1 Charlotte Waes Zoet kleeft de onschuld...
2 Pieter-Jan De Sutter Het theater van de eenzaamheid
2 Esther van Ovost Warhoofd
3 Ben De Smet Surrogaat
3 Charlotte Waes Aphrodite
3 Jolijn Dheedene Autistisch zusje
Proclamatie, voordracht van Frank Leys
Geachte aanwezigen,
Lieve amateurs van kunst en poëzie,
Op de deliberatie van onze jaarlijkse poëziewedstrijd – zowat 2 weken geleden – liet onze goede, lieve en voorname collega Els, de aard- en aartsmoeder van poëzie op onze school, zich ontvallen dat ze bij de verspreiding van de eerste uitnodigingsmails een zeker angstgevoel had gekend: ‘Zal het dit jaar wel lukken?’
Inderdaad, zouden onze rijpere leerlingen, die eigentijdse adolescenten, over wie zóveel verteld en beweerd wordt, zich laten verleiden om deel te nemen? Zouden ze het gevecht met woord, beeld, klank, ritme en een blank blad of beeldscherm aangaan? Zouden ze zichzelf willen blootgeven? Zouden ze hun probeersels indienen? Zouden die de moeite waard zijn en – in hun verscheidenheid – de grote, verscheiden, 23-koppige jury kunnen bewegen, charmeren of ontroeren?
Els troostte en bemoedigde zichzelf met het besef dat het de voorbije 26 jaar telkens gelukt was, wat telkens – zoals ze het uitdrukte – ‘een klein mirakeltje’ was.
Intussen weten de ingewijden al dat het ook dit jaar – voor de 27ste keer – gelukt is. Ik ben dan ook zeer gelukkig en vereerd u vanavond met de resultaten van dit 27ste klein mirakeltje te mogen laten kennismaken.
78 gedichten bereikten de inrichters.
Een zeer verscheiden oogst, zoals mocht blijken uit de sterk uitgesproken voorkeuren van enkele zeer mondige en erudiete juryleden.
Een kwaliteitsvolle oogst ook, met een selecte groep opvallende, aangrijpende of charmante gedichten, waarrond heel geleidelijk een uiteindelijk enthousiaste consensus groeide.
Zo werden 6 prijzen toegekend, en dat in een mooie geleding: 3 derde prijzen, 2 tweede en 1 eerste. 5 met een ereprijs getooide ‘poetae palmati’ en 1 net iets hoger tronende ‘poeta laureatus’.
De zes bekroonde gedichten vormen een zeer verscheiden minibundeltje, zowel qua thematiek, adem en omvang, toon en stijl. Op de receptie – weldra! – kan u zich daarvan nog eens vergewissen – de visu! – met behulp van de ingelijste teksten.
Bij de bekendmaking van de namen die bij de bekroonde (en anoniem beoordeelde) gedichten horen, konden we twee verheugende feiten vaststellen:
1. zowel jongens als meisjes waren in de prijzen gevallen
2. onze jongste deelnemers van de 2de graad (3de en 4de jaar) hadden op eigen kracht hun plaatsjes op
de ereschavotjes opgeëist. De ietwat ambiguë toekenning van een of meer ‘aanmoedigingsprijzen’
was dus niet nodig.
Ik ga nu in stijgende volgorde de prijswinnaars bekendmaken. Na de zegging van het bekroonde gedicht door onze collega’s Ann Baeten en Liesbet Jacobs verwachten we de gepalmde of gelauwerde dichter of dichteres vooraan voor het ontvangen van hun prijs uit de handen van een van onze directeurs of die van mevrouw Smis, de voorzitter van de ouderraad en een van onze sponsors.
Een derde prijs gaat naar een ruim gesmaakt gedicht van een bijzonder jonge dichteres. De wat prozaïsch lijkende en expliciete tekst geeft blijk van een reële inleving of beleving; het benadert op originele wijze een in de titel vermeld probleem. Onze bewondering en waardering voor Autistisch zusje van JOLIJN DHEEDENE (3 GRLA).
Een derde prijs werd toegekend aan een gedicht met een beproefd en eeuwig onderwerp: desillusie in de liefde. Dit zeer sfeervol, poëtisch en klankrijk gedicht getuigt van een bestudeerde formulering, waarbij de dichteres – zoals haar grote voorgangster Sappho – de erotiserende betekenis van de kleur groen uitspeelt. Het nodigt uit tot lezen en herlezen… Een eerste kennismaking met Aphrodite van CHARLOTTE WAES (5GRLA).
De derde derde prijs is voor een ruim gewaardeerd, maar niet echt gemakkelijk gedicht. In een zeer mooie en poëtische aanvang maken we kennis met een geliefde die verloren wordt; ze maakt plaats voor een vervangster, die er evenwel niet in slaagt de oorspronkelijke geliefde te doen vergeten. Dit thema, zo toegankelijk en visualiseerbaar als het is, zo herkenbaar en zo jong, wordt met een zekere vorm van volwassenheid doorwrocht en zeer klankrijk uitgewerkt. Laten we luisteren naar het zeer verdienstelijke Surrogaat van BEN DESMET (6 LAWIb).
Ik wil hier – ook namens de jury – mijn appreciatie uitspreken over de 72 gedichten en hun inzenders, die vanavond niet aan bod komen.
Jullie verdienen onze dank en bewondering. Veel van jullie kleinoden zouden het wellicht gehaald hebben als er enkele ereschavotjes méér hadden kunnen klaargetimmerd worden… Jullie hebben ook juryleden bekoord. Jullie hebben meermaals een gevoelige of humoristische snaar beroerd. Jullie hebben vooral getoond wie jullie zijn, wat jullie durven en kunnen… We hopen jullie allemaal (al geldt dat niet voor de deelnemers uit het zesde jaar!) volgend jaar opnieuw te ontmoeten bij de 28ste poëziewedstrijd. Op dit moment leeft immers bij de organisatoren een vertrouwvol geloof in een volgend ‘klein mirakeltje’!
Een tweede prijs is bestemd voor een gedicht met héél veel verdienste, dat ànders is dan wat we tot dusver hebben gehoord. Met een zeer verzorgde formulering verwerkt de dichteres eerder speels een mooi idee. De opbouw is fraai en strak; dit gedicht is àf… We laten het dus best gewoon op ons afkomen. Hou je klaar voor Warhoofd van ESTHER VAN OVOST (5 LAWIa).
De tweede tweede prijs gaat naar een ruim geapprecieerd gedicht, dat op vrij originele wijze typische pubergevoelens met een groeiende mate van volwassenheid verwoordt: eenzaamheid, twijfel… Het beginbeeld imponeert en blijft consequent volgehouden. De jonge dichter getuigt in zijn gestructureerde, cyclische opbouw van een opmerkelijke beheersing. Een verdiende zilveren medaille voor Het theater van de eenzaamheid van PIETER-JAN DE SUTTER (4 WE4).
En nu tenslotte de ultieme onderscheiding, de eerste prijs. De jury bekroont een fris en fijnzinnig kleinood. In dit gedicht, waarin de stereotiepe zinsbouw wordt opzijgeschoven, is geen spoortje van prozaïsche formulering meer te ontdekken. De tekst begint sterk, met een treffend beeld. Hij is hard bewerkt en volledig uitgepuurd. Het einde blijft nazinderen… ‘Dit is wat poëzie is!’, om de enthousiaste uitroep van een erudiete collega te hernemen. Volledig in de kwalitatieve lijn van zovele ‘poetae laureati’ van onze school ligt het titelloze gedicht Zoet kleeft... van onze ‘poetria laureata’ CHARLOTTE WAES (5 GRLA).