Onbewogen rust hij in het park
zijn groene vingers waaiend
in de stille briesjes
Gebabbel van de planten interesseert hem niet
onrustig gras evenmin
onverstoorde stilte
die door zijn bewoners verbroken wordt
Plots, gezang
de kleurrijke minstrelen
uit de lucht gevallen
zijn weer in gang geschoten
hun lied als perfecte imperfecties
de boom lovend
De rust is uiteengespat
maar niet weg
de toch niet onbehaaglijke verstoring
van de vredige gasten
Met zijn wortels stevig vastgeklemd aan de grond
zijn beslissing staat vast
ik kan niet weg
ik wil niet weg
Lucas Vandenplas (3GRLA)
publieksprijs 2018