"In het Handelshuis" 1898

Later A LA Ferme

Pharailde Florizoone

Grootvader Sabin Boury en zijn echtgenote Pharailde Florizoone, beiden afkomstig uit landbouwersgezinnen, waren geboren en getogen in Wulpen.

In 1895 vestigden ze zich in De Panne (toentertijd nog Adinkerke) en woonden gedurende enkele jaren in een huis aan de Oosthoek, juist naast het voetbalveld. Ze werden bevriend met de familie Huysseune ,die een brouwerij had in de Zeelaan.

Deze straat was reeds een gebogen steenweg met een breedte van 20 meter. De aanleg ervan is gebeurd in 1892 door Pedro Ollevier met als aannemer Arthur Bonzel volgens een urbanisatieplan van Albert Dumont. Voordien was het zand en duinen zo ver het oog reikte. Lees meer>>>

Grootmoeder, een echte Florizoone, deed de grote stap: ze kocht van de familie Huysseune de grond palend aan de brouwerij en dat voor de prijs van één goudfrank per vierkante meter.

Geheel haar toenmalig bezit was evenwel maar twee frank !

Gelukkig kon ze rekenen op de hulp van de familie Huysseune en dat liet haar toe, niet alleen een perceel aan te kopen met een gevelbreedte van 7,5 meter in de Zeelaan en een lengte die reikte tot aan de huidige Meeuwenlaan, maar er ook een gebouwtje op te zetten met een klein café, stallingen en een opslagplaats.

Uit het huwelijk worden vier kinderen geboren: Remi en Oscar (1895), Angèle (1900) en een dochtertje, dat stierf toen het amper twee jaar oud was.

Tot 1970 had de boerderij een zevental koeien, die in de stallingen overwinterden. (in 1950 werd 1 van de koeien "Martine" genoemd omdat die geboren was op dezelfde dag als Martine Decoussemaeker)

Van april tot november graasde dit vee op de weiden, gelegen aan de rand van het duinengebied aan de Oosthoek. Ook kweekte men een tweetal varkens, meestal voor eigen consumptie, een groot aantal kippen, eenden en... een pauw !

De melk, boter, eieren en karnemelk werden verkocht in de herberg.

De inwoners en de plaatselijke vissers konden er terecht voor de aankoop van kolen en stro en wie ter visserij trok, vond er een ruim aanbod om de «panden» te vullen voor de afvaart.

Ook dan reeds waren er slechte betalers ! Grootmoeder Pharailde vertelde dat een visser, na het nodige proviand ingeslagen te hebben, zegde: «Pharailde, ik heb nu geen geld, maar ik zal betalen bij de thuiskomst na de visverkoop». Toen ze enkele weken later om de betaling van de aankopen vroeg, antwoordde de visser: «Pharaildetje, schrijf het maar op de lei en hang ze buiten. 't Zal wel afregenen !»


De Panne had kort na de eeuwwisseling nog 98 panne- schuiten (boten met een harde platte bodem, die bij laagtij loodrecht op het strand lagen en bij opkomende vloed in zee staken).

Onze gemeente had toen ook IJsland-vaarders, vissers die zelf geen boot konden kopen en in armoede leefden. Ze vertrokken in de lente en dit voor 6 maanden, meestal uit Frankrijk. De tocht ging tot voorbij de Faeröer eilanden. Bij de afvaart van de vloot uit Duinkerke gingen de vissersvrouwen naar de «Kykhill» om deze gebeurtenis te kunnen bekijken. Een zeer bekende IJsland-vaarder was Pier Kloeffe (Pieter Decreton), die negen lJslandreizen meemaakte.


Al in het begin van de jaren 1900 ontdekten de eerste toeristen De Panne, verscholen tussen duin en zee, een oase van rust en vree. Het waren meestal gegoede burgers, ook schilders en schrijvers, die 's zomers hier enkele weken of maanden verbleven In juni 1904 brachten de toenmalige prins Albert en prinses Elisabeth hun vakantie door in De Panne.

Ook « Het Handelshuis» pikte een graantje mee bij deze prille maar toch reeds voelbare evolutie. De toeristen, meestal Franssprekend, bezochten ook het cafeetje om een glas karnemelk van eigen productie te nuttigen en ook boter, melk en eieren aan te kopen. Ze zegden dan eenvoudig tegen elkaar: «Nous allons à la petite ferme». Zo lagen zij aan de basis van de naamsverandering : «Het Handelshuis» werd « A la Ferme».

In de jaren die volgden nam de familie nog een ander belangrijk initiatief: ze kocht de aanpalende grond bij met een gevelbreedte van zes meter en dezelfde diepte als bij de grond van de eerste aankoop. Stilaan werd de Zeelaan meer en meer bebouwd. In het straatbeeld verschenen heel wat middenstandszaken.

In 1900 de eerste apotheek van H. Ruyssen, die ook gesteriliseerd mineraalwater «Dunebronnen», foto- en schilders-materiaal verkocht.

De kapperszaak Van Sluys startte in 1904 en in 1911 de viswinkel «Au Saumon d'Or» van J. Harteel.

In 1910 telde de gemeente reeds 22 hotels en pensions en de villabouw was goed op dreef.

In 1907 komt een nieuwe volksfiguur in de familie, nl. Augusta Houpelyne uit Eggewaartskapelle. Ze was er pas een dag of moeder Boury vond Augusta onder de keldertrap met haar ogen vol tranen. Ze zegde: «Meisje, indien je het niet gewoon geraakt, mag je terug naar huis». En wat gebeurde ? Augusta bleef 57 jaar bij ons ! Het was niet alleen een buitengewoon eerlijke en werkzame helpster ,ze was ook met ons begaan alsof het haar kinderen waren. Ze was een unicum in onze gemeenschap. Ze werd dan ook begraven in het familiegraf.

En zo kwam dan «De grote oorlog». Na de terugtocht van het Belgisch leger achter de IJzer, eind oktober 1914, wordt De Panne overspoeld door vluchtelingen en militairen. In «De Ferme» verblijven soldaten en onderofficieren en dat tot het einde van de oorlog. Het leger betaalt een zeer kleine logements-bijdrage, maar voor de herberg zijn het drukke tijden. De militairen zijn een niet te onderschatten cliënteel. De bevoorrading van bier en andere dranken blijft echter af en toe wel in gebreke. Op de binnenplaats worden geregeld zangwedstrijden georganiseerd en toneelstukjes opgevoerd. Remi en Oscar worden onder de wapens geroepen en verblijven drie jaar aan het IJzerfront. Angèle Boury gaat bijna dagelijks met versnaperingen de gekwetsten in het hospitaal «L'Océan» bezoeken. Ze ontmoet er geregeld Koningin Elisabeth, die samen met Koning Albert in de villa van de familie Maskens verblijft. Vandaar dat zij de naam koninklijke villa krijgt. I

In 1922 huwt dochter Angèle met Hilaire Berten, die in Adinkerke woont. Ze trekken naar Antwerpen en wonen er, daar vader Berten een aandeel in de Noord- Natie koopt.

Het echtpaar krijgt twee zonen: Roger en René, die hoe kan het anders- in «De Ferme» geboren worden.

Door het verblijf van tienduizenden Belgische en Franse militairen in 1914-18 krijgt De Panne na de oorlog meer en meer bekendheid.

Ze herinneren zich de gemeente aan de zee en komen nu terug als vakantiegangers met hun familie en vrienden. Het is duidelijk dat «De Ferme» inspeelt op de toeristische expansie. Het gebouwtje wordt opgetrokken en krijgt drie verhuur-appartementjes met erboven nog zolderkamers, waar familie en personeel tijdens de drukke maanden overnachten.

Oscar en Augusta krijgen de opdracht gedurende het gehele jaar voor de melkronde te zorgen.

Ook het cliënteel van hotels en pensions neemt steeds toe. Buiten de eigen productie voeren de families Florizoone uit Veurne en Oostduinkerke nog aanvullende bevoorrading aan.

Het ééndagstoerisme doet zijn intrede. Honderden fietsers uit het binnenland vinden hun weg naar de kust. Onder hen veel landbouwers met hun familie. In «De Ferme» krijgen ze gemakkelijk toelating om er op de binnenplaats en in de stallingen hun fietsen te plaatsen. De «Rodenbach» en «Forte Brune» vloeit er overvloedig evenals de karnemelk met de zaterdagmarkt soms tot 50 liter in één voormiddag.

In 1927 overlijdt Sabin Boury. Grootmoeder Pharailde en de ongehuwde zoon Oscar zetten de zaak verder. In het begin van de jaren 30 worden zeer veel villa's gebouwd, voornamelijk door de Fransen, die toen over een zeer sterke munt beschikten.

Alberic Florizoone huurt het appartement op de gelijkvloerse verdieping naast de herberg en begint zo zijn verkoop van de Meli-honing. Vader Alidoor Florizoone was trouwens de broer van grootmoeder, die op haar beurt doopmeter van Alberic was.

Men besluit tot de aankoop van een vrachtwagen Renault. Oscar haalt nu tweemaal per week karnemelk, hoeveboter en eieren op bij landbouwers in Adinkerke, Bulskamp en Steenkerke.

Tijdens de vakantie komt Angèle uiy Antwerpen met haar zonen naar De Panne om moeder en broer te helpen. Van zodra ze tien jaar oud zijn krijgen de jonge Bertens ook hun «melktoerneetje». Wie zegde weer: «Jong geleerd is oud gedaan !»

De tweede wereldoorlog stelde bruusk een einde aan dit kleurrijke tafereel, echter niet zonder enkele belangrijke gebeurtenissen. De familie vluchtte op 12 mei naar haar natuurlijke thuishaven. Vluchtelingen en militairen overrompelden als het ware De Panne.

De inscheping van de Britse en geallieerde militairen op het strand, «Operation Dynamo», maakte wereldnieuws. Na een urenlange beschieting met enkele splinterbommen op «De Ferme» en zeer veel schade in de gemeente en na een chaotische nacht van 31 mei op 1 juni met meer dan zestig vluchtelingen in de kelders van «De Ferme», deed de bezetter voor de eerste maal zijn intrede in onze gemeente.

Half juni vertrok de familie Berten, zonder zoon Roger, die bij grootmoeder bleef, terug naar Antwerpen. Gedurende de vier lange oorlogsjaren verkocht men in de mate van het mogelijke verder volle en afgeroomde melk, boter en eieren en dat met zegeltjes en ook wel eens er zonder. ledereen deed wat mogelijk en soms onmogelijk leek.

Ook voor de familie in Antwerpen waren het moeilijke tijden, daar de Noord-Natie geen werk uitvoerde voor de bezetter en de binnenlandse markt slechts als een waakvlam werkte. De geallieerden veroverden de stad Antwerpen op 3 september 1944, maar de gemeente Schoten, woonplaats van de familie Berten, werd omsingeld en slechts na vijf bange weken van beschieting op 3 oktober bevrijd. Twee weken later begon de beschieting met V1- en V2-wapens. Het woonhuis werd zwaar beschadigd en dat verplichtte tot de evacuatie en zo belandden moeder Angèle en René terug in De Panne. Vader Berten bleef in Antwerpen, daar de haven opnieuw in volle activiteit was door de aanvoer van allerhande oorlogsmateriaal en proviand voor de geallieerden.

René, die voorbestemd was om zijn vader op te volgen, in de Noord-Natie, bleef echter ook in De Panne na de oorlog.

Roger, die in 1944 naar Duitsland gedeporteerd werd, kwam gelukkig behouden terug in juni 1945.

We stonden voor een nieuw begin. In 1949 richtte men een voor die tijd ultra moderne zuivelwinkel in, met tijdens het seizoen zes personen achter de toonbank. De bekroning van een gedurfd initiatief en een reëel succes. ledere dag reed een kleine vrachtwagen Renault naar de melkerij in Elverdinge om melk, karnemelk, slagroom, boter en gesteriliseerde melkproducten af te halen. Tijdens de zomer gebeurde dat soms 2 maal per dag. De specialiteit was platte kaas van eigen fabricatie. Er was geregeld een afzet van 120 kg/per dag in verpakkingen van 250 gr. Onder zijn cliënteel telde «De Ferme» een twintigtal hotels, tea-rooms en zes kindertehuizen, die aan huis werden besteld.

In 1951 verrees een nieuwbouw met 5 moderne appartementen. Architect is Jules Decoussemaeker. Op 20 mei 1952 huwde René met Odette Deboyser die ook haar plaats on de zaak innam.

In het begin van 1955 overleed de stichteres weduwe Pharailde van «De Ferme». Ze had tot het einde van haar leven gewerkt. Zoon Oscar erfde «De Ferme», maar was steeds het meest begaan met zijn dieren. Hij bleef een echte landbouwer van Veurne-Ambacht.

Op Valentijn 1957 wordt Hilaire Berten geboren. Een jaar later krijgen wij de vestiging van het eerste warenhuis in de gemeente. Met het concurrentiegevaar voor ogen opteert men om het nog steeds bestaande klein cafeetje om te vormen en uit te breiden tot een luxueuze tea-room. Wij zijn dan april 1960.


Midden is de nieuwe "Ferme". Architect Jules Decoussemaeker

René, Odette, Sophie, Mireille en Hilaire

In de periode van 1968 tot 1970 volgt René cursussen in het Vormingsinstituut te Veurne om er de knepen van de kookkunst aan te leren. In mei1972 verdwijnt de zuivelwinkel om plaats te maken voor het restaurant.

René is penningmeester van de Horeca geworden, gewestvoorzitter van het NCMV en eerste schepen van de gemeente. Dat betekent hard labeur.

In 1973 overlijdt Oscar Boury en in 1974 opent Roger Berten een antiekzaak in De Panne, zodat de gehele zaak in handen van René komt.

Ondertussen studeert Hilaire aan het Hantal in Kortrijk, waar hij afstudeert in 1979 en op zijn weg zijn toekomstige echtgenote Mireille Debeerst ontmoet. Beiden besluiten om de zaak verder te zetten, de vierde generatie van «De Ferme» is verzekerd althans tot 1951.

Ze huwen in 1982 en op 3 januari 1983 wordt Sophie geboren, de start naar een vijfde generatie. Het restaurant krijgt nu volop bekendheid en op 1 januari 1987 is het de aflossing van de wacht : Mireille en Hilaire worden de nieuwe uitbaters. Ze kunnen rekenen op twee trouwe medewerkers: Bernard en Peter.

In 1998 mag «A la Ferme», de eerste middenstandszaak in familieverband in De Panne, die zich een eeuweling noemen.

In 2007 wordt de handelszaak gesloten. Het gebouw wordt herbouwd tot een building van 7 verdiepingen. Op het gelijkvloers komt de Carrefour.

Het was het eerste middenstandszaak dien zich in familiaal verband een eeuweling werd genoemd. Kort erna volgen er nog meerdere.

Proficiat aan de familie BOURY- BERTEN

Een middenstandszaak is geen ééndagsvlieg. De zaak ondergaat de geschiedenis, ze maakt geschiedenis, generaties lang. «A la Ferme» is haast spontaan ontstaan en had een unieke familiale groei in tegenstelling tot bedrijven die op korte tijd miljoenen investeren en dan na een middellange, soms zelfs korte tijd, verdwijnen. (Bestuursblad N.C.M.V. 1986)