Moederken
Moederken
't En is van u
hiernederwaard,
geschilderd of
geschreven,
mij, moederken,
geen beeltenis,
geen beeld van u
gebleven.
Geen teekening,
geen lichtdrukmaal,
geen beitelwerk
van steene,
't en zij dat beeld
in mij, dat gij
gelaten hebt,
alleene.
o Moge ik, u
onweerdig, nooit
die beeltenis
bederven,
maar eerzaam laat
ze leven in
mij, eerzaam in
mij sterven.
Sweet Mother
There has been left
me here below,
in writing or
in paint,
no picture of you,
mother dear,
no image that
remains.
No drawing, no
daguerreotype,
no bronze or
statuette,
there’s only deep
inside my heart
this image that
you left.
O, that not I,
unworthy, e’er
that image may
defile,
but sweetly let
it live inside
me, sweetly in
me die.