Enkel een euforische glans
bleef achter op het
ochtendgewij van de
levenloze bedding.
Enkel een
kwek-kwek vogeldier
probeerde met
ongeneeslijke echo’s
de monotone stilte te
ontrafelen.
Kreeg de zon maar even
de kans om dit
rituele moment
zachtjes in te
kleuren.
Dan zouden ook de bomen
kunnen vertellen aan het water
welk een tijdloze climax
ze bij zich hielden.
Een libel zweefde doelloos
even over deze
vrome perfectie en geloofde
nauwelijks zelf in het
blauwe pretentieus zijn.
David Van den Hende
derde prijs 1996