136. Monsters van de Onderwereld

Om de Grote Raad van Akon tot een alliantie te overhalen, laten de Terranen de onbewoonde vierde planeet van het Frua-stelsel, dat binnen de Akoonse invloedssfeer ligt, aanvallen door een slagschip dat als een fragmentruimteschip van de Posbi’s vermomd is. De Akonen gaan ermee akkoord als Rhodan voorstelt om de schepen van de Solaire Vloot te gebruiken om de indringer te verjagen. Bovendien verklaren ze zich ook bereid om toe te treden tot een galactische bond om de dreiging van de Posbi’s het hoofd te bieden.

Terwijl twintig Aardse eenheden de confrontatie aangaan met het vermeende Posbischip en een geloofwaardig schijngevecht leveren, landen RonLandry, Larry Randall, Lofty Patterson en Meech Hannigan met een gazelle op de woestijnwereld Afzot, de derde planeet van de zon Frua. Tijdens hun verkenningstocht van de planeet ontdekken ze een reusachtige ondergrondse grot die volledig begroeid is met een dicht oerwoud. In dit oerwoud komen ze in contact met vreemde ballonvormige, kunstmatige wezens waarin ze extragalactische materie terugvinden. Verder onderzoek brengt aan het licht dat de ondergrondse installatie een geheim laboratorium van de Akonen is waar gewerkt wordt aan de ontwikkeling van een universeel wezen, dat op alle werelden kan overleven en gedijen.

Met de hulp van de naar Afzot verbannen jonge Akoonse Con-Ki slagen de mannen van Afdeling III er tenslotte in om in contact te komen met de Ara wetenschapper Kule-Tats, die zijn diensten heeft aangeboden aan de Akonen om met het celplasma van de Posbi’s, dat hij zelfs heeft meegebracht, te kunnen experimenteren. Bereidwillig laat de Ara zichzelf en het celplasma ontvoeren door het Terraanse commando omdat hij van mening is dat hij op Terra het plasma efficiënter zal kunnen onderzoeken.