Willy Coppens (deel 2)

In 1927 nam hij ook deel aan de zeilwagenwedstrijd De Panne- Malo-les-Bains –De Panne en in september 1928 wist hij, ondanks zijn geamputeerde been, het hoogterecord parachute- springen te verbeteren door te springen vanop een hoogte van 6.000 meter.

Willy Coppens was echter geen gemakkelijk mens, maar lichtgeraakt en prikkelbaar, die soms uit principe dwars lag. Hij stond op rang en stand en graad met de nodige “égards” en schrok er niet voor terug, soms tegen beter weten in, schotschriften en vlugschriften te laten verschijnen, zoals tegen de toenmalige burgemeester Raf Versteele en de verkavelingen.

Zij lagen te koop in het uitstalraam van sommige winkels in De Panne.

Willy Coppens de Houthulst, de bekende oorlogspiloot van WO I, heeft een lange tijd in het Hotel du Parc gewoond. Hij was herhaalde malen vòòr de WO I naar De Panne op vakantie gekomen. Hij bleef zijn jeugd steeds trouw en kwam opnieuw na de oorlog hier wonen . Wellicht herinneren sommigen zich nog hoe de baron eind jaren 1960 in zijn lichtblauwe Amerikaanse Ford 4door sedan door de Zeelaan denderde, in kostuum met zijn witte pet op het hoofd, op weg naar het Hotel du Parc, waar hij permanent resideerde.

Zeilwagen Archance

Dat hij niet altijd gelijk kreeg bevestigt een vonnis van de Doornikse Korrektionele Rechtbank jaren 1973-74 waarbij de Baron veroordeeld wordt voor laster en eerroof jegens de heer Versteele. LEES WIKI>>>

Maar ook bij andere gelegenheden liet hij zich van zijn kleine kantjes zien. Zo herinnert Philippe Dumont, de kleinzoon van Albert Dumont, zich de zeilwagenwedstrijd De Panne – Malo-les-Bains – De Panne van 1927 nog levendig in zijn “Chronique d’un temps perdu” van 1981.

Baron Willy Coppens de Houthulst, was niet alleen de Belgische piloot met het grootste aantal overwinningen tijdens WO1 (3 toestellen en 34 observatieballons op nog geen jaar tijd) maar eveneens een niet onverdienstelijk zeilwagenbouwer en koerspiloot, om nog niet te spreken van het feit dat hij jaren inwoner was van De Panne.

Willy Coppens wordt in 1892 in het Brusselse geboren als zoon van de Belgische kunstschilder Omer Coppens (1864-1926), zelf afkomstig van Duinkerke. Regelmatig verblijft de familie in De Panne hetgeen de jonge Willy Coppens de kans geeft kennis te maken met de zeilwagens van Albert Dumont met als gevolg dat hij reeds op 15jarige leeftijd zijn eerste eigen “char à voiles” bouwt. Nog een zestal zouden volgen tot 1913.

En dan kwam WO1. Willy Coppens wordt ingedeeld bij de Grenadiers maar hij wil eigenlijk bij de Vliegeniers zijn. Om er te geraken betaalt hij uit eigen zakken een opleiding voor het behalen van een burgerbrevet in Hendon, Engeland waar nu het RAF museum gevestigd is. Hij krijgt zijn overplaatsing naar de prille Belgische militaire luchtvaart maar mag aanvankelijk enkel verkenningsvluchten uitvoeren. Uiteindelijk bekomt hij toch een plaats in het 1e smaldeel waar hij zijn jachtvliegtuig laat personaliseren door het blauw te schilderen, wellicht naar analogie met “De Rode Baron”.

Lees ook>>>>

Willy Coppens op zijn Flairey Fox met eigen insigne

Willy Coppens trad er aan met zijn nieuwste zeilwagenontwerp dat hij “ARCHANGE” had gedoopt. Phillippe Dumont (toen 13) had als teamgenoot een kloeke oudere lokale metsenaarsgast gekozen, terwijl Willy Coppens een leuke jonge dame had meegenomen. Toen de wind viel mochten de zeilwagenbemanningen hun “char à voiles” voortduwen tot ze weer wind vonden. Willy Coppens, toen nog geen Baron maar Ridder, kon het uiteraard met een geamputeerd been en een “puppekiene” als teamgenoot niet aan tegen de 13jarige knaap en zijn metsenaarsdiender. Toen Philippe Dumont uiteindelijk de race won, eiste Willy Coppens dat de wedstrijd later opnieuw zou gereden worden, dat het reglement moest herzien worden en beschuldigde hij zijn tegenstrever van onsportief gedrag.

En ondanks zijn scherpe pen en onwrikbaarheid, overtuigd van zijn gelijk, hetgeen regelmatig botste met jan en alleman, blijft hij een bewonderenswaardige man en een merkwaardig figuur, ook in de geschiedenis van De Panne, al was het maar omdat hij, lang voor Jean Sélys de Lonchamps zijn stunt uithaalde het hoofdkwartier van de Gestapo in Brussel aan te vallen tijdens WO2, al een gelijkaardige prestatie geleverd had, zij het wel vredelievender.

Op 18 februari 1918 wilde hij het ouderlijk huis in het Brusselse terugzien en vloog even op en af in volle oorlogsgeweld om er een kijkje te gaan nemen. Daarbij scheerde hij zo laag dat hij een bepaald moment zijn vader ontwaarde en zelfs de kleur van zijn das kon herkennen. Gelukkig sprong Koning Albert I voor hem in bij zijn terugkeer omdat de vorst het zelf een geweldige morele opsteker voor de Brusselaars vond.

Tekst en foto’s aangebracht door Johny Recour

In de tuin van de villa van onze zeilwagenkampioen Robert Demuysere kunt u de mast van een zeilwagen van Willy Coppens als vlaggenmast zien(Villa Kinkankhoorn in de Visserslaan)

Na de tweede wereldoorlog was het aantal wagens gevoelig geslonken en in 1948 waren er nog slechts drie eigenaars. In 1949 echter laat Coppens te Antwerpen een wagen bouwen op drie wielen en een zeil van 15m 2 . Met “l’aile” kan hij snelheden halen die twee en een halve maal deze van de wind overtreffen, snelheden van 100 km/u komen aldus in het bereik van de strandzeiler.

Tot eind april 1918 kon hij evenwel geen gevechtsprestaties leveren , maar na het neerhalen van een verkenningstoestel en twee weken later 2 observatieballons op één dag begon zijn status als “aas” pas goed op dreef te komen. 33 successen zouden nog volgen tot die laatste 34e op 14 oktober 1918 hem bijna fataal werd en hij met een versplinterd scheenbeen er toch nog in slaagde zijn toestel aan de grond te zetten binnen de eigen linies.

LEES PERSARTIKELS WIKI DE BLIEDEMAKER>>>

Willy Coppens zopas van zijn verwondingen genezen wilt reeds terug vliegen

Majoor Willy Coppens tijdens het Interbellum

Volgens een aantal bronnen zou het koning Albert I geweest zijn die uiteindelijk de beslissing nam om het verbrijzelde been van Willy Coppens te laten amputeren. Niettemin bleef hij actief in de luchtvaart maar ook in de zeilwagensport. Zo voerde hij in maart 1926 een geslaagde vlucht naar Leopoldstad uit in het kader van de toenmalige pogingen om SABENA vliegroutes naar Belgisch Congo op te starten.