‘ meten ’ waar de problemen zich dreigen voor te doen. Dit geeft ook de mogelijkheid om snel te kunnen ingrijpen voordat de problemen zich daadwerkelijk voordoen, onafhankelijk van investeringen of in afwachting van investeringen. Verder zal actieve vraagsturing nodig zijn om optimaal gebruik te maken van het wisselende aanbod van groene stroom. Hierdoor kunnen stromen die op verschillende plaatsen en in verschillende grootte ontstaan, geregeld worden. Door de technologische vooruitgang op het vlak van metering bieden er zich nieuwe kansen aan om de marktwerking en de dienstverlening aan de klanten te verbeteren, zoals bijvoorbeeld een beter inzicht in eigen verbruik

  2. Vandaar dat een Europese richtlijn verplicht de lidstaten ertoe de slimme meter in te voeren. Zij mochten de invoering aan een kosten- batenanalyse onderwerpen. Uit die analyse bleek dat in het Vlaamse Gewest de grootste baten te verwachten zijn bij een gefaseerde volledige uitrol van de digitale meter. Het bestreden decreet organiseert die uitrol. De belangrijkste beleidskeuzes, waaronder het beginsel van een universele uitrol en een reeks voorschriften ter bescherming van gegevens, zijn in het decreet zelf opgenomen.

  3. De uitrol van de digitale meter gaat gepaard met de overgang,voor prosumenten (zonnepanelen met vermogen <10 kW), van het bestaande compensatiemechanisme naar een opkoopsysteem volgens een terugleveringscontract. Begin 2021 worden in Vlaanderen reeds 15 verschillende terugleveringscontracten aangeboden, telkens door dezelfde leverancier als degene die het afnamecontract verzorgt. Het is voorzien dat alle prosumenten tegen einde 2022 een digitale meter zullen hebben. Toepassingen aangesloten op de gebruikerspoort van de digitale meter zullen het in de toekomst mogelijk maken om het verbruik automatisch te sturen op basis van de actuele energieprijs.

  4. De elektriciteitsrichtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 « betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit bepaalt dat na 31 december 2023 geen nieuwe terugdraaiende tellers mogen worden toegekend. Alle E-afnemers die vallen onder een bestaande regeling moeten ook de mogelijkheid hebben om te kiezen voor een digtale verrekening.Voor de elektriciteit die op het net wordt geïnjecteerd, voorziet het bestreden decreet in een opkoopsysteem. De Vlaamse Regering dient de nadere modaliteiten van dat opkoopsysteem te bepalen, en wie tegen welke vergoeding moet opkopen. Het prosumententarief heeft in dat geval geen bestaansreden meer. Voor productie-installaties voor zonne-energie met een maximaal AC-vermogen van 10 kVA die geïnstalleerd worden vanaf 1 januari 2021 moet de elektrische productie die geïnjecteerd wordt op het distributienet worden opgekocht.

Het Distributietarief

De distributienettarieven zijn de tarieven die u betaalt om elektriciteit of aardgas tot bij u thuis of bij uw onderneming te brengen. zij worden tot heden verrekend op basis van herbruik. Zij dekken de netkosten die Fluvius maakt voor de aanleg en het onderhoud van de distributienetten. Hierin zitten ook nog de kosten voor de "openbare dienstverplichtingen zoals groene stroomcertificaten, budgetmeters en REG premies). Deze tarieven zijn een deel van de factuur die u van uw energieleverancier ontvangt, naast de eigenlijke electriciteitskost en nog meerdere heffingen. Voor een gemiddeld gezin bedragen de distributienettarieven begin 2021 (exclusief het deel transmissiekosten) 34% van de totale elektriciteitsfactuur en 25% van de totale aardgasfactuur. De prosumenten met digitaleteller betalen geen prosumententarief maar het distributietarief op de bruto electriciteitsafname. De prosumenten met tijdelijk nog een "terugdraaiendeteller systeem" betalen het distibutietarief alleen op het netto aangerekend verbruik en moeten daarom een prosumenten tarief betalen als vergoeding voor het gebruik van het electriciteitsnet voor de opname van hun geleverde electriciteit op dat net.

De VREG is de enige bevoegdeautoriteit om de distributietarieven te controleren voor elektriciteit en gas. De laatste 4 jaren zijn die gevoelig verminderd. (een gezin betaalt in 2021 gemiddeld 16 euro minder aan distributienettarieven voor elektriciteit dan in 2020 en 2 euro meer aan distributienettarieven voor aardgas. Ten opzichte van 2017 komt dit neer op een daling van 110 euro voor elektriciteit en 27 euro voor aardgas. Het prosumententarief gaat gemiddeld met 5% omhoog).Er is ook een tarief fatabeheer te betalen aan Fluvius voor zijn rol als databeheerder (ongeveer 13 €/jaar + extra van 1 €/jaar voor uitlezingsmogelijkheid van kwartierwaarden door de klant).

In 2022 wordt het Distributietarief vervangen door het Capaciteitstarief

Momenteel worden de distributitarieven enkel aangerekend op basis van het verbruik. Door het veranderende energielandschap (meer zonnepanelen, meer elektrische auto's, meer warmtepompen,..) zullen we echter meer en meer blootgesteld worden aan grote, gelijktijdige piekbelastingen. Nieuwe netinvesteringen en hierdoor hogere nettarieven zijn dan onvermijdelijk, tenzij een stimulans ingebouwd wordt om hoge pieken - en de extra kosten die daarmee gepaard gaan - te vermijden.
Vanaf 2022 wordt daarom het capaciteitstarief ingevoerd
voor iedereen met een digitale meter.In dit tarief worden de netkosten verrekend hoofdzakelijk volgens de maandelijkse piekbelasting. De andere kosten in de distributiekosten blijven volgens het verbruik.
De maandpiek is het hoogste kwartiervermogen (ofwel ‘piekvermogen’) dat u in een maand hebt gebruikt. Het wordt geregistreerd door de digitale meter . Het maakt hierbij niet uit hoe vaak – tijdens 1 of meerdere kwartieren – u dit piekvermogen heeft gebruikt. Hieruit wordt de "gemiddelde maandpiek" maandelijks berekend als het gemiddelde van uw 12 laatste ‘maandpieken’ met een minimumwaarde van 2,5 kW. Het aansluitingsvermogen en het type aansluiting (een- of driefasig) heeft geen enkele impact op het te betalen capaciteitstarief. Enkel het gemeten vermogensgebruik is van tel.

Bemerk dat het samen aanzetten van verschillende gebruikelijke huishoudelijke toestellen in de meeste gevallen maar een beperkte impact heeft op het te betalen capaciteitstarief. De maandpiek komt overeen met het hoogste kwartiervermogen – ofwel het gemiddelde vermogen op kwartierbasis – dat u in een maand heeft gebruikt, niet met het hoogste ogenblikkelijke vermogen. Het vermogen dat op een toestel staat, geeft hierdoor geen volledig beeld van de impact van dat toestel op het te betalen capaciteitstarief. Het heeft geen zin om het gebruik van ál uw toestellen te spreiden en hierdoor sterk aan comfort in te boeten. Bij de aanrekening van het capaciteitstarief wordt voor elke maandpiek namelijk een minimumwaarde van 2,5 kW in rekening genomen zodat iedereen meebetaalt (tarief wel lineair vanaf 0 kW). Dus vooral oppassen om niet de wasmachine en de droogkast op te zeten op het moment dat u aan het koken bent.
De VREG
raamt de gemiddelde jaarpiekvermogen voor een gemiddeld gezin op 3,15 kW.
Door de maandpieken op de digitale teller op te volgen kan de verbruiker voeling krijgen met zijn capaciteitsgebruik en zijn gedrag bijsturen (ng voor heteinde van de jaaraftrekening want gemiddelde van de 12 maanden telt

Vanaf 2022 wordt het huidig onderscheid tussen het duurdere dag- en het goedkopere nachttarief afgeschaft voor het deel distributiekosten (niet energie die nog blijft bij energieleveranciers die goedkope nucleaire nacht energie kunnen aanbieden/kopen))

Beloften van 15 jaar behoud van terugdraaiende teller

  1. "Bij bestaande decentrale productie-installaties met een maximaal AC-vermogen van 10 kVA en decentrale productie-installaties met een maximaal AC-vermogen van 10 kVA die geïnstalleerd worden tot en met 31 december 2020, wordt gedurende vijftien jaar vanaf de indienstname van de installatie de elektrische productie van de installatie die geïnjecteerd wordt op het distributienet, jaarlijks in mindering gebracht van de afname. (=terugdraaiende teller). Als de termijn van vijftien jaar verstrijkt voor 31 december 2020, wordt die elektrische productie in mindering gebracht tot en met die datum. (tenzij de gebruikers opteren voor het nieuwe systeem).

  2. Tot de Vlaamse bevoegdheid inzake distributie van energie behoort in beginsel ook het uitrollen van de nieuwe, digitale meters en het beheer van de gegevens die worden verzameld door middel van (digitale, analoge of elektronische) meters

  3. De gewesten zijn bevoegd voor de distributienettarieven (ten voordele van Gaselwest). Daar kan de Vlaamse regering een betaling volgens terugdraaiendeteller toelaten i.p.v. het totale afname uit het net. De federale overheid is bevoegd voor de transmissienettarieven (ten voordele van Elia).

  4. De tijdelijke instandhouding van het compensatiemechanisme kan niet noodzakelijk worden geacht, nu de digitale meter toelaat - anders dan voorheen bij de terugdraaiende teller het geval was - om beide energiestromen (afname en injectie) afzonderlijk te registreren, zodat het brutoverbruik aan alle tarieven, taksen en heffingen kan worden onderworpen en geen afbreuk wordt gedaan aan de federale bevoegdheden. De aangelegenheid leent zich ook niet tot een gedifferentieerde regeling aangezien de federale belastingen op dezelfde wijze moeten worden geheven in alle deelgebieden. Bovendien raakt zij het wezen zelf van de bevoegdheid van de federale overheid inzake de transmissietarieven en belastingen, doordat zij bepaalde gebruikers die energie op het net injecteren gedurende een lange periode vrijstelt van de federale tarieven en taksen, terwijl de energietarieven een zo getrouw mogelijke weergave dienen te zijn van de werkelijke kosten.

Bevoegdheid voor kosten en in dienststelling digitale tellers is de VREG

De netbeheerder (Fluvius) plaatst verplicht de digitale meter bij netgebruikers met een laagspanningsaansluiting < 56 kVA en in de volgende gevallen met voorrang :

1° bij nieuwbouw en ingrijpende renovatie;

2° bij verplichte metervervanging;

3° bij installatie van nieuwe zonnepanelen met een maximaal AC-vermogen van 10 kVa;

4° bij vervanging van bestaande actieve budgetmeters en plaatsing van nieuwe budgetmeters;

5° bij bestaande prosumenten;

6° bij vervanging van de meters die geplaatst werden in het proefproject slimme meters en in het proefproject digitale budgetmeter van de distributienetbeheerders;

7° op verzoek van de netgebruiker.

Indien de meter wordt geplaatst op verzoek van de netgebruiker, zal deze instaan voor de kosten van de plaatsing en indienststelling van deze meter.

De Vlaamse Regering bepaalt de timing en de modaliteiten voor het plaatsen van de meters, vermeld in het eerste en vierde lid ».

De Europese Unie vereist een volledige functionele onafhankelijkheid van de nationale energieregulator in de zin dat hij niet onderhevig mag zijn aan enige beïnvloeding van buitenaf, niet alleen tegenover de marktspelers maar ook ten anzien van alle overheden. Dit is van wezenlijk belang voor het bereiken van de doelstellingen van de Europese richtlijn waaronder de verwezenlijking van een competitieve interne energiemarkt.De regulator heeft met name als taak het « vaststellen of goedkeuren, volgens transparante criteria, van transmissie- of distributietarieven of de berekeningsmethodes hiervoor ». Hij is bevoegd voor de vastleggen van de voorwaarden inzake « de aansluiting op en toegang tot nationale netten, inclusief de transmissie- en distributietarieven of de methode daarvoor »

Vlaamse + Federale subsidies voor hernieuwbare energie (wind, zon, biomassa,afval, biogas,...)

Volgens Vlaams minister Demir hebben al 30 miljard euro gekost begin 2021. De groenestroomcertificaten voor zonnepanelen zullen de Vlamingen tegen 2030 14,5 miljard gekost hebben (hiervan mot nog altijd zo’n 6 à 7 miljard betaald worden).

De subsidiëring van zonnepanelen wordt vanaf 2003 een thema wanneer België beslist een voorloper te worden in zonne-energie. Federaal is er de fiscale aftrek voor de aankoop van zonnepanelen, gemeenten en provincies bieden allerhande premies en in Vlaanderen komt toenmalig minister Steve Stevaert (sp.a) met de groenestroomcertificaten (door de distributienet-beheerder Fluvius verplicht opgekocht tegen 450 € /1000kWh voor 20 jaar gegarandeerd). Geld komt niet uit de begroting, maar uit de elektriciteitsfactuur, die bezwaard wordt met heffingen en taksen die de gezinnen zonder zonnepanelen moeten betalen.

Vlaanderen stuurt ook niet bij wanneer de federale belastingvermindering en de groenestroomcertificaten tot een dubbele subsidiëring leiden. Pas in 2009 beslist Hilde Crevits (CD&V) de steun een eerste keer te laten zakken, van 450 naar 350 € en later naar 270 € niet meer voor 20 jaar gegaranderrd maar voor 15 jaar. Dat jaar komen er vlug nog zo’n 50.000 zonnedaken bij. In 2012 wordt het steunniveau via groene stroomcertificaten naar 90 € gebracht per 1000 kWh. De markt stort in. De verkoop valt stil en veel installateurs gaan failliet
Freya Van den Bossche (sp.a) zet pas in 2014 de volledige subsidiëring stop, maar dan is het kwaad al geschied. Voordien had de regering-Di Rupo in 2012 een bevriezing van de elektriciteitsprijs opgelegd.Hierdoor stapelt zich bij de netbeheerders een groenestroomschuld van 2 miljard op. Vandaar in 2015 de Turteltaks, de noodrem , een zoveelste energieheffing om die schuldenberg weg te werken.

Vanaf
2015 krijgen particulieren geen certificaten meer voor nieuwe installaties maar het voordeel van de "teruglopende teller" blijft bestaan voor 15 jaar (ook wanneer een nieuwe digitale teller geplaatst wordt) . Wanneer ook dan de waakhond VREG bovendien met het prosumententarief op de proppen komt, een bijdrage voor het gebruik van het net, stijgt voor de zonnepaneleneigenaars de factuur in één keer met 320 euro.

In 2020 is er opnieuw een rush naar zonnepanelen omdat men belooft om nog tot 1/1/2021 het voordeel van de nieuwe terugdraaiende teller te garanderen voor 15 jaar.