http://www.kindengezin.be/zwangerschap-en-geboorte/verlof/privesector/ouderschapsverlof/
Het ouderschapsverlof past in de algemene regeling van het tijdskrediet. De werknemer krijgt een onderbrekingsuitkering van de RVA waarvan het bedrag verschilt naargelang de duur of de vermindering van zijn arbeidsprestaties. De vierde maand ouderschapsverlof wordt enkel vergoed voor kinderen geboren of geadopteerd na 8 maart 2012.
http://www.jobat.be/nl/artikels/berekening-uitkering-ouderschapsverlof/
https://www.acv-online.be/acv-online/Ik-zoek/Minder-werken/Ouderschapsverlof/ouderschapsverlof.html
http://www.werk.belgie.be/defaultTab.aspx?id=547 (voor meer details en updates)
Het recht op ouderschapsverlof geldt per kind dat aan de leeftijdsvoorwaarde beantwoordt (zie verder), voor de twee ouders afzonderlijk, uiteraard voor zover de beide partners dit recht kunnen genieten
Elke werknemer kan het ouderschapsverlof opnemen binnen een periode die begint te lopen vanaf de geboorte van zijn kind. Dit verlof moet een aanvang nemen voor het kind 12 jaar wordt. (andere grenzen bij kind met handicap)
Een werknemer heeft maar recht op ouderschapsverlof wanneer hij in de periode van 15 maanden die voorafgaan aan die schriftelijke kennisgeving aan de werkgever, gedurende 12 maanden verbonden is geweest met een arbeidsovereenkomst met de werkgever die hem tewerkstelt.
De werknemer moet de werkgever ten minste twee maanden en ten hoogste drie maanden op voorhand verwittigen per aangetekende brief of door de overhandiging van een brief (waarvan een afschrift door de werkgever wordt ondertekend als ontvangstbewijs) waarin de gewenste aanvangsdatum van het ouderschapsverlof wordt vermeld. De werkgever kan een kortere termijn aanvaarden. Ten laatste op het ogenblik dat het verlof ingaat moet de werknemer de documenten tot staving van het recht op ouderschapsverlof bezorgen (bv. geboorte-uittreksel, bewijs van inschrijving,…).
De werkgever kan, tijdens de maand die volgt op de schriftelijke kennisgeving, de aanvang van de loopbaanonderbreking uitstellen voor redenen die betrekking hebben op de werking van de onderneming. Dit uitstel is echter beperkt tot maximaal zes maanden.
In principe maakt de werknemer tijdens het ouderschapsverlof aanspraak op een onderbrekingsuitkering wegens de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening. Een uitzondering geldt voor de vierde maand van dit verlof: in dat geval is er enkel recht op een onderbrekingsuitkering wanneer deze maand wordt genomen voor een kind geboren of geadopteerd vanaf 8 maart 2012.
Meer informatie met betrekking tot de uitkeringen bij ouderschapsverlof kan U vinden op de website van de RVA.
De aanvraag van de onderbrekingsuitkering moet worden ingediend aan de hand van formulieren die worden verstrekt door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening.
De werknemer heeft het recht om een aangepaste arbeidsregeling of werkrooster aan te vragen voor de periode die volgt op het einde van het ouderschapsverlof. Deze periode bedraagt 6 maanden.
Hiertoe bezorgt de werknemer ten laatste 3 weken voor het einde van de lopende periode van ouderschapsverlof een schriftelijke aanvraag aan de werkgever. In die aanvraag geeft de werknemer de redenen aan die verband houden met een betere combinatie tussen werk- en gezinsleven.
De werkgever beoordeelt deze aanvraag en geeft er schriftelijk een antwoord op ten laatste één week voor het einde van het ouderschapsverlof, rekening houdend met zijn eigen behoeften en die van de werknemer. De werkgever deelt in het betrokken geschrift mee hoe hij bij de beoordeling van de aanvraag rekening heeft gehouden met de eigen behoeften en die van de werknemer.