MAAR IETS

MAAR IETS

Mijn moeder die haar lange laatste jaren

in een tehuis voor oude mensen sleet,

had na verloop van tijd steeds minder weet

van dingen die daarvóor haar leven waren.

Ze was haar man vergeten, lief en leed

dat zij om zijnentwille mocht ervaren,

de kinderen die zij had moeten baren

en dat ze die gevoed had en gekleed.

Alles verdween: zij ook. Het meest vertrouwde,

wat ons als lichaam eigen is, verdwijnt,

en waar wij onze ziel voor geven zouden,

het wordt als niets. Toch hoop ik op het eind

al was het maar iets vast te kunnen houden

van wat nu nog zo onontbeerlijk schijnt.

JUST SOMETHING

My mother in her final, drawn-out years

in an old people’s home had, as time passed,

become increasingly less able to hold fast

the memories of things she once held dear.

Her husband was forgotten, joys and fears,

she had enjoyed and tasted as his wife,

the children whom she’d brought into this life

and that she’d nourished them and dried their tears.

All disappeared, she too. The very core,

what’s most our body’s own, ceases to be,

and what we’d give our soul and spirit for

dwindles to nothing. Still I hope maybe

even the tiniest something will be stored

of what seems indispensable to me.