Waarop letten bij woonlening met variabele rente

5 tips als u kiest voor een woonkrediet met variabele rente

Wie een woonkrediet aangaat, kiest steeds meer voor een variabele rente. Bij deze extreem lage rentevoeten nog zo'n slecht idee niet. Waarop moet u letten als u een hypothecair krediet met variabele rente afsluit?

Een woonkrediet met een variabele rentevoet kan steeds meer kopers bekoren, ondanks de lage rentevoeten. Twee jaar geleden koos nog acht op de tien ontleners voor een woonkrediet met een vaste rentevoet. Nu is dat aantal gedaald tot zeven op de tien, zo blijkt uit cijfers van Febelfin, de Belgische federatie van de financiële sector, over het tweede kwartaal van dit jaar.

Bij BNPP Fortis, de marktleider voor woonkredieten in België, kozen in juni 21 procent ontleners voor een formule met een variabele rentevoet. Bij Belfius gaat het om zowat 30 procent, zo meldde de gespecialiseerde website Spaargids.be.

Waarop letten als u voor een formule met een variabele rentevoet kiest?

1. Bekijk goed wanneer precies de bank de rentevoet kan aanpassen

Een lening met een variabele rentevoet, houdt in dat de bank de rentevoet kan herzien op de afgesproken tijdstippen. Afhankelijk van de gekozen formule kan dat jaarlijks, driejaarlijks, of om de vijf jaar.

Er bestaan formules met een semi-variabele rentevoet. Dat zijn woonkredieten waarbij de rentevoet gedurende de eerste tien of zelfs twaalf jaar vaststaat en pas dan door de bank kan worden aangepast. U riskeert dan pas na tien (of twaalf) jaar een verhoging van de rentelast en vervolgens nog eens nadat er weer een periode van bijvoorbeeld vijf jaar is verstreken.

Opteert u voor een jaarlijks aanpasbare rentevoet, dan kan de bank de rentevoet al na een jaar met 1 procentpunt verhogen. Na het verstrijken van de eerste twee jaar, kan de bank de rentevoet nog eens met 1 procentpunt optrekken, zonder deze te mogen verdubbelen.

Voorbeeld: Is de rentevoet bij aanvang 1,50 procent, dan kan ze in het tweede jaar oplopen tot 2,5 procent en in het derde jaar tot maximaal 3 procent, niet tot 3,5 procent.

2. Ga uit van het worst case scenario

Bij variabele formules loopt u een risico wanneer de rente stijgt, want dan kan de bank de intrestvoet aanpassen op de afgesproken tijdstippen. Dat risico is echter beperkt. De bank kan de oorspronkelijke rentevoet maximaal verdubbelen.

Maak een simulatie van het worst case scenario. U vindt deze simulaties ook op vergelijkingssites. Hoeveel betaalt u maandelijks af bij het begin van de lening? En voor welke maandelijkse aflossing staat u als de initiële rentevoet wordt verdubbeld?

Vraag ook wat dit betekent voor de totale rentelast over de volledige looptijd van de lening.

3. Vergelijk het meest tegenzittende scenario met de totale rentelast voor een vaste formule

Het kan bijzonder aanlokkelijk zijn om nu te kiezen voor een variabele rentevoet. Die leningen zijn nu bijzonder goedkoop geprijsd. Als u pas getrouwd bent en nog een gedeelte van uw budget wil besteden aan de inrichting van uw woning of de opvang van uw jonge kinderen, kan het interessant zijn om de maandelijkse aflossingen gedurende vijf of tien jaar beperkt te houden. Zo kun u ook een buffer opbouwen voor het geval de rentevoeten nadien zouden stijgen.

Blijf voor ogen houden dat alles kan tegenzitten en dat de rentevoeten wel kunnen verdubbelen. Mogelijk kan de totale factuur dan toch hoger oplopen dan wanneer u meteen had gekozen voor een lening met een vaste rentevoet, ook al valt die laatste lening altijd duurder uit bij de start.

Ter vergelijking: Wie nu een woonkrediet afsluit van 150.000 euro tegen een vaste rentevoet van 1,64 procent , betaalt 732,67 euro per maand af. De totale rentelast over een periode van 20 jaar bedraagt dan 25.840 euro.

Wie dat woonkrediet afsluit met een jaarlijks aanpasbare rentevoet, kan dat doen tegen een initiële rentevoet van 0,83 procent, betaalt initieel 678,32 euro per maand af maar kan in het worst case scenario in het totaal 26.867 euro aan rentelasten ophoesten. Bij een variabele lening komt u dan toch slechter uit.

4. Bekijk de mogelijkheid van een accordeonformule

Bij een zogenaamde accordeonlening kunt u de looptijd van een lening bij een renteherziening verlengen. Zo hoeft u niet wakker te liggen als de maandelijkse aflossingen door een rentestijging zwaar op uw budget wegen. Let er wel op dat de mogelijkheid om de looptijd van de lening te verlengen al is voorzien bij het afsluiten van het woonkrediet. Als u de accordeonoptie pas kunt lichten op het ogenblik dat de bank een renteherziening doorvoert, hebt u niet de zekerheid dan u de looptijd van de lening kunt verlengen.

5. Verlies de vuistregels voor alle woonkredieten niet uit het oog

Voor alle woonkredieten gelden een aantal vuistregels die u ook in de euforie van de huidige bodemrentes , best niet uit het oog mag verliest. Hoe laag uw maandelijkse aflossing ook is, leg een buffer aan van drie tot zes maanden nettoloon voor het geval u uw inkomen verliest of voor onverwachte uitgaven komt te staan.

En probeer het krediet te beperken tot een deel van de aankoopsom. Een aantal banken geeft daarvoor tariefkortingen.

BRON: Netto / Tijd.be