Ikaros

Uitgelijnd en ingelijfd

In ’t keurslijf op een lijn

Liep de mierkolonie, schier

Familie, zij aan zij.

Maar jij, bleef staan, achteraan.

Je nam je eigen, ongenomen pad.

Je vader liet je gaan,

De dauw droop uit zijn oog.

Je wiekt je wereld in

Vogelvrij, vredevol

Windluwte, lankmoedzwaar.

Leven is een rimpeling

In een witte, watten wolk In een hemelsblauwe nacht

Eerst zont het zoet—Dan lauwt het gauw Het koudt eens kil—Maar herfst je vrij

Mathijs Clement (6GRWI)

3e prijs 2018