Schijn, zie gedicht TABOE

In 2012 is dit gedicht onder de titel Taboe in gewijzigde vorm uitgebracht in de bundel : De tijd vliegt, maar de dagen gaan te traag, blz.19.

De octaaf is, op een enkel woord na, ongewijzigd. Het verschil zit hem in het sextet: andere inhoud, andere rijmklanken.

Schijn

Ik zie met nauwelijks bedwongen schrik

Steeds schrijnender de waarheid onder ogen,

De jaren die mij zomaar zijn ontvlogen,

De schijngestalten van mijn eigen ik.

De tijd waarover ik misschien beschik

Tegen de tijd die weg is afgewogen,

Doordringt mij enkel van mijn onvermogen;

Het einde schuilt in ieder ogenblik.

De afgelegde wegen overziende,

Al wat er was aan vrouwen en aan vrienden

En al waarmee lichtvaardig werd gespeeld,

Wat bleef er over van de stoutste dromen,

Dan dat ik tot het inzicht ben gekomen

Dat ik mij veel verlangens heb verbeeld?

Illusion

It is with ill-controlled dismay I see

the poignant price I finally must pay,

the years which without warning seemed to stray,

fake images of who is really me.

Weighing the time assigned to me maybe

against the time already passed away,

I see the end lies hidden in each day

and realize my insufficiency.

Reviewing now the many roads I ran

and all there was with women and with friends,

all things so lightly ventured, big and small,

of all my wildest dreams, what has remained

except that in the end I understand:

my longings were illusions, after all?

Dit gedicht is in zijn oervorm (zie boven), met de vertaling in het Engels, in 2004 verschenen in een lustrumboek van galerie Beeld en Aambeeld, 2004.

In de bundel: De tijd vliegt, maar de dagen gaan te traag (2012) is het gedicht in gewijzigde vorm opgenomen:

Titel: Taboe

Rg.1: ik zie met steeds opnieuw bedwongen schrik

Rg.2: al wat er al voorbij is onder ogen

Rg.5: De schaarse tijd

Rg.7: vervult mij schrijnend

Rg.9 t/m 14:

Toch leef ik telkens naar een toekomst toe,

Alsof ik nog met eeuwigheden reken,

En doe gewoon de dingen die ik doe.

Dat morgen misschien niet meer aan zal breken,

Voor jou, voor mij, voor ons, is een taboe,

Waarover ik niet hardop durf te spreken.