Alumnus

Het gedicht Alumnus is opgenomen in het Album Amicorum van Rijksuniversiteit Groningen (2009).

Waarheen je ging, naar wat voor verre oorden,

en wat het lot voor je in petto had,

het gaf niet, als je dit maar niet vergat:

de naald van het kompas wijst naar het noorden.

Wie die zich op dit doornig levenspad

aan tegenspoed of wederzakers stoorde,

zolang hij in zijn hart nog altijd hoorde

de beiaard van de toren in de stad?

En wat het vreemd bestaan ons nu en later

te bieden heeft, of (vaker) van ons claimt,

die stem klinkt mettertijd steeds obstinater.

Want waar je verder ook van raakt vervreemd,

je blijft een kind van Stad en Alma Mater,

wat niets of niemand je nog ooit ontneemt.

No matter what fate had in store, what course

your life took, whom or what you left behind,

the main thing was to always keep in mind:

the compass needle steadily points north.

Who, when this thorny path of life turned sour,

would from adversity or trouble smart,

as long as he kept hearing in his heart

the chiming of the old grey city tower?

And what this strange existence, now and later

may have to offer, or (more often) claim,

that voice, in time, becomes an ostinato.

For, even if from life you feel estranged,

you are a child of Stad and Alma Mater,

and that, forever, will remain unchanged.