Hij dicht de gapende wonden van mijn verdriet
met vingers vol tedere troost
Hij bekoelt de hete vlammen van mijn woede
met woorden, regen van begrip
Hij overbrugt de duistere ravijnen van mijn imperfecties
met ogen vol vergeving
Hij verplettert het onkruid van mijn onrust
met kussen vol geruststelling
De demonen van de duisternis verjaagt hij
met stralen vol lichte liefde
En ik
ik zie hem graag
Dorothée Vermeiren
derde prijs 2001