Wie was Gusta Krokke

Volgens Maurice Velghe, die trouwens het hoofd van de reuzin heeft gemaakt, was Gusta Krokke van Poolse origine. Haar echte naam was Pollefyt.

"..Ze groeide op in De Panne en werd een aparte figuur in de gemeente, als enerzijds de waardin uit “Het Visscherswelzijn” (een café aan de Oosthoek/Veurnestraat) en anderzijds een visverkoopster, die regelmatig met een stootkarretje langs de straten trok. Vertrouwd met de gewoonten van de toeristen kneedde zij hen naar haar hand en al was haar uitgebreide woordenschat niet altijd kieskeurig gekozen, de verlofgangers die geen sikkepit van haar rauwe gezegden begrepen, kochten bij voorkeur hun scholletjes, plaatjes of kabeljauw bij Gusta. Er kon bezwaarlijk betwisting ontstaan nopens de bijnaam van de uitbater van “Het Visserswelzijn” Gusta’s vent, want in reuzeletters stond onder het “insigne” vermeld: “Bij Lehouck, bijgenaamd Spekke” op het voorland stond een zelf ineengetimmerd houten stel dat met de wind meedraaide en waaraan “schulletjes en totjes te drogen hingen". De badgasten kenden goed de weg naar Spekke Krokke’s en zo zag men hen vaak in de stoeltjes aan een ferme Schotse scholle peuzelen, begoten met een schuimend glas bruine. In de voor en nazomer ontmoette men Gusta op de kermissen en velokoersen van de omtrek met een volle mand droogvis en zij keerde nooit huiswaarts voor die uitverkocht was..."

Tekst komt uit “De Herbergen uit de jaren twintig” blz 149 van Albert Dawyndt

Dat ze buiten visverkopen ook zelf een goed pintje kon verzetten lag voor de hand. “Vis moet immers zwemmen” zegt men dikwijls. Het spreekt dan ook voor zichzelf dat ze ’s avonds wanneer haar vis al of niet verkocht was, dat ze in een toestand verkeerde die men in De Panne “Krikke”(dronken) noemt.

Maar buiten al die gaven en gebreken blijft ze in De Panne samen met Stinne Keun en Gusta Krabbe, figuren die blijven voortleven in de verbeelding van een tijdperk dat helaas is overgegaan naar de folklore.

Soms is er verwarring tussen Gusta Krokke en Krabbe (=Elodie Vanneuville (1901) echtgenote van Posper Jacobs , "Gusta" Krabbe is verkeerd). Piet Verstraete schrijft: "Krabbe woonde op het einde van de Veurnestraat aan de (oude) draai naar Veurne. Daar had zij ook een viswinkeltje.Het huis (door mijn vader gebouwd) staat er nog , nu met carport ernaast. De Gusta Krokke daarentegen dronk meer dan ze verkocht.Ik heb haar nog naar huis zien voeren op haar viskarre.Ze woonde in de Veurnestraat waar nu het straatje naar de Blauwe Distel is.Haar vissershuisje moest daarvoor afgebroken worden. Maar ook Rachel Snoek deed (alleen in het garnaalseizoen) haar ronde met garnalen en stond heel vaak in de namiddag (na de gernoarsmine),met haar karre aan Neyts’ cafe = hoek Zeelaan en Sloepenlaan"

Elodie Vanneuville. Alias "Krabbe" door Photo De Meyere, Zeelaan 89

Krabbe (niet: "Gusta" Krabbe) was familie van de moeder van Georges de Vent. Ze zei immers 'Tante Krabbe' tegen haar. Ze had ook een kleine viswinkel aan den Oosthoek en ging sporadisch ook met een kar vis aan de man brengen.

Een foto van Pros en Krabbe en een krantenartikel