Operatie Dynamo in De Panne
door Jacky Launoy

25 juni 1939- Aanstelling burgemeester Leon Demailly

Grote volkstoeloop voor het gemeentehuis van De Panne op zondag 25 juni 1939 om de nieuwe burgemeester te huldigen !
De Panne kende een explosie van vreude en wou dit ook laten blijken. Met een ongeziene hoeveelheid tricolore vlaggen aan de gevels zowel in de Zeelaan, de Zeedijk en alle belangrijke straten wilden de inwoners hun sympathie betuigen.

Bloemen worden overhandigd aan de nieuwe burgemeester Léon Demailly. (rechts van de dame Jules Decoussemaeker)

Rechts met de vele decoraties is Marcel Mahieu

Op de eretribune werd Leon Demailly geflankeerd door de liberale senator en burgemeester van Oostende Adolf Van Glabeke.

Vanaf de onafhankelijkheid van De Panne in 1911 tot juist voor de Tweede Wereldoorlog had de clerus nog een grote invloed op het stemgedrag van haar parochianen. Immers t/m burgemeester Abel De Wulf (aangesteld in 1933 door de katholieke lijst Monico) was het bestuur hoofdzakelijk katholiek. Burgemeester De Wulf heeft zijn ambt vroegtijdig moeten stopzetten wegens ziekte midden 1936. Tussen oktober 1936 en maart 1937, was hierdoor een half jaar zonder burgemeester. Pas in maart 1937 volgde Jozef Van Bellinghen (conservatieve katholiek ook van de Monico lijst) burg. Abel De Wulf op om de laatste 18 maanden van zijn ambt af te ronden. Lees>>>.Maar de verkiezingen van oktober 1938 hadden de kaarten een beetje anders geschud door de verdeeldheid bij de katholieken. In de volksmond sprak men van "deze van de Patria" en "deze van de Monico" wat de pers wijzelijker de conservatieven en de Vlaams gezinden noemde.De uitslag van de verkiezingen verleende aan de liberalen 4 zetels, aan de katholieke Vlaams gezinden 4 en aan de conservatieve katholieken 3 zetels.

Een meerderheid werd snel gevormd omdat de "conservatieven" weigerden de standpunten te delen. In "Le Face-a-main", een krantje uit Koksijde beschreef het als volgt: " Les catholiques conservateurs refusant de suivre les pointus flamingants dans leurs idées subversives avaient patriotiquement fait cause commune avec les conservateurs . C'était là une solution de bon sens que tout La Panne attendait." Zo werd Léon Demaiily de eerste liberale burgemeester van DP en Dokter. J. Vereecke (K) 1 ste schepen en Marcel Mahieu (L) 2de schepen. Ze wisten nog niet wat hen te wachten zou staan 1 jaar later.

Viering van de benoeming van Leon Demailly als eerste liberale burgemeester van onze gemeente.

Het organiserend comité van de viering van de benoeming bestond o.a. uit August Ruyssen, Charles Crevits, Alfonds Van Düuren Mevr. Gaston Gevaert ( Rachel Bruynooghe), Mevr. Julie Berquin.
Er werd
eerst een folkloristische stoet georganiseerd die om 15.00 u vertrok aan de Oosthoek en een ingewikkeld parkoers aflegde via Veurnestraat, Koninklijke baan, Maskenslaan, Kerkstraat,Zeelaan, Poststraat, Kasteelstraat, Markt, Zeelaan, Sloepenlaan, Nieuwpoortlaan, Duinkerkelaan, Zeelaan met defilé voor de eretribune. Er waren mooie prijzen voorzien voor de praalwagens, groepen en individuelen. De muziekale begeleiding werd verzorgd door 5 muziekkorpsen. De Panne had toen 3 muziekkapellen, 2 van de katholieke partijen en 1 liberale, Panne Vooruit. De twee eersten hadden geweigerd deel te nemen.
Om 21.00 u was er een volksbal, een taptoe en als afsluiter een groot vuurwerk. Toelating van het gebeuren werd gedaan door Schepen Jerome Ver Eecken en secretaris August Constant. De Politie commissaris is Dekeukelaere. Er was een toespraak door schepen Marcel Mahieu, het enige katholieke raadslid dat aanwezig was op deze viering .
De krant " Le Coxydois" publiceerde op 1 juli 1939 een artikel over deze stoet waarbij ze de opmerking maakte : "
N'est-il pas triste de voir que cette ignoble politique de partis peut amener les gens jusque là et nuir ainsi aux intérêts d'une commune "

24 mei 1940

Vluchtelingen in de Duinkerkelaan

Op een stukje kladpapier schreef toenmalig burgemeester Leon Demailly : maandag 24 mei 1940" Eerste bombardement te Veurne. In de week van 19 mei op 26 mei vielen we zonder gas en dan enige dagen later zonder elektriciteit en zonder water."

Stel je voor hoe onze bewoners zich moeten gevoeld hebben! We waren dan nog overspoeld met duizenden vluchtelingen die niet over de grens mochten.

25 mei 1940

Nieuwpoortlaan

Tijdens de meidagen 1940 werd onze gemeente niet alleen overspoeld met vluchtelingen en soldaten maar ze kwam ook onder vuur te liggen van de Duitse Wehrmacht en bombardementen van de Luftwaffe. Onze brandweer waarvan de commandant Demolder als reserveofficier onder de wapens was geroepen werd vervangen door O/Lt Oscar D'Haveloose als waarnemend korpschef. Ook Sergeant Henry Brouckxou was ingelijfd bij het Belgisch leger waar hij tijdens zijn dienst gekwetst werd en later zou overlijden in het hospitaal te Brugge. Overleg met de huidige brandweercommandant leerde me dat tijdens de verhuis naar de nieuwe kazerne in de loskaai " oude papieren" verloren gingen zodat ik me enkel kan baseren op een verslag van de waarnemende commandant gericht aan Burgemeester Demailly: "Hoewel de brandweer reeds op 8 mei 1940 werd opgedragen bestendige wachtdiensten te verzorgen kwamen ze echt pas in aktie op 15 mei toen De Panne overrompeld werd door vluchtelingen en soldaten. De brandweer moet dan vooral samenwerken met de burgerwacht om de winkels te beschermen tegen overrompelingen.

Bij de talrijke vluchtelingen bevinden zich ook brandweerlui uit Brussel en Vilvoorde. Deze laatsten zijn nog in het bezit van een brandweerwagen met een draagbare motorpomp. Ziehier wat het verslag vermeldt:

"Op 25 mei wordt ons korps versterkt door een brandwagen van Vilvoorde met draagbare motorpomp. Naast luitenant Nauwelaerts, diens zoon en een brandweerman van Vilvoorde boden volgende mannen hun diensten aan: Podevyn Edmond, brandweerman te Brussel, Vanderveken Jean en Gronen Joseph beide brandweerman te Anderlecht".

Deze groep is ons goed van pas gekomen in de opeenvolgende bombardementen daar ze versterkt met enkele onzer mannen een volledige groep konden vormen met eigen materiaal.

Solidariteit bij de brandweer voor, tijdens en na Operatie Dynamo.

26 mei 1940

Op het wrak zit de vader van Jacky, Firmin Launoy, toen 30 jaar oud te poseren. Foto uit Privé-collectie. De opzoeking gebeurde door Johny Recour.

Tijdens de 18-daagse veldtocht werden de geallieerde troepen gesteund door de RAF. Sommige squadrons vertrokken uit Engeland maar in het heetst van de strijd met de Luftwaffe werd soms te laat naar hun brandstoftank gekeken. Een patrouille moest daarom een noodlanding maken op onze stranden. Piloot Kenneth G.Hart deed dat in De Panne. Hij was ongedeerd en is terug ingescheept naar Engeland.

Uit de notulen van de kerkfabriek van O-L-Vrouwparochie leren we het volgende: "Zondag 26 mei. Natuurlijk geen processie. Enkel gelezen missen zonder sermoen. Veel volk vlucht verder. Luchtgevechten soms tijdens de mis. Tijdens een begraving stond de pastoor alleen bij de lijkbaar; alle andere aanwezigen waren tegen de muur v/d kerk gevlucht; er was weer een luchtgevecht !!!”

Toegevoegd door Johny Recour: "Het wrak waar Firmin Launoy op een vleugel zit is dat van de Spirfire van Squadron Leader Kenneth Grahame HART van het 65e RAF squadron. Hij maakte een geslaagde buiklanding op het strand van De Panne op 26 mei 1940 en slaagde erin zijn eskader in Engeland opnieuw te bereiken op 28 mei 1940. Hij nam deel aan de Battle of Britain (Luchtslag om Engeland) waar ook 13 Belgen aan deelnamen, vloog in Egypte met Amerikaanse Curtiss Tomahawks en uiteindelijk met de lichte Boston bommenwerper. Hij werd op 28 december 1944 neergehaald boven Villafranca in Italië, waarbij hij en zijn bemanning omkwamen. Nog vele anderen waren toen actief boven en rond De Panne en liggen begraven in Adinkerke, Koksijde en omgeving..."

27 mei 1940

Vader Firmin van Jacky Launoy was gemobiliseerd bij de grenswacht en deed dienst tussen wijk "de Mol" en het strand. Hij was gewapend maar kreeg slechts 1 kogel, kreeg het bevel om Friesche ruiters op te werpen aan de grensovergang maar kreeg geen materiaal, de vele Joden die "geparkeerd" werden in een zone die we lokaal "de quarantaine" noemen en nu in het Westhoekreservaat ligt stonden te drummen om de grens over te mogen. Aan de overkant stonden de Fransen klaar maar mochten België, niet binnen.

Algemene toestand in het land is chaotisch:
- Koning verwittigt om 12.30 u Lord Gort dat de toestand van het Belgisch leger onhoudbaar is
- Het B.H.K verwittigt om 14.40 de Fransen dat het front afbrokkelt.
Het drinkbaar water is afgesneden voor heel de streek en er is noch gas noch elektriciteit.
De kanalen zijn opgestopt met boten geladen met allerlei bevoorrading.

De burgemeester kampte met bevoorradingsproblemen voor de duizenden vluchtelingen en verbleef dag en nacht in het gemeentehuis. Er waren voorraden maar ze behoorden tot het leger. Zo lagen er in de vaart Duinkerke-Nieuwpoort aken volgeladen met tarwe, deels half gezonken sommige intact maar de bakkers kregen geen bloem. Het ergste moest nog komen.

27 mei 1940

Neergestort vliegtuig in de Ambachtstraat

Op 27 mei vindt er boven De Panne een hevig luchtgevecht plaats waarbij een Messerschmitt neerstort en een hevige brand veroorzaakt aan de huizen bij het ontploffen van de benzinetank maar ook door 2 brandbommen die gedoofd kunnen worden met zand. Er vallen 16 doden (later begraven in de westelijke hoek van onze begraafplaats) die geborgen worden in samenwerking met de burgerwacht.

29 mei 1940

Op 29 mei is het "alle hens aan dek" bij de brandweer wanneer tijdens een bombardement 12 grote branden uitbreken en onze gemeente te kampen heeft met stukgeslagen waterleidingen en afgeknakte elektriciteits leidingen. De brandweer moet zich beroepen op enkele grote putten en regenputten van villa's. Soms is de brandweer genoodzaakt afzonderlijke branden te laten uitbranden gezien de uitgestrektheid van twee gebouwencomplexen waarvan één een militair hospitaal ( NVDR waarschijnlijk L'Océan ) omringt. De brandweer kon zich pas terugtrekken om middernacht na 10 uur onophoudelijk te hebben geblust tot uitputting van hun watervoorraad. 4 uur later moesten ze opnieuw uitrukken en blussen onder mitrailleurvuur van de Luftwaffe die de Engelsen op het strand en de duinen onder vuur neemt. Dit duur zo voort tot en met 2 juni om 17.00 u waar het onmogelijk wordt nog branden te blussen met water omdat de pompen geblokeerd worden met vuil die in de regenputten aanwezig zijn. Pas op 3 juni 1949 zijn alle branden gedoofd, kan het materiaal in orde gebracht worden en de manschappen een verdiende rust bezorgen. Bij het binnenkomen van het bezettingsleger wordt een bestendige dienst ingericht die gans de oorlog zal gelden.

30 mei 1940

Na de capitulatie van het Belgisch leger en de snelle opmars van de Duitse pantsereenheden trokken de Britse strijdkrachten zich terug en poogden zoveel mogelijk manschappen te recupereren om de strijd verder te zetten. Een belangrijk onderdeel van de Operatie Dynamo gebeurde vanop het strand van De Panne. Bijgaande foto is wellicht het meest gekend omdat ze de wereldpers haalde en werd genomen ter hoogte van de Geitenweg. Villa L'Escale valt daarbij op tussen de villa's en kunnen we snel het onderscheid maken met deze van Bray-Dunes en Malo-les-Bains.

Mijn vader vertelde me veel over die dag en ik citeer hier kort enkele van die verhalen die hij meemaakte vanuit de Zeelaan 176 ( nu 178). " We schuilden in de kelder van de beenhouwerij waarbij een doorgang was gemaakt naar de kelders van het naastliggende Hotel de la Digue. Duitse vliegtuigen en Britse luchtafweer maakten het onveilig om op straat te komen. In het portaal van de apotheek Jongen lagen verschillende gekwetste Engelse soldaten. Scrapnels hadden de voordeur van de beenhouwerij doorboord en ook een schilderij van Ronval die in de winkel hing beschadigd. Op het kruispunt van de Zeelaan met de Nieuwpoortlaan stond een MP stoïcijns de toegang tot het strand te regelen. Enkel Britse soldaten mochten door, de Fransen moesten via de Duinkerkelaan naar hun land trekken. Enkele Belgische soldaten probeerden ter hoogte van de Select toch hun kans. Nederlandse soldaten schuilden in de buurt van de Koninginnelaan waarbij vele gekwetsten vielen. In onze kelder werd een gekwetste Britse soldaat de eerste zorgen toegediend. De vrouwen hebben vooral veel gebeden en veel beloofd hierboven als ze het zouden overleven (wat ook gebeurd is en waarvan ik getuige was in Lourdes begin jaren '50).

Een niet onbelangrijke anekdote las ik in de Memoires van Montgomery wiens hoofdkwartier toen gevestigd was in de duinen in de buurt van de paterskerk van de Oblaten. Op bevel van Churchil moesten een aantal hogere officieren (waaronder Lord Gort en later Generaal Alexander) proberen naar Groot-Britannië terug te keren. De latere veldmaarschalk deed dat te voet langs het strand bij nacht via Duinkerke. Hij had De Panne na de oorlog nog steeds in gedachten en bij een vlucht naar Duitsland na de oorlog vroeg hij de piloot een klein ommetje te maken over de plaats waar voor hem een onderdeel van het "mirakel van Duinkerke" had plaatsgevonden.

In de memoires van Churchil las ik: "30 mei 14.00 u bericht aan Lord Gort: “Volhard in de verdediging van de huidige perimeter om de inscheping zoveel mogelijk te doen slagen. Geef verslag om de 3 u vanuit De Panne…. Als we nog verbinding hebben stuur ik een bevel om terug te komen naar Engeland vergezeld van de nodige officieren…”

Die verbinding was de onderzeese kabel die uitkwam in de RTT gebouwen die nog bestaan ten westen van de paterskerk aan de huidige esplanade en waar na de oorlog de familie Dewever woonde.

31 mei 1940

Een zwarte bladzijde in de geschiedenis van onze gemeente. We beleefden die nacht één van de zwaarste bombardementen die De Panne gekend heeft en toch bleef de materiële schade beperkt omdat het doelwit de Britse troepenmacht was die op ons strand stond te wachten om ingescheept te worden. Ik heb een onuitgegeven tekst geselecteerd uit de notulen van de kerkfabriek van de Onze Lieve Vrouw parochie waarbij o.a. de schade aan de kerk wordt beschreven die amper 100 m verwijderd is van de beenhouwerij van mijn grootouders A.Acou-G.Deconinck. Mijn ouders schuilden toen in dezelfde kelder alsook de familie Van Gaveren, toen hun buren. Ik neem de tekst tamelijk letterlijk over met hier en daar een weglating van niet relevante zin. De beelden komen uit het dossier die zal dienen om de oorlogsschade te staven. De voorgeschiedenis: " Sinds de mobilisatie was het getal inwoners in de parochie veel toegenomen, maar vanaf 10 mei, dag van de oorlogsverklaring, begon de toevloed der vluchtelingen. Met Sinksendag (12 mei) konden de kerkelijke diensten normaal doorgaan, alleenlijk waren de sermoenen kort; ook de E. pater welke de sermoenen moest houden was niet kunnen komen. Vanaf nu begint het aantal H. missen dagelijks te vermeerderen; vele leger aalmoezeniers & brancardier-priesters komen hun mis lezen. Sommige dagen 18. Vluchtelingen worden onder dak gebracht in de onderkerk (nog geen Crypte); het allernoodzakelijkste zoals water is gelukkig ter plaatse....De pastoor stelt zijn keuken & keukenmeid ter beschikking der vluchtelingen niettegenstaande zijn eigen pastorie vol is met andere sukkelaars....
Op donderdag 22 mei heeft de doop plaats van een luitenant vlieger van het Belgisch leger. De ceremonie gebeurde in stilte en met gesloten deuren.
Zondag 26 mei. Natuurlijk geen processie enkel lezen missen zonder sermoen. Luchtgevechten hebben soms plaats gedurende de missen. Ook een begraving vandaag. Op een ogenblik stond E. H. pastoor alleen bij de lijkbaar, alle de andere aanwezigen waren tegen de muren van de kerk gevlucht wegens een luchtgevecht. De volgende dagen gaat de spanning " crescendo. Vliegtuigen zijn niet meer uit de lucht en het afweergeschut zwijgt niet meer. Dinsdag
28 mei, overgave van het Belgisch leger. Nu ook beginnen de kwaadste dagen voor De Panne. De vluchtende engelse troepen willen inschepen voor De Panne wat tot gevolg heeft dat het bezoek van vijandelijke vliegtuigen nog vermeerdert. Het afweergeschut treft een villa in de korte nabijheid van de kerk.
Woensdag 29 mei valt een brandbom op de pastorie. Gelukkig was de pastoor thuis en kon hij dank zij zijn koelbloedigheid de brand doven alvorens grote schade werd aangericht.
Vrijdag
31 mei. De mensen durven zich niet op straat wagen ...menig luchtgevecht. s'Avonds begint de beschieting van De Panne en neemt toe in hevigheid rond 01.00 u om te eindigen rond 05.30 u. De bommen kwamen met een snelheid van 8 per minuut.

De kerk had haar aandeel gekregen: 3 bommen hebben de kerk geraakt en een vierde ontplofte juist voor het portalen een vijfde in de tuin rond de kerk. De kerk was dan ook onbruikbaar...Bij een eerste aanblik scheen de kerk een echte verwoesting te hebben ondergaan maar E.H. pastoor begint dezelfde dag met behulp van enige goede zielen het binnenste van de kerk wat in orde te brengen zodanig dat op zondag 2 juni de kerk bruikbaar was voor de eredienst.....De vluchtelingen in de onderkerk hebben niets te lijden gehad; allen zijn gaaf uit het bombardement gekomen." De impact van de inslagen wordt beschreven zoals aangeduid op de postkaarten en hieronder beknopt weergegeven:
De grootste schade werd aangericht door het projectiel die de voorgevel raakte boven het laatste venster rechts. De muur was niet doorboord maar beschadigd aan de binnen- en buitenkant. De pilaster tussen de 2 laatste vensters was voor de helft weggeslagen. " Stukken steen zijn in het nieuwe orgel terecht gekomen en vele buizen ( orgelpijpen) zijn gekromd. De bominslag (getekend II) nam een gedeelte van het dak en de muur daaronder weg. De bominslag (getekend III) viel juist voor het portaal, verbrijzelde de ruiten en beschadigde muren en eiken deuren. De bom (getekend IV kwam in de hoek terecht...De helft van het dak van de zijbeuk was weg en het gewelf doorboord. Alle ramen ( een 6-tal uitgezonderd) zijn onbruikbaar of geschonden..... Gelukkig bleven
alle kunstwerken zoals de 3 altaren, de communiebank, de preekstoel, de kruisweg en de beelden ongeschonden en de sacristie ongedeerd.

Bij afwezigheid van de voorzitter van de kerkfabriek ( opgeroepen onder de wapens) besluit de pastoor het dak en de vensters te laten herstellen.

1 juni 1940

Foto genomen in het stukje Zeelaan waar mijn ouders en grootouders die nacht hebben beleefd en s'morgens de schade konden taxeren. Let op de vele gebroken ruiten in het hoekhuis die toen de apoteek van Houbaert was, de beschadigde erkers van het Hotel de France enz.

The day after 31 mei 1943.

1 juni 1940. Na een beangstigende nacht waarbij De Panne gedurende 6 uren werd beschoten likte iedereen zijn wonden. Bijgaande Bestuurlijk was er ook chaos maar blijkbaar heeft de toenmalige burgemeester de situatie beheerst. Dit blijkt uit een geacteerde getuigenis van raadslid De Meester tijdens een gemeenteraad na de oorlog: “Bij de beschieting onzer gemeente gaf Leon Demailly blijken van zelfverloochening en was hij een voorbeeld voor de bevolking en de vluchtelingen waardoor hij paniek verhinderde. Bij de inval van de vijand gedroeg hij zich met takt en bezorgdheid voor zijne inwoners…..". De Meester vervolgt: " Wanneer gij na de verschrikkelijke nacht van 31 mei rekenschap gaf van de vernieling heb ik de tranen in uw ogen zien blinken voor het gruwelijke wat gij aanschouwde….Nooit zal ik het ogenblik vergeten wanneer gij op 31 mei voornemens waart de Duitse overheid te gaan opzoeken ...om onze gemeente van hun beschietingen te vrijwaren..”. De Engelsen hebben dit niet toegestaan omdat ze nog hoopten vele manschappen te recupereren.

In de notulen van de gemeenteraad van 27 juni 1940 noteren we:"Het gemeentehuis kreeg een voltreffer (op 2 juni) en kan niet meer bewoond worden. Het bureel v/d ontvanger was totaal vernield. Bijna alle archieven konden worden gered maar er kan geen begroting opgemaakt worden door verdwenen en beschadigde stukken. Raadslid Oscar Gevaert en adjunctcommisaris Maton werden gekwetst tijdens het bombardement.

Om de gewonden te verzorgen was er in De Panne slechts 1 dokter ter plaatse gebleven n.l. Dr Vandaele.

Op militair vlak was Operatie Dynamo nog met 24 u verlengd. In zijn memoires schreef Montgomery: 31 mei: “Het was die avond een onaangename situatie in De Panne. Tijdens de vergadering sloegen de granaten overal om het huis in. Ik gaf bevel dat de mannen die niet van de stranden konden wegkomen langs de zee naar Duinkerke moesten lopen om daar in de haven aan boord van schepen te gaan”

2 juni 1940: Einde van Operatie Dynamo.

Dit beeld werd gemaakt door een Duitse fotograaf en gebruikt als propaganda.

Het strand van de Panne is op die zonnige 2 juni bezaaid met wrakken allerlei. De enige getuigen van die dag waren de Britse soldaten die de achterhoede hadden gevormd van hun leger om de ontsnapping van zoveel mogelijk weerbare soldaten naar Engeland mogelijk te maken. Die troepenmacht werd dan ook krijgsgevangen gemaakt door de eerste Duitse troepen die onze gemeente binnenvielen.

Om te begrijpen wat er verder gebeurde die dag met de burgerbevolking en de gemeentelijke administratie refereren we naar een getuigenis van de heer Ch. Cortier, commissaris te Brussel en alhier "aangespoeld" tijdens de mei-dagen met de stroom vluchtelingen. Omdat hij op het gemeentehuis bij aankomst enkel de burgemeester ziet, zonder secretaris en overmand door de vele vragen om hulp biedt hij spontaan en vrijwillig zijn diensten aan zonder officiële functies. De autoriteiten hebben hem toen ingeschreven als tijdelijke werkkracht van de gemeente. Door de bezetter werd hij aangeduid als "Hilfe-Bürgermeister ".
Een passage uit zijn brief aan commissaris Dekeukelaere van na de oorlog: “ Notre bureau était un véritable marché au poisson. Les boches s’y succédaient , exprimant les exigences les plus diverses, les uns mielleux et “corrects” d’autres en mettant leur pistolet sur la table…comme l’as-aviateur Mölders qui nous faisait tourner en bourriques avec ses menaces constantes... On peut dire que notre bourgemestre menait une vie de chien.”

Om zijn bevolking geen honger te laten lijden had de burgemeester Demailly na de capitulatie van het Belgisch leger 80 ton tarwebloem in ontvangst gekregen. Bij aankomst van de Duitsers plaatsen deze 2 schildwachten voor de loods. De bevolking, in hoge getallen nog aanwezig op dit moment, had een tekort aan brood. Burgemeester Demailly onderhandelt met de toenmalige bezettende Duitse eenheid om over die bloem te mogen beschikken. De bakkers betalen maar eenheden verplaatsen zich, andere officieren hebben andere orders en die bloem maakt deel uit van de oorlogsbuit voor de bezetter.

3 juni 1940

De eerste Duitsers komen De Panne als verkenner binnen en aanschouwen vooral de achtergelaten oorlogsbuit. Hierbij noteer ik enkele opmerkingen die mijn vader of moeder over die dag verteld hebben. De eerste Duitse soldaat die mijn moeder aansprak met " Gnädige Frau " maakte indruk met de beleefdheid waarmee ze de bevolking aanspraken. Dit was hen weliswaar van de hogere officieren opgelegd om het onderscheid te maken met WO I waar de Ulanen een slechte reputatie hadden door hun wreedheid waarbij de bevolking onmiddellijk een vijandige houding aannam. De eerste Duitser die mijn grootvader Foenten Acou, oud-strijder 1914-1918, aansprak vroeg waar hij Kartoffelen kon kopen. In zijn eigen bekende stijl antwoordde Foenten prompt: "Pantoffels hier bij Gevaert rechtover "

De gemeentelijke diensten hadden andere prioriteiten waarbij vooral lijken moesten worden geborgen en geïdentificeerd indien mogelijk. Die taak werd geleid door waarnemend secretaris Florimond Copyn die volgens mijn vader geholpen werd door Cyriel Maes ( later gekende ober na de oorlog) en leden van de Civiele bescherming. Er waren 3 dringende bergingen nodig om de volksgezondheid in onze gemeente niet in het gedrang te brengen. De burgerslachtoffers werden begraven aan de rand van de gemeentelijke begraafplaats grenzend aan het Calmeynbos. De militairen aan de overzijde en hier zou later een triage gebeuren volgens nationaliteit. Er waren uiteraard veel Britten waarvan er regelmatig zouden aanspoelen op ons strand. Velen van deze soldaten kwamen om door mitrailleurvuur van de Luftwaffe. Er waren ook Nederlandse soldaten omgekomen bij een bombardement in de omgeving van de Clod Normand (Koninginnelaan-Nieuwpoortlaan) volgens Willy Acou me vertelde, Belgische soldaten die na de capitulatie hier nog rondliepen alsook Franse soldaten die zowel op het strand sneuvelden als in onze duinen waar ze gehoopt hadden te kunnen inschepen. Die laatste mogelijkheid werd hun geboden de laatste dag van Operatie Dynamo .Tenslotte waren er de vele dode paarden van de Franse artillerie-eenheden. Volgens mijn vader werden deze begraven in de duinen naast het oude watertorentje in de Duinkerkelaan.

4 juni 1940

opruiming van het strand is begonnen.

De Duitse bezetter had na de inval in onze gemeente onmiddellijk een aantal verordeningen laten aanplakken, getekend door de burgemeester " Op bevel" waarbij o.a. plunderingen verboden waren en streng bestraft zouden worden. Alles wat de troepen hadden achtergelaten werd beschouwd als oorlogsbuit. Een aantal jonge mannen werden opgeëist om het strand en de straten vrij te maken. Mijn vader (hier als chauffeur in het tweede voertuig die op sleeptouw genomen werd) en Beyen hadden elk een Bren Carier op de kop getikt en deze bedrijfsklaar gemaakt om zwaar materiaal en afgevuurde torpedo's op de hoogwaterlijn te trekken. Vissers uit onze gemeente waren opgetrommeld om deze objecten vrij te maken, wat niet zonder gevaar was. In het eerste voertuig zit herkenbaar Robert Vande Woude, Piet Vansluys en Pol Selos, verder mijn vader Firmin Launoy, François Leroy en Albert Berquin.

Mijn vader vertelde me na de oorlog nog volgende verhalen: "Om hun rupsvoertuigen te laten rijden moesten ze zelf voor brandstof zorgen. Die haalden ze met een hevel ( rubber slangetje) uit de brandstoftank van achtergelaten voertuigen. Terwijl dit gebeurde namen ze een kijkje in de laadbak. Sommige waren volgeladen met tennisraketten, andere met conserven zoals ananas ( meestal onbruikbaar gemaakt door het deksel te doorboren met een bajonet) maar ook wollen dekens ( van die rode met zwarte strepen), toiletartikelen zoals zeep en vooral blikken met thee. Van dit laatste had Piet Vansluys een aantal meegenomen in zijn Bren Carier en " en passant" afgezet op de stoep voor zijn kapsalon. Zijn moeder ( op de foto de dame in zwarte kledij op de hoek van de straat) hield alles in het oog maar bij hun vertrek was de bakker van naast de deur toch vlugger om alles binnen te halen. Mijn vader deed hetzelfde met een kist "zeepblokjes" die bij controle nadien blokjes dynamiet bleken te zijn. Die wollen dekens heb ik thuis nog gekend want mijn moeder had er éen gebruikt om zich als Indianenscaw te verkleden voor carnaval en ook in de hotels naast ons kwamen ze te voorschijn bij de jaarlijkse grote kuis.

De ingezamelde wapens werden door een andere Duitse ploeg eerst op de Sloepenplaats verzameld en nadien naar Adinkerke vervoerd. Op het bezit van wapens stonden zware straffen. In de jaren '60 toonden twee buren me handvuurwapen die ze van die hoop geplukt hadden en een boer uit de Veldstraat toonde hoe de zoldering van zijn hooizolder verstevigd was met Engelse Lee Enfields. Van dit type geweer had ons " clubje" van de Kittelhoek er elk één (weliswaar onbruikbaar gemaakt door Jerome Mus) om soldaatje te spelen. We gingen ze bij laag tij zoeken op het strand. "We" dat waren naast mezelf Gilbert en Norbert Mus, Claude en Ronny Declercq, Robert Velghe en zijn broertje Tjieten, Gilbert Beyaert en de Tailleux's.

De oliedop van de gewone camions, meestal Bedford's, die de Engelsen hadden achtergelaten was verwijderd en gevuld met zand. De eerste Duitse chauffeurs verwijderden algauw de lederen zittingen om deze te leggen op de gewone houten zitbank van hun voertuig. De betere auto's die de Engelse officieren van het hoofdkwartier hadden achtergelaten in de buurt van de Paterskerk veranderden snel van eigenaar. Voor hun intrede in De Panne waren er burgers die zich voorzien hadden van een moto en deze in losse onderdelen de hele oorlog hadden verstopt. Willy Berquin had zijn exemplaar ingegraven in het duintje tussen villa Tamarix en de garage Moeneclay maar de moto heeft de oorlog niet overleeft wegens onvoldoende beschermd.

Nieuw gemeentehuis in juni 1940

Gemeentehuis in het huis van de familie Huysseune in de Zeelaan

Tijdens de zware bombardementen van 31 mei 1940 werd het toenmalig gemeentehuis getroffen door een voltreffer. Hierbij werden raadslid Oskar Gevaert en Adjunct-commisaris Rafaël Maton zwaar gekwetst en overgebracht naar het kasteeltje aan de overzijde van de Zeelaan waar ze de eerste zorgen werden toegediend door apotheker G. Sandyck van de luchtbescherming Ledeberg gezien in die periode slechts 1 dokter ( Vandaele) aanwezig was in de gemeente. R. Maton overleed jammer genoeg aan zijn verwondingen. Het gemeentehuis kan niet meer bewoond worden en er moet uitgekeken worden naar een vervangend pand. De keuze valt op een herenhuis van de familie Huysseune in de Zeelaan en gelegen tegenover de Markt. Het gemeentepersoneel dat tijdens die woelige dagen voltallig op post was gebleven zou zorgen voor de verhuis. De voltreffer had bijzonder schade veroorzaakt aan de ontvangerij waarbij belangrijke documenten verloren gingen zodat er later geen begroting kon opgemaakt worden zoals voorgeschreven door de hogere overheid. De keuze van dit nieuw gemeentehuis, waarvan later zou beslist worden of het pand gehuurd dan wel gekocht zou worden werd met algemene instemming van de gemeenteraad goedgekeurd.

Die voltreffer was wellicht geen toeval en bijna zeker was het gemeentehuis een doelwit omdat daar ook
Lord Gort en leden van zijn staf zoals Alexander en Montgomery vergaderden. In de memoires van deze laatste lezen we :31 mei: “Het was die avond een onaangename situatie in De Panne. Tijdens de vergadering sloegen de granaten overal om het huis in. Ik gaf bevel dat de mannen die niet van de stranden konden wegkomen langs de zee naar Duinkerke moesten lopen om daar in de haven aan boord van schepen te gaan”

Een ander feit is dat na de oorlog een inwoner van onze gemeente aan burgemeester Demailly schriftelijk vergiffenis heeft gevraagd voor het feit dat hij als artilleriewaarnemer had gefungeert vanop het dak van zijn huis. Deze brief werd na de oorlog moedwillig vernietigd. Er is ook geen duidelijk bewijs dat het gemeentehuis als hoofdkwartier van de Britse troepen een doel was. Deze feiten werden me persoonlijk meermaals verteld dicht bij de bron.

Op het hoogste niveau ( Generaal von Falkenhousen, die administratief gans België en het Noorden van Frankrijk onder zijn gezag had) werd besloten dat de lokale besturen zouden blijven functioneren volgens de toenmalige wetten en reglementering voor zover die niet indruisten tegen de belangen van Das Reich. Daarom moesten er enkele aanpassingen gebeuren bij ons lokaal bestuur. Eerste schepen Dr Jerome Ver Eecken was tijdens die periode onwettig afwezig en daarom werd op de dagorde van de gemeenteraad van 27 juni voorgesteld om Engel Beyen als oudste raadslid en eerste op de voorrang als dienstdoende schepen te benoemen ter aanvulling van het schepencollege. In extremis las de burgemeester bij het begin van de gemeenteraad van 10 december 1940 een brief voor van Dr J. Ver Eecken waarbij deze "zijn ontslag" intrekt. Rare situatie als je leest in het verslag van de gemeenteraad van 10 juli 1940 dat de raad kennis neemt van de "schorsing" van de heer Ver Eecken Jeroom als schepen van De Panne.

Een ander punt was het ambt van gemeentesecretaris. Jozef Degrieck was eerder al verkozen met 7 stemmen uit 3 wettelijke kandidaten maar nog niet aangesteld en ingezworen omdat hij zich op bevel zoals vele dienstplichtigen naar Frankrijk had moeten begeven. Hij werd aangesteld op een speciale gemeenteraad op advies van de arrondissement-commisaris op 30/08/1940. In afwachting wordt zijn taak overgenomen door Florimont Coppyn, gemeentebediende sinds 1/1/1927 en waarnemend secretaris (na de dood van Aug. Constant) van 30/11/1939 tot 10/07/1940.

Hoofd van de brandweer Antoon Demolder was onder de wapens geroepen als officier en tijdelijk vervangen door Onder-Luitenant Oscar D'Havelooze. Na zijn demobilisatie en thuiskomst stelt de raad hem voor de keuze ofwel zijn dienst als hoofd van de brandweer terug op te nemen of zijn ontslag in te dienen.

Het nieuwe gebouw zal later ook de politie huisvesten en de familie van Jef Demolder en zijn vrouw Fientje zal er ook huisbewaarder zijn.

Burgemeester Demailly redt 102 vreemdelingen van deportatie

De context van het verhaal moet men situeren in maatregelen die de Duitse overheid nam om controle te verwerven over de burgers in onze gemeente. De eerste dagen van juni werden in De Panne op bevel alle " aangespoelden" (lees burgelijke vluchtelingen) verplicht zo snel mogelijk " de haardstede " te vervoegen. Nadien werd gecontroleerd of er zich ook nog joden in De Panne bevonden en zo ontdekte men in de civiele lijst dat er mensen waren met een andere nationaliteit dan Belg. Het betrof waarschijnlijk gemengde huwelijken zoals nu nog dikwijls gebeurt als je in een grensgemeente woont. Gezien een brief van de "hulpburgemeester" Cortier gewezen commisaris van Brussel aan zijn collega Dekeukelaere commisaris te DP, is opgesteld in de Franse taal zal ik soms passages lettrelijk overnemen. Namen van slachtoffers haal ik uit een gezamelijke , ondertekende, bedanking aan de burgemeester daterend van september 1940.

De feiten op een rijtje: 2 pogingen werden ondernomen om 102 mannen en vrouwen van vreemde origine aan te houden en te deporteren. De burgemeester betwist bij de Standortkommandant de wettelijke grond van deze aanhoudingen. Bij een derde poging lukt het Duitsers om deze inwoners van De Panne die Fransman geworden waren door hun huwelijk aan te houden. Ze werden op de zeedijk verzameld en opgeladen in vrachtwagens met hun valies en een deken, vrouwen en mannen van elkaar gescheiden. Burgemeester Demailly " était rouge d'émotion, désolé devant son impuissance " . De burgemeester richt zich dan tot de aanwezige ambtenaren met de vraag wie bereid zou zijn deze vrachtwagens te volgen om te ontdekken bij de volgende hogere autoriteiten of er nog een mogelijkheid bestond om die aanhoudingen teniet te doen. Cortier schrijft verder:
" Le brave Florimond Coppyn
(waarnemend secretaris) s'est joint à nous avec des livres et quand nous avons pris congé, le Bourgemestre nous a dit, les larmes dans la voix: Je ne vivrai plus jusqu'à votre retour". De begeleiders komen eerst in Gent terecht, waar de vrouwen gelost werden, en richten zich tot de bevoegde autoriteiten. Ch. Cortier legt uit hoe de gesprekken verliepen: " A force d'astuces, nous avons pu faire admettre les limites dans lequelles les differents "cas" pouvaient se discuter....avec beaucoup de culot on arrivait à rouler ces Messieurs assez facilement." Om elk "geval" te onderzoeken werden de vrouwen verplicht één voor één te defileren voor een lange tafel waarachter een soort geimproviseerde rechtbank had plaatsgenomen. Ch. Cortier en Fl. Coppyn waren beide opgesteld tussen 2 Duitse officieren "..;vous (lees: Demailly) et Coppyn faisant figure d'assesseurs, le tout agrémenté de plantons en armes". De volgende dag vervoegen Fl. Coppyn en de commissarissen Dekeucelaere en Cortier de aangehouden mannen te Aalst waar hetzelfde scenario plaats vindt en ze de zaak verdedigen voor dit oorlogstribunaal.( Il y avait de quoi nous faire fusiller " De burgemeester heeft inmiddels de vrijgelaten vrouwen begeleid naar De Panne. Hij laat het aan Demailly over om zijn verhaal van de terugtocht zelf te doen ( NVDR: ik heb het niet teruggevonden) maar Ch. Cortier schrijft verder nadat ze de vrijheid van de mannen bekomen hebben : " Lorsque je suis rentré à minuit avec ma cargaisonle bourgemestre L. Demailly faisait les cent pas dans la rug et il m'a embrassé en pleurant tout en répétant à plusieures reprises : " Et il n'en manque pas un "

Ik noteer hier enkele namen van de ontvoerde mannen en vrouwen die ik kan aflezen uit de handtekening: Cloetens, E.Claus, Mr en Mme Millet, J. Trauwkens, Angèle Ryckman, Marteel, Wildemeersch, G.Beaumois, Mme Dupont, Mr en Mme Dubus, Berteloot, Mr en Mme Grudeler, Marie Declerck né Leruste. e.a. die ik niet kan lezen.
Bron: brief van Ch. Cortier, gewezen commisaris van Brussel aan zijn collega Dekeukelaere, commisaris te De Panne.

november 1942: Oorlogsburgemeester Dr Charlet

Oorlogsburgemeester Dr Charlet


Had de zetelende burgemeester Leon Demailly onvoldoende zijn bevolking gediend of beschermd ? Had hij de afspraken met de bezetter niet nageleefd of konden hem subversieve daden worden verweten ? Veel officiële stukken hierover zijn me op heden onbekend over de periode 1942-1944 waarbij Demailly werd vervangen door " oorlogs-burgemeester" Dr. Charlet.

Om op de eerste vraag een antwoord te bieden baseer ik me op een getuigenis van Ch. Cortier ( onze Hilfe-Burgermeister, maar benoemd door de raad als bediende wegens een tekort aan personeel) in verband met het aanduiden van gijzelaars voor nog niet gepleegde daden.

" Op een dag werden we uitgenodigd door de plaatselijke Kolonel in het Hotel du Parc. Op de dagorde van de bezetter stond een preventieve aanhouding van gijzelaars om de beschadiging te voorkomen van telefoonlijnen omdat dergelijke daden hadden plaatsgevonden te Nieuwpoort. De Duitse wilde niet wijken van zijn standpunt en geen enkel argument die we aanbrachten kon hem raken. Met de moed der wanhoop en ten einde raad hebben we geopperd dat de lui die deze kabels doorsneden waarschijnlijk beroepsspionnen waren en dat het onze rol niet was met hen de strijd aan te gaan en dat dit beschreven stond in de Conventie van Den Haag. Hij was zodanig onder de indruk dat hij heeft bezweken. Noch hijzelf, noch wij hadden ook bewuste regels gelezen in deze Conventie.
Besluit: een t
waalftal Pannenaars hebben nooit geweten dat ze die bewuste avond niet in hun bed hadden geslapen. De burgemeester die dit gedaan kreeg zonder het nadien van de daken te schreeuwen maar uit plichtsbesef was Demailly."

Er waren echter nog andere feiten waarvoor de burgemeester Demailly werd aangeklaagd om hem uit zijn ambt te kunnen ontzetten. Eén hiervan hebben we reeds in zijn context beschreven in een bovenststaand verhaal en betrof de ter beschikking stellen van de 80 ton tarwebloem achtergelaten door het Belgisch leger na de capitulatie. Hiervoor had de burgemeester de toelating van de aanwezige Duitse bevelhebber maar troepen zijn steeds in beweging en officieren wisselen. Verder geen enkel spoor in de Duitse archieven over die afspraak maar die plots grote gevolgen heeft. Ik citeer: " L'affaire devient pénible car nous étions entourés par les " chemises noires" qui voulaient la peau de Demailly. Elles ont failly l'avoir."

Meer dan een jaar later, op een zaterdagnamiddag duikt de commandant Bosch van Veurne op, vergezeld van de Arrondissement commisaris en Feldgendarmen met de beschuldiging van een " Détournement de butin de guerre" en brachten de burgemeester voor de Krijgsraad te Brugge. Dit had tot gevolg dat de Gouverneur vroeg aan Burgemeester Demailly om zijn ontslag in te dienen gezien hij moeilijkheden had veroorzaakt bij de bezetter. Demailly heeft de moed gehad om te antwoorden dat hij weigerde ontslag te nemen en dat hij de volle verantwoordelijkheid op zich nam van zijn daden. Het had hem zijn hoofd kunnen kosten ! Beide politie commisarissen hebben zijn verdediging voorbereid en als hij ontsnapt is aan het ergste is waarschijnlijk omdat de Duitsers vonden dat zij die de aanklacht hadden ingediend, overdreven hadden.

Demailly werd vervangen door Dr Charlet, houdt zich verder gedeisd in Hotel de la Digue, wordt bij de bevrijding Van zijn gemeente door Maurice Neyt in naam van Force Belge teruggehaald uit Woumen waar hij verbleef na de instelling van een Sperrgebiet en zit als burgemeester de eerste gemeenteraad voor op 23 december 1944 om o.a. de begroting goed te keuren en zijn secretaris Jos Degrieck te kunnen betalen van een achterstallige wedde.

Bron: Jacky Launoy en Leon Demailly