"Pette Snoeck"

Op 23 augustus 1983 overleed te Veurne "Pette Snoeck" alias Maurits Calcoen. Van heinde en ver was hij bekend om zijn "levende verse vis" welke hij te koop stelde in zijn viswinkeltje "een schorte groot"- in de Meeuwenlaan nabij de Markt. Snoecksje zoals Maurits ook werd genoemd, veranderde pas van stiel nadat hij was getrouwd met Rachel Vanhove.

"Pette" werd te Adinkerke geboren op 14 oktober 1899.

De moeder van David Calcoen was Marie-Louise Vandenameele die weduwe was van haar eerste huwelijk met Henri Snoeck. Zij had uit dat eerste huwelijk 4 kinderen die alle aagesproken werden als "de Snoeks".

Toen Marie-Louise hertrouwde in 1867 met een Calcoen werden ook de nieuwe kinderen als "Snoeck" genoemd. Vandaar dat David Calcoen en de latere kinderen en kleinkinderen als "de Snoecks " genoemd i.p.v. de Calcoens. (lees meer over Calcoen David Alexander in "Onze IJslandvaarders" van Johan Depotter p 160 Deel 1)

Pette Snoek met misschien met één van zijn vele kleinkinderen ofwel met een kind van een klant. Guy Blondeel staat te lachen in de deur. Zou Guy misschien den onkel zijn van dat mooie kindje nl. Tom Florizoone?

Zijn vader David was IJslandvaarder op de Travailleur, wijl moeder Léontine Destoop alias "Stiene Keuns", met een hondenkar vis ging rondleuren. Zo kon hij de eindjes aan elkaar knopen, want er diende brood op tafel te komen voor twaalf kinderen.

Zoon Maurits liep tot zijn twaalfde jaar school bij de nonnetjes te De Panne, toen nog een wijk van Adinkerke.

Hierna werd hij twee jaar lang metserdiender bij Henri Christiaens. Als leerjongen kreeg hij een dagloon van 50 centiemen. Belgisch geld uiteraard, hetzij iets meer dan 1 eurocent.

Dan brak de Eerste Wereldoorlog uit. Maurits werd noodgedwongen afwasser - helper in de keuken, van Hotel Terlinck waar de officieren van de Franse Zouaven verbleven. Een job zonder niveau, maar niettemin met de zekerheid dat er iedere dag te eten viel.

In 1917 dienden de ouders Calcoen met hun kinderen naar Frankrijk te trekken. Zij kwamen terecht in de streek van de Loire, waar vader David en Maurits aan de slag gingen als druivenplukkers.

In mei 1918 werd Maurits Calcoen door de Belgische gendarmen opgepakt, want hij moest zijn "legerdienst" vervullen. Hij kwam, na een rudimentaire opleiding, in het "Camp du Four", bij Le Mans, waar Duitse krijgsgevangen dienden te worden bewaakt.

De wapenstilstand bracht geen soelaas. Hij belandde ondermeer in Avelgem, in het kamp van Beverlo en nog later in het Duitse Krefeld, alwaar hij identiteitskaarten diende te controleren.

Eenmaal afgezwaaid wordt Maurits Calcoen opnieuw metser, ditmaal te Diksmuide. Bij de wederopbouw van de IJzerstreek was er nood aan goede werkkrachten. Maurits ontving ditmaal een dagloon van 30 Belgische frank (75 eurocent). Als metser kwam hij ook te Nieuwpoort terecht, welke in volle wederopbouw was.

Tussendoor ging hij, vooral dan tijdens het haring- en sprot-seizoen, per velo, vis leuren. Het was hierdoor dat hij zijn vrouw leerde kennen: Rachel Vanhove, een visleurster uit Veurne, en dochter van visser Isidoor Vanhove, beter gekend als "Broeksje Vanhove". Na zijn huwelijk in 1925 wordt Maurice 's winters visser op een panneschuit.' s Zomers valt er meer te verdienen door zeetochtjes te maken met toeristen. Dan doet galante Maurice niets liever dan de vrouwtjes in zijn armen nemen en naar zijn boot dragen.

Het jonge paar zorgde alvast voor een groot gezin: tien kinderen, waarvan zes dochters. "De Snoeckjes"

In 1933 trok hij als visser naar Nieuwpoort, en dit aan boord van de N.813. Vrouwt Rachel houdt van haar kant een viswinkel open in de Duinkerkelaaan.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog beleefde Maurits Calcoen te Nieuwpoort het epos van de onmetelijke haringvangsten. Daartoe moest hij weliswaar dagelijks met de stoomtram van De Panne naar Nieuwpoort trekken, over Veurne en Koksijdedorp. De Duitsers lieten namelijk het vissen slechts toe tijdens de daguren. Maar de zaken floreerden en de viswinkel te De Panne verhuist naar de drukkere Zeelaan, en nog later naar de Meeuwenlaan "Chez Rachel", dichtbij het Marktplein.

"Pette Snoek" weet van aanpakken. In de loop van de jaren wordt hij visser/reder van de N414, van de N434 en van de N498.

Begin de jaren 1970 werd hij minder en minder actief als visser, maar des te meer als vishandelaar. Zijn leven was vis kopen en verkopen. "'Pette Snoek" werd in de Nieuwpoortse vismijn en te De Panne een stukje van het decor.

In zijn winkeltje was er niet eens plaats voor een "frigo". Hij vond dit niet nodig omdat hij er voor zorgde dat er steeds verse vis voorhanden was.

"Pette Snoek" werd evenmin van het noodlot gespaard. Zo verging in februari 1981 ter hoogte van Etaples een Duinkerks vissersvaartuig. Eén visser werd gered, vijf vissers lieten het leven. Onder de slachtoffers noteerde men Wilfried Nowé uit Bray-Duinen gehuwd met een dochter van Maurits Calcoen.

Rachel overleed op 23/04/1978 , Maurice op 23/08/1983.

Jacques Beun

Links komt later de viswinkel (vóór WO II want andere naam?)

Meeuwenlaan met in het midden de viswinkel

De moeder van Pette Snoeck "Stiene Keuns" en de vader van Rachel "Pette Broekje". Foto's eigendom van Georges de Vent.

Leontine De Stoop uit de Bewesterpoort (Veurne 7 februari 1869 - De Panne 1 november 1947) alias "Stiene Keuns" echtgenote van vader David Calcoen (Koksijde 22 maart 1869 - De Panne 16 januari 1949) alias "Daatje van de Snoecks"

Moeder van Pette Snoeck

David Calcoen

Vader van Pette Snoeck. Foto 1964

Isodoor Vanhove (foto van 1941) alias "Pette Broekje".

Vader van Rachel Vanhove

Isidoor Vanhove.

Onderstaande mooie foto's zijn van Marc en Georges de Vent

Pette Snoek (20j) in het bezettingsleger in Krefeld in 1919. Hij moest eerst geen militaire dienst doen, wegens te klein, maar werd dan toch in 1918 opgeroepen als klaroenblazer. Door het kopergroen van de klaroen werd zijn lip aangetast. hij deed dan de belofte als zijn lip genas nooit te roken tijdens de vasten. Zijn lip genas en hij hield zich steevast aan deze belofte (wel at hij ettelijke kilo's groene muntjes)

Pette Snoek (Maurice Calcoen) in 1964 (65j)

Na de Tweede Wereldoorlog werd Pette Snoek gedecoreerd door minister Desaegher voor zijn aandeel aan de haringvangst tijdens de oorlogsjaren,

Foto genomen rechtover het oud gemeentehuis met rechts het hotel Grand Place (zie gekleurde glasramen)

Pette Snoek (Maurits Calcoen)

Hij had steeds een sigarettenpeukje in de mond.

De viswinkel 'Chez Rachel' in de Meeuwenlaan in 1967, met de gootmoeder van Marc de Vent nl. Rachel Vanhove. Zijn tantes Lucie en Madeleine, zijn neef Wilfried Nowé (vergaan op zee) en helemaal rechts Pette Snoek.

Rachel in haar winkel. Je ziet duidelijk de rollen wit en bruin papier! Er was toch reeds 1frigo voor de mossels = zie links achter "mette snoek"

In het midden moeder Gaby Calcoen (moeder van Marc De Vent), links Armand Calcoen (Mang) ,rechts tante Jitte (Georgette Calcoen; grootmoeder van Andy Arnoys) , met klak Marcel Calcoen.

Hun boot noemde Armand.

Mette Snoek (Rachelle Vanhove, zus van Magriet Vanhove) grootmoeder van Marc de Vent en van Marc Arnoys.

Foto genomen voor het terras van de Mon Bijou

Viswinkel Rachel in de Meeuwenlaan.

De verse vis lag in het venster, op de marmeren toog, recht voor het marktschooltje, een streling voor het oog! Het inpakken gebeurde met krantenpapier. Rachel ging elke namiddag met haar kar en garnalen verkopen riep van verre "vesche gernoazen". Bij dokter Pladijs ging ze bijna ieder dag vis dragen hij at geen vlees altijd vis.

Rachel was steeds welgezind. Een visje meer, anders een visje min, iedereen ging graag bij haar. Ze zag ook graag haar kat. Op een dag was de kat weg. De dochter had ze meegenomen 50 kilometer verder op een boerenhof omdat ze altijd op de toog vis pakte. Maar na drie weken was ze terug, versleten en uitgehongerd. Rachel was heel blij maar heeft nooit geweten hoe het was gebeurd.

Vrouwen in verwachting kregen er steeds kabeljauwkaakjes bovenop voor de "kloekte van het kindje". Ofwel was het visolie geen goede smaak maar gezond.

Rachel stak altijd haar geld weggedoken in de kachel. Snoek heeft de kachel eens aangestoken met het geld erin.

Johan Degrieck zegt: Iedereen wist dat dit dé beste verse viswinkel was met weliswaar een beperkt assortiment maar altijd even vers. En Rachel 'emballeerde' de vis pretentieloos in een gazette zodat je de letters van de vis moest krabben als je thuiskwam. Dat nam je er maar bij want toch heel échte vis die zojuist was gevangen. En als er zonne was en niemand in de winkel ging Rachel op een stoel aan de overkant van de Meeuwelaan zitten gedag zeggen aan al wie voorbijkwam. Meer pannenaar én vissersvolk dan de Snoeks kon je niet zijn.

Georges de Vent vult aan:Het was een ongelofelijke winkel. De vrijdag begonnen we om 5 uur 's morgens de grote vis uit het ijs te halen, mijn nonkels David en Marcel kwamen dan met hun vangsten rechtstreeks van boord tegen 6 uur en dan kwamen ook de eerste klanten-Pannenaars. De vis werd ongesorteerd en levend vanuit de bennen op de vloer uitgegoten. De ongekuiste vis werd inderdaad rechtstreeks in gazettepapier gedraaid. De gekuiste vis werd wel altijd eerst in een wit papier gewikkeld en dan in gazettepapier gedraaid, de mossels ook en ik kan me inbeelden als ze ver moesten gaan met het doordrenkte papier...

Het gebeurde meerdere malen dat we de vrijdag tegen de middag volledig uitverkocht waren en dan hadden we niets meer. We verkochten alleen verse vis en schaaldieren en geen opgemaakte 'plaatjes'! Sommige klanten die op de zenuwen van mij grootmoeder werkten moesten naar mijn grootvader Pette Snoek, die roggen en haaitjes kuiste op de koer. Zo ook de 'Parisien' die altijd met zijn vingers trommelde, maar niemand minder was Luypaerts, de orkestleider van Edith Piaf.

De familie Snoeks

Tegen de muur is David, met de klak is Marcel , helemaal vooraan is Lucie. De twee anderen zittend is Mang en Georgette (Jit) tussen twee onbekenden. Boven is wies of Maria

Links Pette Snoek op de doop van David Calcoen. Dit was in Nieuwpoort (augustus 1962).

Vader De Vent in De Panne, toen hij daar vaarde en zo Gaby Calcoen heeft leren kennen

De N414 en de buitenste N498 waren beide van Maurits Calcoen.

Rechts Lucy Calcoen, links haar zuster Gaby Calcoen.

Links Gaby Calcoen samen met haar zuster Lucy voor de deur van Albert 1 zeedijk

Gaby Calcoen (de moeder van Mark de Vent) ,voor de viswinkel in de Meeuwenlaan.

Gaby Calcoen, Marc de Vent en zijn broer (1960) met de villa van Germain Dezeure, Gebr. Rozenmontlaan op de achtergrond.

Gaby Calcoen leest een boek. In de verte Hotel Excelsior

David Alexander Calcoen "Daatje van de Snoecks" was van beroep Ijslandvaarder op de Travailleur (in 1888). David werd in 1902 eigenaar van de pannepot P52 "Reine des Mers" in 1907 doorverkocht aan Alex Verbanck.

L: Albin Vandaele, in het midden Camlle de Vent, vader van Marc de Vent en rechts Marcel Snoek (Calcoen) in 1946 op het vaartuig de N 813 de madeleine