'Helleputte en Sollied loodsten me naar Barcelona' mei 2009

26/05/2009

YAYA TOURÉ VAN IVORIAANS BROEKVENTJE BIJ BEVEREN TOT CENTRALE PION BIJ DE BESTE PLOEG TER WERELD

FC Barcelona leeft dit seizoen op een wolk. Centrale pion in het elftal vol vedetten is Yaya Touré (25), tussen 2001 en 2004 één van de vele Ivoriaanse broekventjes bij SK Beveren. Wij hadden een gesprek met Yaya Touré in het wonderland van Camp Nou.

In België was hij als piepjonge middenvelder bij Beveren heel goed, maar hij leek niet voorbestemd voor de absolute wereldtop. In Spanje is hij in zijn tweede seizoen echter uitgegroeid tot onmisbare schakel in de defensie of het middenveld van FC Barcelona, dat morgen de Champions League kan winnen. Het heeft van Touré Yaya - in Spanje wordt zijn naam omgedraaid - een ander mens gemaakt.

Zijn verschijning is indrukwekkend, maar bij Beveren bewoog hij zich nog heel timide door de gangen op de Freethiel. Toen we hem drie jaar geleden in Griekenland bij Olympiakos zagen, slaagde hij er nog altijd amper in een paar zinnen na elkaar te produceren. Tijdens dit gesprek is de positief ingestelde Touré goedlachs, bereidwillig en hij neemt zijn tijd. Dat kan ook. Behalve wij is op de internationale persdag van Barcelona immers alleen nog een Frans radiostation in hem geïnteresseerd.

Denk je nog wel eens aan België?

'Niet elke dag, maar het gebeurt nog wel eens. België is het eerste land waar ik professioneel voetbal begon te spelen. Ik kwam op mijn zeventiende uit Ivoorkust en had geen idee wat profvoetbal juist voorstelde. We waren gebrieft door Jean-Marc Guillou(Franse directeur van voetbalschool in Abidjan, red.) maar als je het aan den lijve ondervindt, is het toch nog wat anders. Beveren zal altijd een plaatsje in mijn hart behouden. Het was mijn springplank naar meer.'

Met wie van jouw tijd in Beveren heb je nog contact?

'Ik heb nog altijd vrienden in België. De man aan wie ik het meeste heb gehad, is Eddy De Bolle. Ik heb nog contact met hem, maar eerlijk gezegd weet ik niet of hij nog altijd voor Beveren werkt (De Bolle is nu hulptrainer bij Brussels, red.) . Ook Herman Helleputte was belangrijk voor mij. Ik heb bij Beveren twee trainers gehad (ook Emilio Ferrera, red.) . Helleputte was zeker de beste, want hij kon heel goed omgaan met ons, jonge Ivoriaanse gastjes. Hij hielp waar het kon. Voor mij is hij iemand die veel van voetbal kent. Maar ook psychologisch was hij sterk. Doe het maar, met al die jonge Afrikaanse kerels. Op een bepaald moment waren we er met een stuk of vijftien.'

Enkele van de Ivoriaanse spelers van toen hebben gebroken met jullie toenmalige goeroe Jean-Marc Guillou. Heb jij nog contact met hem?

'Ja hoor. Ik spreek nog geregeld over de telefoon met hem. Wat men ook beweert, hij is een uitstekende persoon. Hij heeft mij vanuit de Ivoorkust in Europa gelanceerd. Dat zal ik nooit vergeten.'

Iedereen kon toen al zien dat jij een groot talent was. Waarom heeft een Belgische topclub je nooit gehaald?

'Tja, dat is een verhaal. Ik denk dat ze Guillou het geld niet gunden. Hij werd beschouwd als een indringer en er was ook dat verhaal over mensenhandel. Club Brugge heeft eens onderhandeld over een transfer. Trond Sollied wilde me er absoluut bij. 1,5 miljoen euro moest ik kosten. Club wilde in twee keer betalen. Guillou en Beveren, dat geen euro had, wilden het bedrag in één keer. Daar is het misgelopen. Althans, zo is het me verteld.'

Trond Sollied haalde je daarna dan maar naar Olympiakos in Griekenland. Was dat na die zware periode in Oekraïne bij Metalurg Donetsk niet je echte internationale doorbraak?

'Wellicht wel. Ik heb maar één jaar onder hem gewerkt. Ik was onder de indruk van zijn voetbalkennis. Hij maakt spelers beter. Kijk naar zijn palmares. In elk land waar hij werkte, heeft hij de titel gewonnen. Nu ook weer de beker met Heerenveen. Ik volg dat allemaal nog wel.'

Kan je zijn 4-3-3 met die van het huidige Barça vergelijken?

'Het lijkt erop. Ik denk dat Barcelona nog offensiever speelt. Het is een offensief systeem, maar Sollied besteedde ook veel aandacht aan de verdediging, hoor. Het is echt een heel goede trainer. Ook met Olympiakos speelden we die 4-3-3.'

In welk opzicht ben jij veranderd in vergelijking met België?

'Ik ben natuurlijk ontwikkeld als speler. Mijn verblijven in Oekraïne, Griekenland, Frankrijk en Spanje maakten een andere speler van mij. Vroeger was ik ook zeer timide. Dat had ook te maken met de taal. Frans kunnen wij spreken, maar dat Vlaams is toch wat anders. We trokken toen geregeld naar Luik, waar we verbroederden met de spelers van Standard. Daar konden we wel vlot mee praten. (lacht) '

Hoe is het contact hier met vedetten als Messi, Henry, Eto'o, Xavi, Iñiesta,...?

'Heel goed. Dat kan ook moeilijk anders. We hebben dit seizoen al bijna zestig wedstrijden gespeeld en nog maar vier keer verloren. Dan is er natuurlijk niet veel reden om ruzie te maken. Miskijk je echter niet op Messi en Iñiesta. Dat zijn geen vedetten maar heel gewone jongens. Die zeggen bijna nooit iets. Eto'o is een beetje speciaal, maar ik begrijp hem uitstekend. Wij zijn echt een uitstekend team. Mijn beste vrienden zijn Xavi en Puyol.'

Waarom ben jij zo onmisbaar?

'Omdat ik me volledig opoffer. Ik kan niet wat Messi kan. Ik scoor niet zoals Eto'o. Ik dirigeer niet zoals Xavi. Maar ik loop al de gaten dicht. Ik heb ook al als verdediger moeten spelen (morgen in de finale wellicht ook, red.) en doe dat probleemloos. Ik heb mijn persoonlijk moment van glorie al gehad met mijn doelpunt in de finale van de Spaanse beker. Ik wil na de beker en de titel ook nog de Champions League. De eerste Beverse Ivoriaan als winnaar van de Champions League. Dat interesseert me wel. (lacht)'