ROMANCE II
ROMANCE
Achter het scheve hek van roestig ijzer
gaan wij dezelfde paden als voorheen
langs doolhof, pergola en zonnewijzer,
maar niets komt meer met vroeger overeen.
De vijver stinkt en de fonteinen zwijgen,
er zingt geen vogel en er zwemt geen zwaan.
Slechts wat ons vreemd was maakten wij ons eigen,
de jaren gingen en de jaren gaan.
Weer lopen wij, terwijl de muggen dansen,
door deze wrede hof van Eden rond,
van menig ongelukkige romance
de schijnbaar schuldeloze achtergrond.
ROMANCE
Behind the sloping rusty iron gate
we follow the same paths as before
past sundial and pergola and maze
but nothing seems to tally anymore.
The water smells, the fountains remain quiet,
no birds are singing and we see no swan.
Only the unfamiliar we acquired,
the years are going and the years are gone.
Again we’re walking, while the gnats are dancing,
together through this cruel paradise,
the background for so many sad romances
in falsely guileless innocent disguise.