68. Jacht door de dimensies

Tussen de 1^ste februari en de 1^ste mei 2042 moeten Perry Rhodan en Reginald Bull de planeet Zwerver opzoeken om een nieuwe cellendouche te krijgen. Begin januari zoekt men naar de kunstmatige wereld maar de planeet is niet op de uitgerekende coördinaten te vinden. Berekeningen tonen later aan dan er in het bereik van de omloopbaan van Zwerver een overlapping heeft plaatsgevonden met het Droef-universum en het vermoeden rijst dan ook dat Zwerver van dimensie veranderd is.

Met de donderkop K238 dringen Perry Rhodan, Reginald Bull, Atlan, Kapitein Gorlat en luitenant Tompetch het Droef-universum, dat ook het “Rode Universum” genoemd wordt omwille van zijn rode achtergrondlicht, binnen om informatie over de huidige positie van Zwerver te vinden. Op Solitude, de enige planeet van een groene zon, ontdekken de mannen zeekoe-achtige intelligente wezens die hun geest van hun lichaam los kunnen maken. Zij worden door de Droefs gedwongen om als natuurlijke opsporingsapparaten te fungeren. Hiervoor hebben de Droefs hen opgesloten in sarcofagen en hun lichamen aangesloten op leveninstandhoudingssystemen. Één van deze wezens sluit zich bij de Terranen aan. De Droef willen dit verhinderen en sturen hun robotten erop af.

Ondertussen hebben Perry Rhodan en zijn mannen ontdekt dat Solitude gedeeltelijk uit zijn baan is gerukt door de passage van de kunstmatige planeet Zwerver. De droef zijn ook tot deze vaststelling gekomen en beginnen op de planeet met de bouw van een toestel om de planeetbaan terug te corrigeren. Kapitein Gorlat en luitenant Tompetch krijgen de opdracht om één van de constructierobotten van de Droefs te vangen.

Na de terugkeer van de expeditie in het normale universum op 21 april 2042 slagen de specialisten aan boord van de DRUSUS er in om aan de hand van de gegevens uit het brein van de gevangen robot te achterhalen dat Zwerver het Rode Universum ondertussen weer heeft verlaten. Op 23 april kunnen ze Perry Rhodan zelfs de nieuwe positie van Zwerver meedelen.