En misschien is het wel
te simpel,
dit geluk in onze dagdagelijkse dingen.
En als jij me zegt dat ons verhaal
niet met een ‘en’ beginnen kan
aangezien ook ik me kan vergissen
Vraag ik me af hoe naïef
wij wel niet moeten zijn
dat ik over een verleden
dat er niet geweest is
dichten kan
en jij voor een vergissing
die nog gebeuren moet
afstand nemen mag
En ik heb geen zin in zwaai zwaai,
maar het bonzen van mijn hart is er al
naast de koelte van jouw vingers.
Als jouw simpel geluk
mijn warrige geest infiltreert
en mijn oprecht lachen door jouw gegrinnik
een bitterzoete echo krijgt
Kan de ‘en’ die mijn verhaal niet inluidt
ook het einde van jouw tederheid
niet aankondigen
En?
Hanne Vyncke (5 LAWE)
tweede prijs 2009