Wie was de heilige Bernard?

Bernardus ( Fontaine-lès-Dijon , bij Dijon , 1090 - Clairvaux 20 augustus 1153 ) was een Franse abt en één van de belangrijkste hervormers van het middeleeuwse kloosterleven bij de cisterciënzers . Ook was hij één van de drijvende krachten achter de tweede kruistocht . Hij geldt sinds 1174 als katholieke heilige en sinds 1830 als kerkleraar

Abt

Bernardus groeide op als een van de jongste kinderen van een niet al te rijke grondbezitter. Hij was enorm sterk in het beïnvloeden van mensen. Dat blijkt uit een anekdote die verhaalt dat hij in Cîteaux aankwam in het gezelschap van al zijn broers.

In 1112 trad hij in dit strenge klooster, de bakermat van de cisterciënzerorde, die sindsdien een hoge vlucht nam. Na één jaar als novice en twee jaar als gewoon monnik kreeg Bernard al in 1115 opdracht het derde dochterhuis van Cîteaux , het klooster Clairvaux te stichten, dat op zijn beurt een middelpunt werd van vele nieuwe kloosterstichtingen.

Tot aan zijn dood in 1153, zou hij abt blijven, al slaagde hij erin deze opdracht te combineren met een druk leven als prediker, schrijver en denker. Hij was een man van actie, onophoudelijk reizend door Europa, waarbij hij ketterijen neersloeg en de Tweede kruistocht predikte. Hij liet 350 preken na, meer dan 500 brieven en een aantal verhandelingen.

De abdijen van de benedictijnen stonden elk afzonderlijk. Bernard organiseerde naar het voorbeeld van Cluny visitaties , inspectiebezoeken van het moederklooster bij de dochterkloosters. Alle zaken van de orde werden jaarlijks besproken met alle abten op een algemeen kapittel . Zijn klooster had 700 monniken en 160 dochterkloosters.

Paus Eugenius III , een vroegere leerling van hem, droeg hem op de Tweede kruistocht te prediken, die echter mislukte. Bernard weigerde voorts aartsbisschop van Milaan te worden, waardoor hij zijn moreel gezag nog vergrootte.

Soberheid

In zijn Regel stelt Bernardus de soberheid als een vereiste tot leven, en de gestrengheid vindt hij levensnoodzakelijk voor het geestelijk leven.

Bernardus wil terugkeren naar de oorspronkelijke zuiverheid van het Benedictijnerideaal van ora et labora , "bid en werk". Zijn monniken moeten niet alleen in geestelijke grond ploeteren (het 'Ora'), maar ook de handen uit de mouwen steken en werken op het land (het ' Labora ').

De enige manier waarop men God, door wiens grootheid Bernardus zich verpletterd voelt, kan benaderen is de liefde, waarvoor men langs de twaalf trappen van de nederigheid moet afdalen. Pas dan kan de menselijke ziel, ontdaan van hoogmoed, zichzelf toestaan God te leren kennen. Bernardus vindt zijn inspiratie bij het Hooglied voor de bruidsmetaforen om dit ideaal, de extatische vereniging van de (volgens hem armzalige) menselijke ziel met God, te bezingen.

Met het mystiek web van ontelbare beschouwingen dat Bernardus weeft rond het Hooglied, geeft hij de taal van de hoofse liefde een nieuw leven. Hij ziet het ware liefdeslied als de liefdesverklaring tussen de ziel en God. Hij koestert daarnaast een grenzeloze verering voor Maria, die volgens sommigen op de grens van perverse idolatrie komt

Man van het conflict

Bernard correspondeerde met de machtigen van zijn tijd en waarschuwde hen dat ze hun eer niet alleen in uiterlijke dingen moesten zoeken, maar hij respecteerde wel hun positie.

Een paar incidenten hebben Bernardus bij critici evenwel de naam gegeven vaak onverdraagzaam en minder tactvol te zijn. Eén daarvan is het conflict tussen zijn Cisterciënzerorde en de Benedictijnen.

Een ander berucht incident is het zware conflict met een van de andere grote geesten van zijn tijd : Pierre Abélard . Mysticus als hij was kon hij moeilijk verkroppen dat anderen via de ratio de basisleer van het christelijk geloof probeerden te benaderen. Abélard, die wilde begrijpen wat hij geloofde, werd onder meer door Bernard van Clairvaux berooid en doodziek, tot hij door de abt van Cluny, Petrus Venerabilis , werd opgevangen. In 1140 werd Abélard (of Abaelardus) alsnog veroordeeld en in de ban gedaan door de kerkelijke synode te Sens .

Op deze theorieën is het personage 'Bernard van Clairvaux' gebaseerd dat terugkomt in het boek 'Het Bruidsbed' van Mireille Calmel

Mysticus

Een van de leerlingen van Clairvaux werd later paus onder de naam Eugenius III. Voor hem schreef Bernard Over de Zelfbeschouwing ( De Consideratione ).

Als mysticus en als man van zijn tijd creëerde Bernardus zijn meesterwerk echter in de commentaren op het Hooglied , waarin hij een basis legde voor de Marialyriek , waar de hoge Middeleeuwen zo vervuld van zijn.

Als mysticus streeft Bernardus naar een rechtstreeks aanschouwen van de Goddelijke Waarheid dat God Licht is. Voor hem is geen enkel beeld sterk genoeg om de ervaring van de goddelijke weerschijn weer te geven. Alleen in de woestijn van het brandend witte licht, zonder afbeeldingen, zonder kleur (zoals in zijn abdijkerk in Clairvaux), kan de monnik volgens Bernardus in contact komen met God. De rest is afleiding of verleiding.

Als man van het woord vroeg Bernardus aandacht voor de rijkdom van het woord (de Bijbel ) zelf en als mysticus voor het begrip Woord als aanduiding voor God. Voor beelden was hij minder gevoelig, getuige de esthetische vormgeving van zijn Cisterciënzerabdij.

Hij werd door Maarten Luther “de Augustinus van de Middeleeuwen ” genoemd.

Memorare

Bernard is vermoedelijk de schrijver van het bekende Maria-gebed Memorare dat - niet toevallig - de lievelingsbede was van Gerard Reve , die in navolging van Bernardus, al een even groot vereerder van Maria was. De tekst van dit gebed luidt:

Gedenk, o allermildste Maagd Maria,

dat het nog nooit gehoord is,

dat iemand, die tot U zijn toevlucht nam,

die om Uw hulp kwam smeken

en om Uw bijstand vroeg,

door U in de steek werd gelaten.

Gesterkt door dat vertrouwen kom ik tot U,

O Maagd der Maagden

en kniel hier voor U in mijn armzaligheid en zonde.

O Moeder van het woord, versmaad mijn woorden niet,

maar luister genadig en wil mij verhoren. Amen