Lenen tegen vaste of variabele rentevoet?

In 2009 kozen de meeste Belgen voor een variabele rentevoet voor hun hypothecair krediet. Wat is nu de beste keuze: een variabele of een vaste rentevoet?

(netto) - Een hypothecair krediet met variabele rentevoet heeft vandaag een lagere rente dan een lening met vaste rentevoet. Liefst 60 procent van de kredieten die momenteel door BNP Paribas Fortis verkocht worden, hebben een variabele rentevoet. Bij ING kiest de helft van de klanten nog steeds voor een vaste rentevoet, maar een derde van de kredietnemers laat zich toch verleiden door de variabele formule 1+1+1.

De ideale formule bestaat niet. U moet een lening steeds van geval tot geval bekijken. Elke formule heeft zijn voor- en nadelen.

  1. De vaste rentevoet trekt vooral kredietnemers aan die op zekerheid gesteld zijn. Het bedrag van de maandelijkse terugbetaling blijft ongewijzigd tijdens de looptijd van de lening. De financiële last vermindert zelfs omdat de inkomsten van de kredietnemer meestal stijgen naarmate zijn loopbaan vordert. Maar bij een vaste rentevoet is het bedrag dat terugbetaald moet worden, wel duurder.
  2. De variabele rentevoet is op korte termijn aantrekkelijker. Omdat de krediet­verlener weet dat hij de rentevoet op geregelde tijdstippen kan herzien in functie van de marktevolutie, kan hij een goedkopere rentevoet aanbieden. Maar met een variabele rentevoet kan het bedrag van uw maandelijkse aflossing naar boven (maar ook naar beneden) worden herzien. U bepaalt zelf, bij het ondertekenen van de kredietovereenkomst, de herzieningstermijn. U kunt onder meer kiezen uit de volgende formules: jaarlijkse of driejaarlijkse herziening, herziening na 10 jaar en dan per schijf van 5 jaar (10-5-5), enzovoort. Maar de stijging is wel wettelijk beperkt. Een voorbeeld. “Een variabele rentevoet die vandaag begint aan 2,40 procent, kan tijdens de looptijd van de lening, in het slechtste geval stijgen tot 4,80 procent”, zegt Philippe Picron, Head of Lending bij ING.
  3. Er worden ook andere formules aan­geboden. Het accordeon­krediet houdt het midden tussen een vaste en een variabele rentevoet. U kiest voor een vaste maandelijkse aflossing tijdens de hele looptijd van het krediet. Maar die looptijd kan verlengd (of ingekort) worden in functie van de evolutie van de rentevoeten. Hybride en soepele kredieten bieden een combinatie van vast en variabel. De klant kan dan tijdens de looptijd van de lening van het ene naar het andere regime overstappen. Een krediet met wedersamenstelling van kapitaal moet dan weer strikt voorbehouden worden aan verstandige en redelijk welgestelde klanten.

Zijn de banken strenger geworden?

De banken werden getroffen door de financiële crisis en de kandidaat-kredietnemers door de economische crisis. Werd het daardoor moeilijker om een krediet te verkrijgen? "Ja", betreurde de vastgoedsector vorig jaar. "Fout", antwoordt de banksector in koor. “De voorwaarden zijn exact dezelfde gebleven. Bij het verlenen van een krediet zien wij er steeds op toe dat klanten over genoeg middelen beschikken om het krediet terug te betalen", bevestigt BNP Paribas Fortis. Hetzelfde verhaal bij ING ("Wij hebben noch ons model noch onze beslissingscriteria gewijzigd"), Dexia ("Het uitstaande bedrag aan hypothecaire kredieten blijft stijgen. Er is dus zeker geen ‘credit stop’ geweest") en KBC.

Welke formule is het interessantst?

Bij de huidige rentestand zijn vooral variabele rentevoeten populair. Maar wellicht zullen de centrale banken hun rentevoeten in de loop van het jaar licht verhogen. Is een variabele rente wel nog interessant? Om die vraag te beantwoorden, vroegen we aan de 4 grootbanken om uit te rekenen hoeveel een lening van 150.000 euro met een looptijd van 20 jaar in totaal zal kosten, zowel voor een lening met een vaste rente op 20 jaar als een variabele formule op 20 jaar met een aanpasbare rente.

De berekeningen van KBC

Als u op 20 jaar leent aan een vaste rentevoet bij KBC, moet u in totaal 238.930 euro terugbetalen.

Met een variabele formule 3/3/3 is dat dan in het slechtste geval 240.783,84 euro.

Klik om te vergroten

De berekeningen van BNP Paribas Fortis

Op 20 jaar tegen een vaste rentevoet betaalt u in totaal 253.696 euro terug. In het slechtste geval, als de maximale rentevoet na 4 jaar wordt bereikt (hier 3,85 + 3% = 6,85%) en tijdens de resterende duurtijd van het krediet dezelfde blijft, bedraagt de maximale kostprijs 262.896 euro. De variabele rentevoet is naar alle waarschijnlijkheid meestal voordeliger.

De berekeningen van ING

Op 20 jaar aan een vaste rentevoet (5,45%) bedraagt de terugbetaling 1.016,30 euro per maand. Het totale bedrag van de intresten bedraagt 93.912 euro, of in totaal 243.912 euro.

Als de rentevoet van de variabele formule 1+1+1 stijgt tot het contractuele maximum, moet de klant 109.197,24 euro aan intresten betalen, of in totaal 259.197,24 euro.

De berekeningen van Dexia

Op 20 jaar, aan een vaste rentevoet (5,84 procent), bedraagt de totale terugbetaling 251.558,95 euro.

Bij een krediet met variabele rentevoet 3+3+3 Cap 3 procent Hybrid (variabel + vast) bedraagt de maandelijkse begin­aflossing 937,79 euro. In het beste geval daalt dat bedrag vanaf het vierde jaar, waardoor u in totaal 225.069,08 euro moet terugbetalen.

In het slechtste geval kan het bedrag van de maandelijkse aflossing vanaf het zevende jaar stijgen tot 1.122,68 euro en moet u in totaal 256.131,29 euro terugbetalen.