VOORGOED

VOORGOED

Dit is de herfst, dit zijn de mooiste maanden,

maar ze ontgaan ons zoals ieder jaar,

want wij zijn blinden in een wereld waar

het blijvende niet geldt, alleen het gaande.

Wij tastten in het duister naar elkaar,

een oogwenk dat wij ons onsterflijk waanden,

en zijn niet dan elkanders nabestaanden;

het bed is ons niet nader dan de baar.

Geen troost valt aan het najaar te ontlenen,

de bladeren verworden in de goot

en de gelieven zijn voorgoed verdwenen.

Wie weet is ons vergund pas metterdood,

door vreemde hemellichamen beschenen,

iets vast te houden wat ons niet verstoot.

BEYOND RETRIEVAL

Autumn is here, these are the months most glowing,

but they escape us, same as every year,

for we are eyeless on a planet where

what’s lasting does not count, only what’s going.

Groping in darkness you and I were near,

a moment when we deemed ourselves immortal,

but we are just surviving and distraught and

the bed is no more nearer than the bier.

There is no comfort to be found in fall,

leaves in the gutter shrivel and decay

and all the loved ones are beyond our call.

Perchance only in time of death we may,

by strange celestial asteroids enthralled,

embrace something that does not turn away.