KUSTVISIE komende 100 jaar

Op 9 maart 2023 werd het 1 en een half jaar durende co-creatie onderzoekstraject "KUSTVISIE" van de Vlaamse overheid succesvol afgerond. Meer dan 90 stakeholders onderzochten de mogelijke alternatieven om onze kust de komende 100 jaar en langer te blijven beschermen tegen overstromingen uit zee. Op basis van dat onderzoek blijven voor de strandzones nog 2 kansrijke alternatieven over: de hoog- en laagwaterlijn behouden waar ze nu is (alternatief ‘Ter plaatse’) of op termijn gefaseerd verschuiven richting de zee (gemiddeld 100 meter) (alternatief ‘Zeewaarts’). Voor elk van de vier kusthavens blijven er per haven 2 tot 4 kansrijke alternatieven over. Deze alternatieven vormen het startpunt om de komende 2 jaar een Vlaams strategisch beleidsplan op te maken, dit als verlengde van het bestaande plan KUSTVEILIGHEID momenteel in uitvoering. Dat plan is voldoende om onze hele kust minstens tot 2050 te beschermen, maar om onze hele kust daarna te beschermen zullen extra maatregelen nodig zijn. (In uitvoering: de vele strandsuppleties, de al gerealiseerde golfdempende uitbouw in Wenduinein de vorm van zitbanken langs de promenade of de in aanbouw zijnde stormvloedkering in de haven van Nieuwpoort.

1.2 soorten Strandzones weerhouden

Enkel de alternatieven ‘Ter plaatse’ en ‘Zeewaarts’ werden als kansrijk beoordeeld. Bij ‘Ter plaatse’ blijven de hoog- en laagwaterlijn waar ze vandaag zijn. Bij ‘Zeewaarts’ verschuiven ze op lange termijn gemiddeld een 100m richting zee.  Het alternatief ‘Zeewaarts’ lijkt meer kansen dan het alternatief ‘Ter plaatse’ te bieden, omdat het een optie is om op lange termijn aan onze stranden (ook vóór de hoogbouw) opnieuw overal duinen te creëren én de huidige strandbreedte te behouden en op bepaalde plaatsen eventueel te verbreden. Verwacht wordt dat vóór 2060 minstens een eerste ophoging en verbreding aan duinen ter hoogte van De Haan-Wenduine nodig zijn. Daarna volgt Oostende.

Het alternatief "ter plaatse" zal ter hoogte van de Franse grens zonder problemen aansluiten op het duinenrijke grenslandschap van Frankrijk (Dunes du Perroquet). Op ambtelijk niveau werd dit reeds uitvoerig besproken met Frankrijk door de diensten van Lydia Peeters (Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken).

Alternatief : ter plaatse

Alternatief: zeewaarts

In 2023-2025 maakt de federale regering het nieuwe Marien Ruimtelijk Plan 2026-2034 op. Ruimteclaims in kader van de lange termijn kustbescherming zullen hier mee in opgenomen worden. 

2. Kustbescherming vóór de Kust van DP

Hiervoor verwijzen we naar de voordracht van ingenieur Pieter Rauwoens op de Beldische Klimaatlezing van 15  mei 2022.
Kijk op Youtube op tijdstip 57 min op >>>>

Sinds de jaren 80 werden op verschillende plaatsen aan de kust gedetailleerde hoogtemetingen uitgevoerd.  De conclusie is dat de hoogten van onze stranden gevoelig gestegen zijn (vooral het intertidiaal strand (volle lijn is zoals werkelijk, stippellijn door berekening wat het niveau zou geweest zijn indien geen zandopspuitingen.
De zwarte volle lijn toont dus een aanzienlijke hoogtetoename van de stranden (dus indien de mens niet zou ingegrepen hebben)

In dit filmpje wordt mooi uitgelegd hoe door het spel van de dwarstransport (storm) en het langstransport het zand zich verplaatst aan het hoogstrand. Een gedeelte van het sediment wordt hiet neergezet. Ingevolge de hoofzakelijk NW wind  is de zandverplaatsing van Duinkerke naar Knokke (onderbroken door de 4 havengeulen.

ALLE duinen aan de Belgische groeien in volume. Dus zand genoeg voor de kustbescherming. (5 a 6 m3/stekkende m/j)
Twee soorten kustlijnen:
RESISTANT: sterk. Veiligheid gegarandeerd. Mag niet doorbreken tot 1.000 jarige storm. Door strandsuppletie.
RESILIENT: veerkrachtig. Dynamisch in de tijd. Zich zelfherstellend tussen 2 stormen. Aanpassend aan Klimaatopwarming (uiterst 3m tegen 2100). Weinig onderhoud. SYSTEEM MOET DYNAMISCH ZIJN. In B beslist om "Hold the Line" principe (niet Managed Retreat en ook niet Coastal Progression (eilanden))

3. Storend effect van de "harde" Duinvoetversteviging ter hoogte de Westhoekverkavelng

Speciaal in DP hebben we een zeedijk die momenteel bij ieder hoogwater golven ontvangt (vroeger niet in de jaren 50,  60,.....).
Reflectie van golven tegen de dijken.
Dynamiek is door afwisseling van zomer en winterprofiel. Bij harde dijk meer afslag van zand dan ter hoogte van duin. REDEN: dijk gedraagt zich als een muur waarbij de golven die erop inbeuken gereflecteerd worden en veel energie afgeven naar de teen van de dijk en daardoor veel zand extra loswoelen en wegbrengen..
Strandsuppletie voor de dijk. Vooroeversuppletie is goedkoop. Zandmotor is goedkoop + lange tijd gerust laten (goed voor biotoop)?? Zeker geen eilanden of onderwatergolfbreker

4. Duin voor Dijk

3 Ingredienten: zand (golven, wind en zandsuppletie), helmgras en rijshout (hagen uit wilgenhout)
De 3 pilootprojecten:
- Grasdijk Westende (geen duin)
- Raversijde 750 m . rijshouten vakken 10x10m
- Oosteroever Oostende: enkel verschillende dichtheden helmgras

Publiek moet overtuigd geraken. Aanvaarbaarheid? Geesten veranderen zeer snel. Dijken zijn niet flexibel (verogen = afbreken en nieuwe bouwen. Met zand kan altijd stukje bij. Zeezicht verdwijnt maar duin laat toe om op een ander perpectiedf te bewonderen. Wordt algemeen zicht binnen hier en 30 jaar


5. Filmpje van prof Dries Bonte (ecologie RUG) over Duin voor Dijk

Kijk zelfde filmpje op Youtube op tijdstip 50 min op >>>>
Duinvorming is veerkrachtig en hersteld zich. Kunnen zeer snel groeien (2-3 m hoog, 5-10 m breed, in 10 jaar . Ruimte nodig + embryonale duintrjes laten groeien (geen strandreiniging vb tijdens Covid)