Legerhospitaal Cabour

Het hospitaal "L' Océan", onder het bevel van dokter Depage, werd in De Panne opgericht door het Belgische Rode Kruis en op initiatief van koningin Elisabeth. De eerste oorlogsmaanden bleek duidelijk dat de medische dienst van het Belgisch leger tal van tekortkomingen vertoonde. Ook het Rode Kruis (bij wet aangeduid als de mobilisatiereserve van de medische dienst en bestaande uit burger-vrijwilligers) kon zijn taak niet naar behoren volbrengen. Tijdens de inval verliep de evacuatie van de gewonden dan ook vrij chaotisch, ook al omdat de medische diensten geen ervaring hadden met gewonden van de nieuwe industriële oorlogsvoering. Uiteindelijk zouden drie hospitalen de dienst uitmaken in dit deel van het niet-bezette België: het Belgian Field Hospital (Veurne, later Hoogstade), het veldhospitaal l’Océan (De Panne) en het Belgisch legerhospitaal (Cabour - Adinkerke). De drie hospitalen l’Océan, Cabour en Hoogstade vingen elk de gewonden op van een bepaalde sector van het Belgisch front. Ze stonden tevens in voor de organisatie van een aantal chirurgische voorposten. Voor l’Océan en Cabour waren dit respectievelijk de posten Sint-Jansmolen en Groigny.

De oprichting van het chirurgisch hospitaal op de terreinen van Cabour in Adinkerke werd bevolen door ‘l'Inspecteur Général du Service de Santé’ van het Belgisch Leger, dr. Léopold Mélis. Hij wilde het legerblazoen wat oppoetsen. lemand vinden die de vergelijking kon doorstaan met de briljante professor Depage van "L' Océan" was verre van een eenvoudige opdracht. Dokter Mélis stelde in april 1915 dokter Derache aan om het nieuwe hospitaal te beheren. Deze jonge dokter had zich onderscheiden aan de Université Libre de Bruxelles. In 1892 had hij dienst genomen in het leger en vanaf oktober 1914 was hij directeur van het militair hospitaal in Duinkerke geweest. Derache bleek een goede chirurg en een efficiënt leider. Hij was tevens een efficiënt leider die de appreciatie wegdroeg van zijn ondergeschikten en van de patiënten. Dokter Mélis, samen met kolonel Wallens van de genie, had door de gebroeders Hamon in Parijs een 500-tal demonteerbare paviljoenen laten bouwen. 100 hiervan zouden dienen om nieuwe hospitalen op te richten bij de bevrijding van het nationaal grondgebied. Het Cabourhospitaal werd met de steun van graaf de Mérode en het Antwerp British Hospital Fund in 28 dagen opgebouwd. Het bestond uit demonteerbare paviljoenen met telkens 24 bedden. In Cabour werden 19 paviljoenen voor gekwetsten opgericht en 3 voor het verplegend personeel. Capaciteit: 500 bedden. Het paviljoen van het jachtverblijf van mijnheer Cabour, de enige vaste constructie, werd ingericht als operatiekwartier. Het hospitaal was in de recordtijd van 28 dagen operationeel en kon op Het Cabourhospitaal werd met de steun van graaf de Mérode en het Antwerp British Hospital Fund in 28 dagen opgebouwd. Het bestond uit demonteerbare paviljoenen met telkens 24 bedden. Kon op 26 april 1915 geopend worden. Dokter Derache opende later zijn vooruitgeschoven chirurgische post in Grognies. Deze post verzorgde van 20 juli 1916 tot 6 juli 1917 64 zwaar gekwetsten. Helaas 28 ervan overleden.

Het hospitaal Cabour verzorgde vanaf zijn ontstaan tot zijn bijna aan zijn sluiting in februari 1917 3.324 patiēnten waarvan 2.811 met oorlogswonden. Er waren 227 overlijdens wat een specifieke sterftepercentage van 6,8 % opleverde. Er werden gemiddeld 5 chirurgische ingrepen per dag uitgevoerd. De geneesheren verrichtten uitstekend wetenschappelijk werk en onder de bescherming van dokter Mélis, inspecteur-generaal van de Gezondheidsdienst, werden de bevindingen maandelijks gepubliceerd. Het eerste oorlogsnummer van "De Belgische Medische Archieven" werd uitgegeven in januari 1917. De geschriften werden gedrukt in het revalidatiecentrum van Port-Villez.

Op 20 juni 1917 namen de Britten de kustsector van de Fransen over. En de hospitalen Océan en Cabourdienden naar het hinterland overgebracht te worden. Het chirurgisch hospitaal van Cabour bleef werken tot 12 maart 1917. Vanaf die datum werden alleen nog zieken opgenomen, geen gekwetsten. Het zogenaamde Cabour Médical. Bevelhebber werd Dokter Nolf. Wat de equipe van dokter Derache betreft, deze werd naar Beveren gemuteerd waar een gloednieuw hospitaal op slechts 9 km van het front was opgericht. Dokter Derache had er tal van verbeteringen ingevoerd.
Deze medische post was overigens nog actief tot 17 februari 1920. Bovendien ging het zich toespitsen op ‘bijzondere gevallen’: vanaf augustus 1917 werden hier de slachtoffers van het mosterdgas of ‘yperiet’ verzorgd en vanaf begin 1918 de patiënten met Spaanse griep.

Na de oorlog bouwde dokter Derache een briljante medische carrière uit. Hij werd inspecteur generaal van de Medische Dienst. Hij bleef opereren in het militair hospitaal van Brussel, maar hield er nog een belangrijke privé-praktijk op na. Ondanks een ernstige diabetes werkte hij gestaag verder. De dood verraste hem op 7 augustus 1935, toen hij op ziekenronde was.

Spaanse Griepan Er vielen in 1918 meer griepdoden dan oorlogsslachtoffers. In slechts vier maanden tijd werd een vierde van de wereldbevolking met dit geheimzinnig "Spaans" virus besmet. De epidemie verliep in een aantal fasen, waarbij de eerste aanval meestal niet de ergste was. Opmerkelijk veel jonge mensen tussen 20 en 40 jaar overleden aan de ziekte en de mortaliteit kende indrukwekkende regionale verschillen. Het virus verdween even plots als het gekomen was. De Spaanse griep werd soms vergeleken met de vroegere pest. In de periode 1918-1919 stierven 20 miljoen mensen; dit zonder Afrika en Azië mede te rekenen. In Cabour werden ruim 200 gevallen per week binnen gebracht, waarvan ongeveer 22 % de ziekte niet overleefden.