Vlaamse vissers in WO II

1940

Eind juni 1940 vervoegen 280 van onze vissersschepen en 1.200 vissers de havens op de zuidkust van Engeland: Brixham, Fleetwood, Newlyn, Swansea, Milfordhaven en Cardiff. Ongeveer de helft van onze vissersvloot wordt ter beschikking gesteld van de Royal Navy voor het uitvoeren van patrouilles op zee, het bewaken van de antimijnnetten en het verzekeren van de balloon barrage en dit tot het einde van de oorlog. Een groot gedeelte onder hen zal de basis vormen van de Belgische sectie bij de Royal NAVY opgericht op 3 april 1941.

HMS Buttercup gebouwd op de werf Harland & Wolff ltd., Belfast (Norhtern Ireland) . Onder Belgische commando van mei 1941 tot eind 1944.

HMS Godetia I gebouwd op de werf John Crown & Sons te Sunderland, U.K. Tewaterlating: 24.09.1941. Lengte: 62,48 m Breedte: 10,5 m.

1942

De vrachtschepen die de bevoorrading onderhielden van Groot-Brittannië en de VS werden drijvende schietschijven voor de Duitse U-boten in 1942. Hitler trachtte met de ‘Operatie Paukenschlag’, zoals de Kriegsmarine het duikbotenoffensief gericht op de Amerikaanse oostkust noemde, de bevoorrading tussen de VS en Groot-Brittannië te verlammen. Zelfs ’s nachts hadden de U-boten weinig moeite om de koopvaarders te detecteren, vooral als die zich in de buurt van de kust bevonden. Washington had immers geen algemene verduistering opgelegd, zodat de lichtgloed an de Amerikaanse kuststeden het silhouet van de schepen duidelijk zichtbaar maakte. Het duurde maanden voor admiraal King, de opperbevelhebber van de US NAVY, de raad van de Britten opvolgde en een defensieve strategie uitwerkte. In april 1942 werden de lichten aan de kust gedoofd en de maand daarop stapten de Amerikanen ook over op het konvooisysteem. King vroeg de Royal NAVY vijftien à twintig korvetten ter beschikking te stellen om de vrachtvaarders die van de Antillen naar de oostkust van de VS voeren, te beschermen. Het was in die fase van de slag om de Atlantische Oceaan dat de Belgische Sectie bij de Royal NAVY haar vuurdoop kreeg. Ze telde toen ongeveer 200 officieren, onderofficieren en manschappen, voornamelijk om de korvetten HMS Buttercup en HMS Godetia en te bemannen. Beide schepen werden respectievelijk in februari en april 1942 aan de Belgische Sectie overgedragen en voeren vanaf toen onder Belgisch-Britse vlag.

Deze korvetten waren snel, een vereiste om op U-boten te jagen, en bovendien konden ze in korte tijd gebouwd worden. Volgestouwd met dieptebommen en allerhande detectieapparatuur, waren de korvetten wel geen aangename verblijfplaats voor de bemanningen. Ze waren geduchte U-bootjagers en ze speelden een belangrijke rol in de slag om de Atlantische Oceaan. De Belgische Sectie bij de Royal NAVY kreeg dus een kleine rol in een groot verhaal.

Hoewel de gezagvoerders aanvankelijk tijdelijk Britten waren, bestond de rest van de ongeveer honderdkoppige bemanning haast uitsluitend uit Belgen. Deze vormden overigens een erg boeiende groep. De meeste gewone zeelui waren Vlamingen, gerekruteerd onder West-Vlaamse vissers. Het was geen gemakkelijk volk dat door hun onderofficieren, vaak ook vissers, met de vuist diende te worden gedisciplineerd. Hoewel ze moeite hadden om zich aan te passen aan de strikte hiërarchie en tradities van de Royal NAVY, waren de tot militairen omgeturnde vissers bovenal vaklui die in de strijd tot het uiterste gingen, gewoon als ze waren aan de gevaren op zee. Taalproblemen deden zich overigens niet echt voor. De Vlamingen spraken dialect met elkaar en met de Franstaligen spraken ze Engels, de taal waarin ze allemaal waren opgeleid.

1943

Ze begeleidde de Trans-Atlantische konvooien. Want de Duitsers gingen beseffen dat, wilden ze de oorlog winnen, ze de levensader tussen Europa en Amerika moesten doorsnijden. Dat verklaart de bloedige eerste maanden van 1943 op de Atlantische Oceaan. De Godetia beleefde menige spannnende momenten in het spel van kat en muis tussen de escorteschepen en de U-boten, waarbij de Godetia de duikboten aanviel met boordgeschut en dieptebommen terwijl zij moesten uitkijken zelf niet gekelderd te worden door torpedo’s.

De gevechten waaraan de Godetia had deelgenomen - bemand met de vissers van onze kust- zorgden voor een keerpunt in de slag om de Antlantische Oceaan. Einde mei trok admiraal Karl Dönitz (later opvolger van Hitler) zijn duikboten terug uit de Noordelijke Atlantische Oceaan.

1944

De Godetia nam ook nog deel aan de operatie Neptune-Overlord in Normandië en escorteerde de konvooien van de eerste aanvalstroepen die aan de landing gingen deelnemen. Zij deed daarna nog verscheidene overtochten tussen het vasteland en Engeland (5-10 juni ’44).

In 1947 wordt de Godetia verschroot te Grays. Er blijft helaas niets meer van over.

Op 7 december 1965 wordt op Boelwerf in Temse een commando- en logistiek steunschip te water gelaten met ,uit eerbetoon, dezelfde naam Godetia.

Bron: Pit De Jonghe in: Ruimschoots. Tijdschrift over Klassieke Scheepvaart,

11de jaargang, nr. 3, juli 2011, 32 p., vu.- A. Nolf, Lombardsijde.