Erfgoedwaarde van de "Mon Bijou"

INHOUD 

BEKNOPTE BESCHRIJVING VAN HET ONROEREND GOED 

EVALUATIE VAN DE ERFGOEDWAARDEN 

SELECTIECRITERIA VOOR EEN WAARDEOORDEEL

- Zeldzaamheid 

- Gaafheid 

- Authenticiteit 

- Representativiteit 

- Ensemblewaarde of contextualiteit 

GEMOTIVEERD WAARDEOORDEEL 

CONCLUSIE

Besluit kernwaarden 

BIBLIOGRAFIE

_______________________________________________________________________

BEKNOPTE BESCHRIJVING VAN HET ONROEREND GOED

Stedenbouwkundige context

Het Ontluikend toerisme in De Panne 

In de 19de eeuw was de Panne die toen nog een gehucht van Adinkerke was een kleine en arme vissers gemeenschap. Wanneer op 5 februari 1870 de Spoorlijn Lichtervelde Adinkerke-Duinkerke in gebruik werd genomen , kwamen steeds meer toeristen richting de kustgemeente. Een belangrijke kentering voor het hoteltoerisme in De Panne kwam hij in 1892 toen Arthur Bonzel de weg van Adinkerke doortrok tot aan de zee. Langs deze Zeelaan zouden verschillende hotels worden opgericht. De Panne ontwikkelde zich als een ontnoetingsplaats voor verscheidene kunstschilders (oa Musin. Artan. Heins) letterkundigen (oa Conscience en Van de Woestijne). Na een relatieve recessie in de periode 1894-1897 zou De Panne na de eeuwwisseling stelselmatig aan belang winnen als badplaats.

In de periode 1903-1908 worden 68 villa's, 11 hotels, 15 winkels en 6 werkplaatsen geopend. Vanaf 1901 zorgde paardentram voor het transport tussen het station van Adinkerke en het toeristisch centrum van De Panne 

Naast kunstenaars en schrijvers vonden ook advocaten, magistraten en gedeputeerden hun weg naar de kustgemeente. Toen De Panne in 1911 van Adinkerke gescheiden werd waren er al 60 hotels en 10.000 verlofgangers. Tijdens het interbellum ging de Panne door tot volle ontwikkeling. De paardentram werd vervangen door trams met een locomotief en  in 1932 deed de elektrische tram haar Intrede. De Panne wordt zo de badplaats bij uitstek van de Westkust. 

Ook al richtte het toerisme zich in de beginjaren enkel en alleen tot de aristocratie en de Burgerij, geleidelijk werden inspanningen geleverd om ook de lagere bevolkingsklasse aan te trekken. Een eerste stap werd gezet toen de spoorwegen handig inspeelden op het invoeren van de zondagsrust (1905). Door de 48-urenweek ingevoerd in 1921, werd het ook voor arbeiders mogelijk om een korte vakantie in de Panne door te brengen. Deze evolutie van het toerisme gericht op grotere delen van de Bevolking zette zich nog sterker voort na WO II, 

Actueel landschap 

Het gebouw pastte in de jaren '40 perfect binnen het straatbeeld en was een aantrekkingspunt naar de Zeelaan toe. In het actuele landschap wordt het gebouw overschaduwd door de aanpalende hogere bebouwing. De bomen op de Markt belemmeren het op de zicht op de gevel (?).

De wachtgevels en de volgroeide bomen geven duidelijk het evoluerende karakter van de Markt en de Zeelaan weer. Deze evolutie vertaalt zich in een landschap van een andere schaal met draagkracht voor het sterk toenemende toerisme en de bevolkingsgroei.

Historische analyse

Postkaarten om zijn souvenirs bij uitstek. De allereersten werden anno 1869 in Oostenrijk gemaakt en dit gebruik van postkaarten zou zich snel verspreiden over de rest van Europa. In België werden vanaf 1885 foto's op postkaarten afgebeeld. De postkaarten kenden een enorme populariteit gedurende de Belle Epoque (1890-1914). Wat De Panne betreft zijn meer dan 8.000 verschillende oude postkaarten in omloop. Met de opkomst van het toerisme lieten steeds meer hoteliers een afbeelding van hun hotel plaatsen op een postkaart ook afbeeldingen van het interieur waren een waardevol souvenir. Postkaarten zijn daarom de voornaamste bron bij het construeren van een tijdlijn van de bouw evolutie van Hotel Mon Bijou. 

Verschillende postkaarten tonen het hotelgebouw volgens haar oorspronkelijk opbouw van voor de jaren 30. Het gebouw werd vermoedelijk opgericht in 1905, wat kan gesitueerd worden binnen de evolutie van het stijgende belang van het toerisme in de Panne na de eeuwwisseling, Van 1905 tot 1913 heet het hotel Hotel Royal', waarna de naam in 1913 wijzigt tot Mon Bijou, uitgebaat door Camiel Desmet. Van 1921 tot 1951 wordt het hotel uitgebaat door Maurice Desmet. Gedurende de Tweede Wereldoorlog wordt het gebouw ingenomen door de Duitse bezetter. Na 1951 door schoonzoon Willy Derickx tot 1985. Dan zijn zoon Bernard tor einde 2016.

 

1905 

In 1905 had het gebouw twee verdiepingen. De breedte ter hoogte van de Markt reikt minder ver dan van het huidige gebouwenbestand. De ingang situeert zich op de hoek. Hierboven is er een balkon met balustrade. Nabij gelegen, in de Zeelaan, situeert zich het Hotel de la Marine, in een gelijkaardige stijl  

1934

In de jaren '30 zal het gebouw een aantal vernieuwingen ondergaan. Er worden enkele (2x1) etages bijgebouwd (+ 2 vensterbreedtes breder langs de Markt). In een briefwisseling uit 1937 beschrijft de schrijver Gerard Walschap het hotel, wanneer hij er verblijft tijdens het schrijven aan de roman "Sybille”

"Men heeft mij naar Hotel Mon Bijou gestuurd, het grootste hotel van de markt en een der grootste van De Panne. Ik betaal hier 32 frank zonder drank en heb een kleine, maar zeer propere, uitstekende kamer met een zetel. Ik zit er in de zon zoals op mijn studio en kijk uit op de markt. Het eten was heel goed: Soep met heel veel groen-veel spinazie met een gepeld ei op zijn geheel erin -drie schijven tong met aardappelen -een banaan. Als dat zo voortgaat kom ik vet gemetst naar huis. Ik neem een glas bier bij middag- en avondeten. Dan kost het pension ook nog maar 35 frank en dit is een paleis, waar 'ander een hut was.

De registratie van een bouwvergunning in 1934 bleef bewaard in het kadastrale en het stadsarchief. De feitelijke bouwvergunning is echter verloren gegaan. Deze vergunning betrof het oprichten van nieuwe etages.

Het hotel is op Figuur 2 en Figuur 3 zichtbaar geëvolueerd. Er is onder andere een uitbreiding aan de marktzijde. De vensters aan de hoek beschikken over een balkon met balustrade, de andere kamers niet. De huidige witte gevel is nog niet gerealiseerd. 

Op Figuur 3 zijn de toegevoegde bouwlaag en travee ten opzichte van Figuur 2 duidelijk waarneembaar door het kleurverschil van de bakstenen. 

Hotel Mon Bijou met vier verdiepingen (vermoedelijk jaren 40)  

Vanaf jaren 1940 

Het gebouw beschikt over een goed onderhouden gevel die gecementeerd is met schijnvoegen (bossagewerk). Er zijn (bloem)motieven in Art Deco stijl onder de vensters. Voor de ramen situeren zich gietijzeren balkonleuningen. Dit uitzicht is reeds merkbaar op Figuur 4 die vermoedelijk dateert uit de jaren 40. Het Hotel Mon Bijou heeft  dezelfde hoogte als het nabijgelegen als Hotel de la Marine en torent boven de twee (aanpalende) gebouwen uit. Op figuur 4 zijn de schijnvroegen reeds duidelijk merkbaar.

Een logisch gevolg van de bijkomende verdiepingen was de implementatie van een lift in 1954. Hiervan een bouwkundige vergunning bewaard in het stadsarchief. De realisatie van de liftkoker had onvermijdelijke gevolgen voor de interieurs en de kamerindeling op elke verdieping.

EVALUATIE VAN DE ERFGOEDWAARDEN

SELECTIECRITERIA VOOR EEN WAARDEOORDEEL 

Zeldzaamheid 

Als we kijken naar interbellum-architectuur in De Panne, zijn er stijluniforme gebouwen terug te vinden in de Nieuwpoortlaan en de Koninginnelaan.

Wanneer vanuit typologie benaderd wordt, blijkt dat Hotel Mon Bijou allesbehalve zeldzaam is. Zo waren tal van andere hotels terug te vinden in De Panne, die allemaal in dezelfde context zijn ontstaan. Zie Hotel Continental, du Sablon, des Princes, de la Digue.... En dit zijn slechts de eerstvernoemden in de "Inventaris van het Onroerend Erfgoed". 

Gaafheid 

Het gebouw is met zekerheid niet gaaf bewaard. Zo zijn er geen bouwelementen geïdentificeerd uit 1905. Ook de bouwfases uit de jaren '30 of jaren '40 kunnen niet als intact of gaaf benoemd worden. Het enige consequente gegeven is de uitbating van het gebouw als hotel. Typerend voor deze functie is dat het interieur en exterieur steeds meegroeiden om de noden van het cliënteel tegemoet te komen. Het hotel was continu onderhevig van herstellingswerken en vernieuwingen. 

In het interieur manifesteren deze aanpassingen zich als inconsistenties of bouwfouten. Zoals wanden die in het midden van een raam geplaatst werden, verschillen in de vloerniveaus en vensters die zicht geven op een vlakke muur. In het exterieur is evenzeer de schijn hoog gehouden door periodieke vernieuwingen. Hier kan wel nog een link gelegd worden met de gevel anno 1940. 

Authenticiteit 

De bovenvermelde continue verbouwingen brengen de authenticiteit in het gedrang. Bij het evalueren van de authenticiteit stellen we in vraag of de identificeerbare bouwelementen al dan niet vervalst zijn (??). Voor Hotel Mon Bijou zijn de interieurelementen niet langer identificeerbaar in stijl of datering (??). Een voorbeeld hiervan zijn de moderne stalen palen, om het steeds groeiende hotel te dragen, die werden overschilderd in marmerimitatie. 

In het exterieur is een authentiek interbellum element de gietijzeren poort in de gevel aan de kant van de Zeelaan. 

Representativiteit 

Mede door het gebrek aan gaafheid en authenticiteit is dit hotel een aaneenschakeling van verschillende bouwstijlen. Het interieur is niet representatief voor een interbellum hotel (??). Het exterieur gelijkt erg op de gevel anno 1940. Omdat het hotel van daarvoor dateert is de gevel slechts een aanpassing/vernieuwing. De vormgeving was daarom mede afhankelijk van het bestaande gebouw. Hoewel zeker kenmerken van het interbellum te herkennen zijn, is de gevel geen voorbeeld van typische interbellumarchitectuur (??)

Ensemble waarde of contextualiteit 

Het hotel staat op zichzelf en maakt geen deel uit van een groep gebouwen. De contextualiteit van het hotel is zeer gelijkaardig aan wat door vastgoedmakelaars de locuswaarde wordt genoemd.  Mon Bijou is door zijn ligging op de hoek van de Markt beeldbepalend voor de onmiddellijke omgeving. Het uitzicht van het omgevende landschap is inmiddels veranderd en heeft het Hotel overschaduwd.

Architecturale waarde 

Het hotel heeft weinig architecturale waarde omwille van de periodieke aanpassingen (?). De stijlelementen zijn niet identificeerbaar met één stijlperiode of het oeuvre van een architect. 

Artistieke waarde

Niet aanwezig. 

Socio-culturele of volkskundige waarde 

Er zijn geen authentieke elementen kenmerkend voor de vorming van de bevolking, hun gebruiken of ontwikkeling van hedendaagse maatschappelijke structuren. 

Esthetische waarde 

Deze waarde bepalen is zeer subjectief. Door de goed onderhouden gevel is er een zekere fascinatie. De gevel wordt ervaren als pittoresk of zelfs charmant. Anderzijds krijgt de site een eerder negatieve esthetiek door de samenstelling van gebouwen in totaal verschillende stijlen. Het sterke contrast tussen de bouwvolumes belet dat dit hotel deel kan uitmaken van een harmonieus geheel. 

Historische waarde 

Een onroerend goed heeft historische waarde als het getuigt van een (maatschappelijke) ontwikkeling, gebeurtenis, figuur, instelling of landgebruik uit het verleden van de mens. Voor Hotel Mon Bijou is de historische waarde de rol van het gebouw als bij de eerste hotels in De Panne. Het hotel heeft echter niet langer het uitzicht van het hotel anno 1905. Daarom is deze historische waarde ‘intangible', niet-tastbaar ofwel immaterieel. De hotelnaam Mon Bijou', die al jaren wordt gebruikt als orientatiepunt en landmark is waardevoller dan het gebouw?!

Industrieel archeologische waarde 

Niet aanwezig. 

Stedenbouwkundige waarde 

De contextualiteit en het beeldbepalende karakter van het hotel werden reeds toegelicht. In de huidige context is de stedenbouwkundig waarde van het pand gedaald.

Wetenschappelijke waarde

Niet aanwezig.

CONCLUSIE 

Besluit kernwaarden

Het ontstaan van hotel Mon Bijou verliep als één in een dozijn. Meer dan tien hotels gelijktijdig en dit aantal groeide snel.

Het achterhalen van de kernwaarden is niet voor de hand liggend omdat het hotel vandaag een volstrekt ander gebouw is dat het oorspronkelijk opgetrokken.

Bij het opmaken van een lijst met gebouwen die deel uitmaken van het bouwkundig erfgoed sinds de jaren '80 werden andere criteria beoordeeld dan vandaag. Zo werd uitsluitend naar de gevel gekeken en wanneer deze mooi bevonden werd, categoriseerde men dit als van pittoreske waarde. 

Vandaag is een pittoreske waarde te subjectief en wordt gekeken naar het grotere geheel. Een gebouw is niet op zichzelf waardevol maar pas wanneer het deel uitmaakt van een wijk, stijl culturele beweging of als het er net radicaal van afwijkt. Hotel Mon Bijou voldoet niet aan de huidige selectiecriteria. Het gebouw is niet zeldzaam, gaaf, authentiek of representatief. 

Omwille van de functie van het gebouw als hotel, heeft het een imago opgebouwd. Dit imago en de naamsbekendheid zijn sterk verbonden met de gevel. Deze gevel is niet origineel of bijzonder, maar wel bekend en steeds goed onderhouden. De beeldbepalende ligging op de hoek van de Markt draagt bij aan dit imago. 

De pittoreske waarde van het huidige gebouw weegt niet noodzakelijk op tegen de economische of sociale (?) behoeften van de actuele omgeving. Ook in de - door de erfgoedsector bepaalde -richtlijnen zijn voor dergelijke argumenten terug te vinden die een afbraak van het historische gebouw kunnen verantwoorden. Zo stelt ICOMOS in 2011: "Dismantling is acceptable in extraordinary cases when the destruction of the site is required by objectively proved overwhelming economic or social needs." 

Daarnaast werd eerder vermeld dat de site in kwestie een eerder "historische waarde" heeft. Dit zijn niet -tastbare waarden (intangible elements), dus waarden die niet noodzakelijk via materie behouden worden. Zo kan overwogen worden om de naam "Mon Bijou" enigszins te behouden of naar te verwijzen in geval van een 'nieuw landmark' op de hoek van de Markt. 

De uiteindelijke argumenten ter motivering en verantwoording voor afbraak kunnen zijn het gebrek aan gaaf-bewaarde gevels en interieurs en het gebrek aan authenticiteit, die niet opwegen tegen een maatschappelijk relevante nieuwe sociaal-economische functie

Bibliografie

Joint IcoMos-TricCIH Principles for the Conservation of Industrial Heritage Sites. structures, Areas and Landscapes 

Theodore Dublin Principes (adopted by the 17th ICOMOS General Assembly Paris 28 November 2011 p6

Québec declaration on the preservation of the spirit of place (Adopted by the 16th ICoMos General Assembly at Queen Canada, 4 October 2008) p.3

Ruben Willaert 

restauratie & archeologie

Sint Michiels Brugge 14 juli 2017

Fig 1 vanaf 1905

Fig 2: tussen 1913 (zie naam) en de jaren 30. Breder met 2 vensters

Fig 3:na tweede verbouwing in de jaren 30 (1 verdieping met dak)

Fig 4: na cementatie in de jaren 40

Fig 5