Kunstenaars en de Wederopbouw en Nieuwe Welvaart

Toeristen en kunstenaars vinden na de Tweede Wereldoorlog opnieuw de weg naar de zee. Taf Wallet richt een van de bunkers in als atelier. Iets later zal ook José Van Gucht (1916-1980) dankbaar gebruik maken van de Duitse militaire bouwwoede. Van 1949 tot 1952 betrekt hij een bunker (villa Semiramis op de grens met De Panne en schildert er onder meer een reeks marines. Van

Gucht brengt een uitgezuiverd realisme met grafische inslag, een techniek die aan zijn werk een grote eigenheid geeft, maar niet meteen in een school onder te brengen is.

De kunstenaar aan de Westkust is meer dan vroeger nog een vakantiegast geworden. Als hij al een atelier betrekt, dan heeft hij meestal nog een ander atelier in het binnenland, al dan niet in eigen land. José Van Gucht verlaat zijn bunker en verhuist naar een schilderachtig huisje te Veurne, een stad die altijd al een grote aantrekkingskracht heeft gehad. Later nog verbouwt hij een huis op de dijk van het kanaal naar Duinkerke. Dit belet hem niet de wijde omgeving te verkennen en die omzwervingen leiden hem zelfs tot in India.

Het zal wel louter toeval zijn dat er in het werk van Henri-Victor Wolvens (1896-1977) geen schilderijen met onderwerpen uit Koksijde of De Panne te vinden zijn vóór de Tweede Wereldoorlog. Wolvens schildert al marines van in de jaren dertig, maar doet dat vanuit Brugge waar hij zijn atelier gevestigd heeft. Na de oorlog, als de kust weer toegankelijk wordt, trekt hij verder op onderzoek.

Wolvens is op zijn best wanneer hij helemaal op de zee en op het strand focust. De zee is de oneindigheid, de absolute natuurkracht, die hij weergeeft in een woelig kluwen van door elkaar gewerkte kleurlagen. Het wonder van Wolvens is dat die opeenstapeling van verf nooit in schreeuwerigheid of logheid ontaardt. Wolvens is de schilder van de ruimte en van de zon. Zijn stranden gloeien en stralen. Figuren smelten weg tot amper aangezette silhouetten. Kleuren noemt hij een feest en van dat feest krijgt hij nooit genoeg.

Gemakshalve wordt Wolvens tot de animisten gerekend, al overstijgt zijn eigenzinnigheid dit etiket. Als animistisch trekje kan toch misschien zijn belangstelling voor eenvoudige onderwerpen gelden, waardoor hij ons naast de strandzichten op enkele minder voor de hand liggende beelden van Koksijde vergast, zoals de tram langs de Koninklijke baan of een beeld vol zeilwagens. De jubel van de kleur kan hij botvieren op de veelkeurige strandparasols op het strand van De Panne.

Dank zij de bereidwillige medewerking van de Cultuurdienst mogen we teksten uit het boek "Kunstenaars aan de Westkust" van Rik Sauwen publiceren op de WIKI van DE BLIEDEMAKER