Het einde van een man
In de geborgen stilte
van het late avonduur,
Lieten de laatste zonnestralen
de bladeren
dansen op het ritme van de wind
In de grauwe stilte
van het late avonduur,
Verdween een hoed van een man zijn hoofd,
verscheen een stok aan een man zijn hand
en de voeten begonnen te lopen, dwars over het perron
In de gebroken stilte
Van het late avonduur
Liep de man een trein tegemoet
Een trein die komen zou
Dat wist hij,
alleen niet wanneer
Liep de man een reis tegemoet
Een reis die komen zou
Dat voelde hij,
alleen niet waarheen
Weldra zouden de wolken wederkeren
Weldra zouden weinigen nog weten wie hij was
Weldra zou hij weg zijn.
Mathijs Clement
3de prijs 2016