2012 01 Zijn groene investeringen nog rendabel
De regering-Di Rupo heeft een kruis gemaakt over de belastingaftrek van 40 procent voor groene investeringen. Loont investeren in zuinige energieoplossingen nog? Of is het echt onmogelijk om die nog terug te verdienen?
De groene bouwfiscaliteit heeft de eerste begrotingstorm niet overleefd. Van alle energiebesparende maatregelen die recht gaven op 40 procent belastingaftrek, staat alleen de dakisolatie nog overeind - en dan nog verminderd- tot 30 procent.
Zonnepanelen, zonneboilers, dubbele beglazing, thermostatische kranen,warmtepompen, het isoleren van een bestaande spouwmuur, vervanging of onderhoud van oude stookketels en energie-audits vallen voortaan buiten het fiscale gunstregime.
Niet mis
De belastingvermindering die nu wegvalt, was niet mis. Voor het gros van de investeringen lag het grensbedrag op 2.830 euro per jaar, voor zonnepanelen en zonneboilers 3.680 euro. Wie een woning ouder dan 5 jaar had, kon het overschot ook nog overdragen naar de drie volgende belastingjaren.
“Het is bijzonder jammer dat de maatregelen zo abrupt zijn afgeschaft”, zegt Peter Boelaert van de Confederatie Bouw. “De indruk bestaat nu dat groene investeringen onbetaalbaar zijn geworden. En dan klopt niet. De aankoopprijs mag dan minder aantrekkelijk lijken, de besparingen in de energiekosten blijven reëel.”
Nog interessant?
Klopt die bewering van de sector, die door het afschaffen van het fiscale voordeel 1 miljard euro inkomsten vreest te verliezen? Wie wil weten of een investering loont, doet dat het best aan de hand van de ‘terugverdientijd’. Die geeft aan hoelang u erover doet om het geïnvesteerde bedrag integraal te recuperen. Onderstaande tabel vergelijkt de terugverdientijd met en zonder het fiscale voordeel.
energie terugverdientijd
Voor dakisolatie blijkt de impact mee te vallen. De terugverdientijd stijgt amper 3 maanden. Dat komt omdat het fiscale voordeel niet wordt afgeschaft, maar enkel wordt afgetopt op 30% in plaats van 40%. Dakisolatie is en blijft daardoor de meest nuttige ingreep om uw woning energiezuinig te maken.
Voor de andere investeringen is de impact aanzienlijk. Het duurt voortaan bijna dubbel zo lang tegen dat u vervangen van een stookketel begint te renderen: pas na 6 jaar en 4 maanden in plaats van 3 jaar en 10 maanden.
Een gelijkaardige impact is er voor het vervangen van oude ramen door hoogrendementsglas. De terugverdientijd neemt 2,5 jaar toe tot 5 jaar en 5 maanden. Idem voor het na-isoleren van een spouwmuur. In plaats van amper 4 jaar heeft u deze investering voortaan pas terug verdiend na een kleine 7 jaar. En toch blijven die investeringen de moeite lonen. Een stookketel, hoogrendementsglas en een geïsoleerde spouwmuur zouden immers langer moeten meegaan dan 6 of 7 jaar.
Ook zonnepanelen blijven het overwegen waard, ondanks een stijging van de terugverdientijd van 7 jaar tot bijna 12 jaar. Maar houdt er in elk geval rekening mee dat zonnepanelen na 10 jaar extra kosten met zich kunnen meebrengen, zoals het vervangen van de omvormer. De meeste installateurs geven rendementsgaranties (al dan niet tegen betaling) gedurende 20 jaar. Hoeveel zijn die overigens waard als u weet dat de meeste installateurs nog geen 20 jaar actief zijn in zonnepanelen?
Een zonneboiler tenslotte, voor het opwekken van war water, blijkt in dit nieuwe fiscale tijdperk nog meer een onrealistische investering. In plaats van 18 jaar en 2 maanden moet u nu 30 jaar en 4 maanden wachten om uw geld te recupereren.
Banken ontwikkelen eigen groene lening
Alsof het allemaal nog niet genoeg was, moeten we het voortaan ook stellen zonder de groene lening. Investeren in energiebesparende maatregelen kan niet langer aan het gunstige regime dat een korting van 1,5 procent op de rente gaf en 40 procent belastingvermindering op de betaalde intresten.
Dankzij die groene lening ging de Belgen het voorbije jaar massaal aan het verbouwen. Of beter: Belgen zijn massaal aan het lenen om te verbouwen. Bij BNP Paribas Fortis werd 36 procent van de woonkredieten afgesloten om te verbouwen. Bij Dexia waren verbouwleningen goed voor 46 procent van de aanvragen. ING tekende een stijging op van 17 naar 26 procent. De groene lening was in 2011 goed voor een kwart tot een derde van de productie. Bij Dexia vertegenwoordigde ze een kwart van alle toegekende kredieten, lening op afbetaling incluis. Bij AXA was ze goed voor 21 procent van alle woonkredieten, bij KBC vertegenwoordigde ze 35 procent.
De groene lening is dus niet meer. Maar de banken zijn niet van plan om de groene golf te laten uitdoven. AXA heeft met Energy@home al een voordelige lening op afbetaling in de aanbieding voor wie minstens de helft van het leenbedrag spendeert aan groene investeringen. KBC en Argenta denken in dezelfde richting. BNP Paribas Fortis en Dexia zijn van plan om hun cliënten er op te blijven wijzen dat energiebesparende maatregelen nuttig zijn.