Kalkrijke en kalkarme duinen 

In Nederland hebben we 2 soorten duinen. Ten Noorden van Bergen (=ongeveer 50 km ten Noorden van Amsterdam) zijn het kalkarme duinen en dit tot het noordelijkste tipje van Jutland. (meer dan 1% kalk
meestal 3 tot 10%). Ten Zuiden tot aan de monding van de Gironne zijn het kalkrijke duinen. Dit resulteert in een duidelijk verschil in vegetatie. 

Onze kalkrijke flora is veel meer soortenrijk dan de kalkarme van Noord Nederland.

HOE KOMT DAT?
De reden ligt bij de oorsprong van het zand. Al het zand van de duinen komt uit zee. Tweemaal per dag bij vloed wordt bij rustig weer een fijn zandlaagje afgezet op het strand (je moet maar eens een glas troebel zeewater enkele minuten laten staan, het wordt gans helder en op de bodem vindt u een laagje van zand en slib; juist door de golven en de stromingen wordt dit zand en slib in suspensie gehouden en is onze zee troebel; indien we een rotsbodem zouden hebben dan was het water even helder als aan de Middenlandse Zee). Zand spoelt op de kust aan doordat de snelheid van de aankomende golven groter is dan die van de terugstromende. De grove korrels zand worden dus wel naar het strand meegevoerd en afgezet, maar worden niet meer zwevend gehouden in de zeewaarts terugkerende stroom. Ze bezinken, en alleen de fijnere silt- en kleideeltjes worden door de golf mee teruggenomen. Die worden op den duur steeds verder zeewaarts gespoeld.
Dit zand wordt landwaarts geblazen door westelijke stormen waar het opgevangen wordt door de planten.
Welnu het zand in zee komt daar via lozingen door onze grote rivieren: de Schelde, Maas, Rijn... Dit zijn rivieren die in West Europa door kalkrijke gebieden stromen (Ardennen, Eifelgebergte ..). Vandaar veel kalkrijke mineralen. Tot Bergen is de zeestroming en ook het zandtransport hoofdzakelijk noorderlijk. Ten noorden van Bergen is de zeestroming zuiderlijk. Die 2 stromingen botsen dus ter hoogte van Bergen. Dus tot Bergen Rijnzand.
Het zand ten noorden van Bergen tot ten Noorden van Jutland komt van andere rivieren vb Elbe of wel zeer oud gletscherzand en is veel minder kalkhoudend. Men spreekt er van de KALKGRENS
Het schelpengruis in het zand heeft ook een invloed op het kalkgehalte, dat opgelost wordt door het regenwater en beschikbaar komt voor de planten, maar deze invloed is blijkbaar minder dan de oorsprong van het zand. Het bewijs is de zeer duidelijke kalkgrens in Nederland die correspondeert met de tegengestelde stromingen in de zee.
Dit kalkgehalte kan langzaam uitlogen door het (zure) regenwater. Vandaar dat er minder kalk zit in de bovenste zandlagen (als ze gestabiliseerd blijven liggen) en ook in de oude duinen (vb Cabour, meerdere duizende jaren uitloging). Omgekeerd in zandverstuiving en omwoeling zeer bevorderlijk om het kalkgehalte weerom te doen stijgen.De jongste duinen zijn dichter bij de zee zijn over het algemeen kalkrijker en dus over het algemeen nog niet bebost, in tegenstelling tot de oudere duinen aan de binnenduinrand, die meestal hoge duinen vormen (als ze niet als bouwzand weggeschept zijn). Daar is het kalk, door het regenwater en de stabieler duinsituatie, meestal redelijk uitgespoeld (en vindt men meer mossoorten)
Kalkrijk zand is meestal ook ijzerrijk (ingevolge de oorsprong v.h. zand). Om de zandkorrels zit een ijzerhuidje dat het zand een gele kleur geeft.
Ook humus (verteerde plantaardig en dierlijk materiaal dat in de bodem terecht komt) heeft invloed op het kalkgehalte van de bodem. Bij de vorming van humus komen namelijk zogenaamde humuszuren vrij. Die zuren doen kalk sneller oplossen en 'uitspoelen'. Zure regen heeft hetzelfde effect op het kalkgehalte in het duin. Wanneer er teveel kalk uitspoelt (o.a. door de zure regen), dan verdwijnen de verschillen in kalkgehalte in het duingebied en daarmee ook een deel van de variatie in plantengroei. 

VERSCHIL IN UITZICHT
Kalkarme en ijzerrijke zand is geelder (door het ijzer) vandaar de naam "blonde duinen". Ijzer speelt ook een belangrijke rol in het vasthouden, van vocht in de bodem. Hierdoor plakt het zand stevig aan elkaar en is er minder windverstuiving. Kalkarme duinen zijn veel witter, losser en waaien gemakkelijker weg. Vandaar een meer ruig en kaal landschap. 

De flora van kalkminnende bodem bestaat veelal uit stuiken duindoorn; meidoorn; vlier; liguster... die het landschap een weelderig aanzien geven.
In het Noord Nederland groeien meer laagblijvende planten zoals struikheide en berm. 

Door José Decoussemaeker