Op het Avondje Kunst (dinsdagavond 15 mei op school — je komt toch ook?) maken we bekend welke deelnemers van de poëziewedstrijd met hun gedicht in de prijzen vallen, maar ook dit jaar kan je de uitkomst zelf een beetje mee bepalen. Vijf gedichten maken nog kans op de publieksprijs. Hier kan je de genomineerde gedichten lezen en je stem uitbrengen op jouw favoriete gedicht!
Liefde
Gelukkig zie je het totaalplaatje niet
Want blind heb je geen verdriet
Ademloos
Ik stop mijn oren dicht en weiger te luisteren
Ik verzet me tegen de drang maar hoor ze toch
De grote mensen die tegen me fluisteren
Ze zeggen dat ik afscheid moet nemen
Maar ik weet niet wat dat is
Ik hoop dat je geen pijn hebt en vraag je om sterk te zijn
want ik ben bang
Voor jouw steeds witter gezicht
Voor jouw gesloten ogen
en jouw levenloze blik
Ik zie je mond die lichtjes opstaat
Maar hoor niets wat me blij maakt
Ik steek mijn handpalm uit
maar voel niks
Sterke handen vallen op mijn schouders
En ik weet dat het zover is
Het is tijd om gedag te zeggen
Alleen weet ik niet wat dat is
Ik kijk naar boven
En tuur En staar En gaap
maar je bent nergens te vinden
Ik zie stipjes licht
fonkelen in de duisternis
Ze zijn er in alle maten
maar ik zie geen gelijkenis
Ik wil hen niet zien mama
Ik wil ons zien
Jij en ik
Wij twee
Naast elkaar aan de hemel
Horizon
De broze lijn
waar
de hemel
de zee
een smorende kus
geeft en fluistert
dat ze niet
alleen
is
Examen
Ik sta aan de rand van de arena
Mijn wapen, geslepen en gevuld, in de hand
Ik bestijg mijn houten ros en bekijk het monster voor me
De bel rinkelt
Het ondier draait zich om, en de eerste ronde begint
Blauwzwarte druppels spatten in het rond
als ik de eerste keer uithaal naar het beest
Het creatuur reageert en slaat de eerste barst in mijn schild
maar na enkele moeizame slagen en steken slaag ik erin
door te stoten tot het hart
De klok tikt verder
monsters komen en gaan
niet zelden zonder een stuk te slaan
uit mijn pantser van zelfzekerheid
Zwarte gaten ontstaan in de spleten
als doelwit voor het volgende gedrocht
Dan klinkt het eindsignaal
Lang niet alle tegenstanders zijn bezweken
Mijn wapen is leeggelopen
en mijn harnas is gebroken
Straks zal de keizer zijn staf heffen
die zal bepalen over mijn lot
Alles of niets
Vrijheid of gevangenschap
geslaagd of gebuisd.
Loofboom
Onbewogen rust hij in het park
zijn groene vingers waaiend
in de stille briesjes
Gebabbel van de planten interesseert hem niet
onrustig gras evenmin
onverstoorde stilte
die door zijn bewoners verbroken wordt
Plots, gezang
de kleurrijke minstrelen
uit de lucht gevallen
zijn weer in gang geschoten
hun lied als perfecte imperfecties
de boom lovend
De rust is uiteengespat
maar niet weg
de toch niet onbehaaglijke verstoring
van de vredige gasten
Met zijn wortels stevig vastgeklemd aan de grond
zijn beslissing staat vast
ik kan niet weg
ik wil niet weg