Stil verdriet

De bomen rusten stil in ’t dorp

en dromen hoe de vlinders ooit hun bloesems kusten

hoe vruchten van de laatste worp

het leven in hun harten blusten.

De mannen rusten voor hun deur

en dromen van hun vrouwen lang begraven

hoe druppels van de stille bomen

als tranen nu de graven laven.

De mannen zwijgen luide woorden

en vragen enkel aan de rook die uit hun pijp jaagt:

“Waar is de man die deze bloem zaait

en ze morgen al weer wegmaait?”.

Rudi Collijs

tweede prijs 1987