112. De man met de twee gezichten

In zijn rol van Perry Rhodan neemt Thomas Cardiff een aantal regeringsbesluiten, die de positie van Terra ten opzichte van zijn tegenstanders verzwakt, maar niemand twijfelt aan zijn identiteit. Twee maanden na de terugkeer van Okul brengt een Anti, vermomt als een Arkonide, voor Cardiff een opdracht van de hogepriester van de Báalols. Hij moet bij de onsterfelijke van Zwerver 20 celactiveerders met automatische individu instelling gaan halen. Cardiff gaat in op het plan maar besluit ook om niet langer als een marionet van de Anti’s op te treden.

Met de luitenanten Brazo Alkher en Stana Nolinow vliegt hij in de Spacejet I-09, een sloep van de IRONDUKE, naar Zwerver om er 21 celactiveerders te gaan halen, 20 voor de Anti’s en één voor hemzelf. De onsterfelijke die de bedrieger doorziet, speelt het spelletje mee en stelt hem de strikvraag: “Moet ik in het fysiotron de éénentwintigste celactiveerder op je eigen organisme afstemmen Perry Rhodan?” Cardiff begrijpt de consequenties van deze vraag niet en antwoordt bevestigend.

Op de terugweg van Zwerver wordt de Spacejet onderschept door een groot cilindervormig schip van de Anti’s. Cardiff weigert in eerste instantie om de celactiveerders te overhandigen en wil zijn machtspositie uitspelen. Als de IRONDUKE echter onverwacht opduikt, de Báalol-priesters bedreigt en de vrijlating van Perry Rhodan eist, moet hij zijn plan veranderen en laat hij Brazo Alkher en Stana Nolinow evenals de twintig celactiveerders achter in het schip van de Anti’s. Aan boord van de IRONDUKE beweert hij vervolgen dat de beide luitenanten hem verraden hebben.