Pasen


PASEN

Iemand moet de getuige zijn

en opstaan als het lichaam het verdriet niet meer kan innemen.

Ik sta te zijner tijd op,

net als hij, zonder enige moeite,

en vertrek uit mijn verleden tijd

totdat ik aankom in mijn lichaam,

mijn legerstede, het bed dat mijn ziel voor zich gekozen heeft.

Het slagveld, de gevangenschap,

de samensmelting die ten dode wordt opgeschreven,

zodat ons gebeurt wat ik gezegd wil hebben,

namelijk, met name

de liefde, het leven,

de eigenheid, de grootspraak van alledag, dat ik je liefheb

en vanavond zal afwassen

alle borden, alle kopjes

en alles wat allemaal heilig is.

Zo moet het zijn.

De schone vaat in de kast.

De doekjes hangend aan de verwarming.

De wereld aan mijn voeten,

de doden in de grond.

En ergens, uitbloeiend, bottend,

een nieuwe tuin

en verse aarde.

EASTER

Someone must be the witness

and arise when the body can no longer take the sorrow.

I arise in due course,

just like him, without any effort,

and depart from my past time

until I arrive in my body,

my lair, the bed my soul has selected for itself.

The battlefield, the captivity,

the merging which will be marked for death,

so that what I want to have said will happen to us,

namely, notably

the love, the life,

the singularity, the day-to-day boasting, that I love you

and will wash up tonight

all the plates, all the cups

and all that’s all holy.

Thus it shall be.

The clean dishes in the cupboard.

The towels hanging on the radiator.

The world at my feet,

the dead in the ground.

And somewhere, going to seed, blossoming,

a new garden

and fresh earth.