oorlogsgetuigenissen
Door Jacky Launoy

Voedselbevoorrading in begin van den oorlog

Er was natuurlijk de bijzonder grote aanwezigheid van haringen (vanaf november) en garnalen (vanaf september). Om te vissen heb je boten nodig. Een groot deel van de vissersboten was ofwel tijdens Dynamo opgevorderd, naar Engeland of Frankrijk gedwongen te varen of zelfs vernietigd door de Luftwaffe. Meerdere waren ook voortijdig gevlucht naar Frankrijk of naar Engeland. Na het opkuisen van ons strand werd door het gemeentebestuur bemiddeld met de Kommandantur. "De bezettende overheid verkoopt de achtergelaten bootjes aan vislustige Pannenaars voor een kleine geldsom".

De vissers moesten een “ Schein” halen in hotel “Bellevue” in de Zeelaan en mochten onder toezicht uitvaren met beperkingen.
Gemiddeld werd dagelijks 50 ton ijle haring aan wal gebracht. 1 bootje ging verloren (Gerard Vanhove).(bron Duinenhalm).

Op vraag van raadslid Gustaaf Bisschop wordt een "voedingscomiteit" opgericht en in de gemeenteraad van 27 juni 1940 geeft de burgemeester uitleg over het in dienst stellen van het ravitailleeringsbureel door de afdeling Bevoorrading van de Burgerlijke wacht met aan het hoofd Emiel Demeester (raadslid). De eerste goederen werden ons toegestuurd door het ministerie van economische zaken. Het verliep niet zoals aangekondigd en beloofde wagons kwammen niet terecht.

Omer Vercouter werd belast met de uitvoering en de prijzen bepaald voor zover dit kon. Alle leden van de gemeenteraad hebben recht op toezicht van de stukken, zowel aankoop als ontvangsten. Er werd aangedrongen om een komiteit op te richten maar dit gaat niet door. Toch werkt deze aanpak en de omliggende gemeenten die dit niet gedaan hadden dienden dan klacht in bij het ministerie.

maart 1941: 5 kinderen sterven door te spelen met een granaat

Vreselijke foto genomen in het Calmeynbos einde maart 1941 toont jammer genoeg hoeveel leed dat kon veroorzaken bij de getroffen families.

In de nasleep van Operatie Dynamo was er op het grondgebied van De Panne nog heel wat munitie achtergelaten. Zelfs na de oorlog vonden spelende kinderen kleine hoeveelheden kogels waarvan de kop werd verwijderd om de "poere" uit tehalen en die dan te gebruiken om vuurtjes aan te maken. Dat hiermee ongelukken veroorzaakt werden kon niet uitblijven.
Einde maart 1941 gebeurde een triestig ongeval met kinderen door een ontplofte granaat. .
Er vielen toen
5 doden: Roger Vanhove, Kamiel Vanhove, Jozef Meeus, Henri Huysseune en Armand Dewulf.
Burgemeester Demailly nam toen maatregelen om dit soort ongevallen te voorkomen door o.a. in de scholen inlichtingen over de gevaren te geven. In een brief van C. Noterdame drukt hij naam van zijn leerkrachten "....zijn besten dank uit voor de zeer nuttige aanschouwingslessen, inlichtingen en raadgevingen welke op het gelukkig initiatief Ued. door de heren Depoorte Daniël en Castelein Petrus vanwege het gemeentebestuur van De Panne, met het opsporen van achtergelaten munitie gelast op 7.05.1941 aan onze schoolkinderen betreffende zekere ontploffingsmiddelen en allerhande oorlogstuig werden gegeven ten einde ongevallen te voorkomen."

Een gelijkaardige bedankingsbrief door S. Verstraete in naam van de aangenomen meisjesschool bereikte de burgemeester op 13.05.1941

Maar ook bij het eigen gemeentepersoneel betreurde men slachtoffers bij het uitvoeren van hun werk. Tijdens de gemeenteraad van 11 december 1940 wordt hulde gebracht door de burgemeester aan 3 tijdelijke werklieden die slachtoffer werden door de ontploffing van een ondergewaaide landmijn. Slachtoffers waren Hippoliet Lambrecht, Camiel Maes en Evarist Schoolaert.

Hoe mijn generatie na WO II met dergelijke tuigen omging was precies hetzelfde en ik wil dit illustreren met één meegemaakt verhaal: ..In het zesde leerjaar van de jongensschool zat ik ( toen 13 jaar oud) samen met Jose Decoussemaeker op de schoolbank die opgesteld was net achter de kachel ( een zgn duveltje). Meester Maurice Cataert vulde af en toe wat kolen bij om ons warm te houden. Wat hij niet wist was dat een leerling in die kolenemmer een beetje ( poere) had gegoten wat een enorme steekvlam veroorzaakte. Geen slachtoffers gelukkig..."

september 1944 De Canadezen die o.a. De Panne hebben bevrijd.

Mijn moeder M-T. (Mémé) Acou en haar broer Willy Acou pauzeren met me. De linkse soldaat is E.S. Robins en de rechtse Pte. Smith b.b. L- 86592. De fotograaf is waarschijnlijk mijn vader Firmin Launoy en de lokatie duinen van De Panne.

De eerste Britse troepen die De Panne kwamen verkennen in september 1944 en er een korte tijd ook verbleven behoorden tot het South Saskatchewan Regiment. Omdat mijn nonkel, Willy Acou, vlot Engels sprak kon hij vlug contact maken waarbij souvenir kiekjes werden gemaakt.

7 december 1944. Britse eenheden verlaten DP

Bij het verlaten van De Panne op 7 december 1944 dankte de Lt Kolonel JAH Mitchel DSO RA van het Britse leger onze burgemeester en de bevolking voor de gastvrijheid. Zoals het past bij militaire aangelegenheden hoort daar een parade en defilé bij.

Nadien trok het gemeentebestuur naar het monument voor de gesneuvelden in WO I waar de eerste eretekens postuum werden uitgereikt aan de weduwen of moeders van gedeporteerde inwoners.
Van L. nr R. een officier X die 2de Schepen Marcel Mahieu ( net hoge hoed) verbergt, raadslid Van Bellingen, gemeentesecretaris Jos Degrieck, raadslid Gustaaf Bisschop in gesprek met 1ste Schepen Dr Vereecke (met hoge hoed), Adrien Ryckman ( Geheim Leger) in gesprek met een officier (mogelijks Modest Acou ), raadslid Oscar Gevaert (met bolhoed), generaal X ( waarschijnlijk vertegenwoordiger van de Regent) naast burgemeester Leon Demailly (met hoge hoed), aandachtig luisterend waarschijnlijk raadslid G. Demolder of raadslid Demeester .

In het najaar van 1944 was De Panne bevrijd van de Duitse bezetting troepen maar de orde in onze gemeente moest verzekerd worden. De Burgemeester Demailly werd terug in zijn ambt hersteld alsook de schepenen en de raadsleden (hoewel hier enkele dubieuze situaties aan voorafgingen waarop we niet verder op ingaan).
Een minder gekend onderdeel was dat er in onze gemeente Britse troepen waren gestationeerd om de orde te helpen handhaven zodat o.a. de voedselbedeling en bevoorrading aan de bevolking kon verzekerd worden. Gedurende 11 weken was het 150 (SNH) Field Regt RA van de British Liberation Army gelegerd in onze gemeente .

8 mei 1945: Festung Dunkirchen blijft tot de wapenstilstand

Nadat de verkenners van de Canadese strijdkrachten in september 1944 De Panne waren binnengekomen dachten de mensen dat we bevrijd waren. De administratieve bezetting was inderdaad voorbij en de oorlogsburgemeester Dr. Charlet werd toen weer vervangen door L. Demailly maar de Duitse strijdkrachten die aan de westkust de stellingen hadden bezet die geallieerden de Atlantik Wall noemden hadden zich allemaal teruggetrokken in de Festung Dunkirchen. Er waren een paar dagen chaos in onze gemeente die "bestuurd" werd door gewapende mannen van het verzet zoals het " Geheim leger" o.l.v. Adrien Ryckman en "Force Belge " waarvan o.a. Maurice Neyt deel van uitmaakten. Er gebeurde van alles in onze gemeente waarover later zo weinig mogelijk verteld werd. Wie op één of andere met de bezetter had samengewerkt en hierbij doelen we niet enkel op collaboratie maar wie zich ook verrijkt had tijdens die periode werd het slachtoffer van zij die geleden hadden. Orde moest dus hersteld en gehandhaafd worden en daarom werden geallieerde strijdkrachten in onze gemeente gestationeerd. Zo kenden we een tijdje de aanwezigheid van Tchechen die vooral artillerie konden opstellen die richting Duinkerke gericht werd. Volgens mijn vader was er een batterij opgesteld in de buurt van de Ernest D'Aripelaan, maar ook in het Cabourdomein te Adinkerke. Aanvankelijk beantwoordden de Duitsers die beschietingen waarbij burgers in onze gemeente ook het slachtoffer werden zoals Boels in de Nieuwpoortlaan die groenten uitdeelde aan behoeftigen. Na het vertrek van de Tchechen die een parade hielden op de markt werden deze vervangen door Britse troepen die ook telkens een parade verzorgden voor hun vertrek. De laatste vertrokken op 8 mei 1945 toen de oorlog voorbij was en behoorden tot het hoofdkwartier van 5 Bn (bataljon) Duke of Wellingtons Regiment en waren gehuisvest in de Zeelaan 138. Ze kregen een dringend verzoek van hogerhand om De Panne te verlaten zodat de geplande parade die nog samen met de burgemeester Demailly besproken werd s'morgens niet kon doorgaan. De burgemeester werd hier schriftelijk van verwittigd om 14.00 u door Sergeant Richardson.

10 mei 1945 Duitse krijgsgevangen trekken van Duinkerke naar Zedelgem

Duitse krijgsgevangen steken nog eens het kanaal Veurne- Nieuwpoort over zoals 5 jaar eerder maar nu met minder panache.

Onder hen een groot aantal die de jaren voordien de stellingen van de Atlantik Wall hebben bemand in De Panne en Koksijde-Oostduinkerke.

De Duitse krijgdgevangenen trokken van Duinkerke via Adinkerke en Veurne naar een voorlopig krijgsgevangenen kamp te Zedelgem.

Op 8 mei legden de Duitsers de wapens neer. Bij ons duurde het tot 10 mei dat Frisius de vesting Duinkerke overgaf en de Duitsers in gevangenschap gingen. De Festung Dünkirchen gaf zich dus pas 2 dagen later over aan de Tchecken

Ze trokken langs het kanaal Duinkerke-Veurne en mijn vader was hier ook getuige van. Hij verwisselde met een Duitse soldaat diens verrekijker voor een pakje sigaretten. Die verrekijker heb ik nog steeds in mijn bezit en doet me telkens denken aan deze gebeurtenis.



Bron: Jacky Launoy en Leon Demailly