The sunlight on the garden
The Sunlight on the Garden
The sunlight on the garden
Hardens and grows cold,
We cannot cage the minute
Within its nets of gold;
When all is told
We cannot beg for pardon.
Our freedom as free lances
Advances towards its end;
The earth compels, upon it
Sonnets and birds descend;
And soon, my friend,
We shall have no time for dances.
The sky was good for flying
Defying the church bells
And every evil iron
Siren and what it tells:
The earth compels,
We are dying, Egypt, dying
And not expecting pardon,
Hardened in heart anew,
But glad to have sat under
Thunder and rain with you,
And grateful too
For sunlight on the garden.
Het zonlicht op de paden
Het zonlicht op de paden
Ademt verval en kou,
Dit uur is niet te vangen
In 't net van zonnegoud,
En welbeschouwd:
Voor ons is geen genade.
Vrijheid als vrije lansen
Danst heen en keert niet weer;
De aarde dwingt, balladen
Dalen met vogels neer;
Niet lang nu meer,
Mijn vriend, zullen wij dansen.
Luchten voor vluchten dagen,
Klagend de kerkklok klinkt
En de ijzeren gemene
Sirene die maar zingt:
De aarde dwingt,
Egypte, wij versagen.
Niet hopend op genade
Ademt mijn hart weer kou,
Maar dankbaar dat ik schuilen
En huilen kon met jou;
En ik onthou
Het zonlicht op de paden.