I wandered..

I Wandered lonely as a cloud

That floats on high o'er vales and hills,

When all at once I saw a crowd,

A host, of golden daffodils;

Beside the lake, beneath the trees,

Fluttering and dancing in the breeze.

Continuous as the stars that shine

And twinkle on the milky way,

They stretched in never-ending line

Along the margin of a bay:

Ten thousand saw I at a glance,

Tossing their heads in sprightly dance.

The waves beside them danced; but they

Out-did the sparkling waves in glee:

A poet could not but be gay,

In such a jocund company:

I gazed--and gazed--but little thought

What wealth the show to me had brought:

For oft, when on my couch I lie

In vacant or in pensive mood,

They flash upon that inward eye

Which is the bliss of solitude;

And then my heart with pleasure fills,

And dances with the daffodils.

Ik doolde met een stil gemoed,

Zoals een wolk boven de aarde,

Toen ik ineens de gouden gloed

Van een narcissenzee ontwaarde.

Onder de bomen, langs het meer,

Deinden ze dansend heen en weer.


Ononderbroken als de rij

Van sterren die de melkweg sieren,

Stonden ze tot de einder bij

De oever van een baai te zwieren:

Tienduizend in een oogopslag

Die ik vol gratie dansen zag.


Het golvend water danste mee,

Maar zíj bewogen blijer, lichter,

Een sprankelende bloemenzee,

Wat een gezelschap voor een dichter!

Ik staarde, maar zag later pas

Hoe waardevol dit schouwspel was.


Want lig ik op mijn sofa neer

En laat ik mijn gedachten zweven,

Dan zie ik, in mezelf gekeerd,

Ze voor mijn geestesoog bewegen.

Dan zwelt mijn hart van lieverlee

En danst met de narcissen mee.