Windmolens Europa

Europa loopt voorop in windenergie op zee en moet dat zo houden. Er valt nog een enorm potentieel aan capaciteit te ontginnen. Dat is de boodschap die de Europese Commissie brengt met haar nieuwe offshorestrategie.

Vandaag staan er in de Europese zeeën, vooral de Noordzee, voor 12 GW windmolens (waarvan 2 GW in Belgische wateren en 10 GW in Britse).Daar moeten snel de eerste projecten met getijden- en golfenergie bijkomen. Volgens het rapport is het mogelijk om tegen 2030 te landen op 60 GW windenergie en 1 tot 3 GW getijden- en golfenergie. Tegen 2050, als Europa klimaatneutraal wil zijn, zou er al voor 300 GW windenergie op zee moeten staan, dat is 25 keer meer dan vandaag. Getijden- en golfenergie moet dan volwassen zijn en 60 GW leveren.

Dat zijn enorme vermogens, waar ook een dito inspanning ­tegenover staat. De Commissie rekent voor dat er tegen 2050 een ­investering van liefst 789 miljard euro nodig is (incl golf en getijden energie). Maar de zee levert dan wel de ruggengraat van de ­Europese energiebevoorrading.

Als we deze doelstellingen bereiken, boeken we niet alleen significante vooruitgang in de decarbonisatie van de stroomproductie. Er komen ook belangrijke voordelen in termen van banen en groei, die bijdragen aan het herstel na covid.

Voor het behalen van de doelstelling moet minder dan 3 procent van de Europese zeeën opgeofferd worden. Dat kan samen met een strenge milieubescherming en biodiversiteit.

Het investeringstempo nmoet wel flink omhoog. Met het huidige beleid komt Europa in 2050 maar aan 90 GW. Europa en de lidstaten moeten dus meer samenwerken, investeringen faciliteren, onderzoek financieren tot het rijp is voor de markt en offshoretechnologie wereldwijd exporteren. Technologische vooruitgang en lagere prijzen doen de rest.

Twee derde van de 789 miljard euro gaat naar het elektriciteitsnet, een derde naar de energieopwekking zelf. De Commissie rekent erop dat de bulk van privé-investeerders komt. Het tempo van de investeringen moet ongeveer verdubbeld worden in de komende tien jaar.

De regering wil de tweede zone windmolens voor de Belgische kust, goed voor 2,2 GW extra, zo snel mogelijk realiseren (Het Princes Elisabethpark). Voor de aansluiting op het elektriciteitsnet rekent ze op 2025-2026.
Indien mogelijk zal België zelfs buiten de territoriale wateren, verder in de Noordzee, investeren in windmolens, via een internationaal consortium.

Offshore-energie komt niet alleen ­van vaste windturbines op zee, maar ook van drijvende turbines en zonnepanelen. Daarnaast wil de EU inzetten op oceaanenergie, zoals golfslag- en getijdenenergie, en het gebruik van algen voor de productie van biobrandstoffen.

Bron: Wim Winckelmans in De Standaard van 19 november 2020

Nieuwe algemene doelstelling Europa
Om het doel van een klimaatneutraal Europa tegen 2050 te ­bereiken, in lijn met het klimaatakkoord van Parijs, moet de EU haar ambities voor het komende decennium opvoeren en haar klimaat- en energiebeleid updaten. Daarom steunt de Europese Raad een bindende Europese doelstelling van een netto reductie van de broeikasgassen tegen 2030 van minstens 55 procent in vergelijking met 1990 in plaats van de voorziene 40 procent.
Om Polen en Hongarije over de streep te trekken, vermeldt de tekst dat het om een gezamenlijke Europese doelstelling gaat en dus niet geldt voor elk land afzonderlijk. Dat moet toelaten dit op ‘de meest kostenefficiënte manier’ te realiseren. ‘De nieuwe doelstelling voor 2030 moet zo bereikt worden dat de concurrentiekracht van de EU bewaard blijft en houdt rekening met de verschillende startpunten en nationale omstandigheden. net als de verzekering dat elk land het recht behoudt om autonoom te beslissen over zijn energiemix en de meest geschikte technologie.
Kernenergie komt niet op de zwarte lijst.
Als het kan rekenen op het geld uit de meerjarenbegroting en het Just Transition Fund dat de sociale gevolgen van de transitie moet helpen opvangen, is Polen ook bereid om mee te stappen in de doelstelling van klimaatneutraliteit in 2050 voor de hele EU. De EU-leiders beklemtonen ook dat er zowel publieke middelen als privékapitaal aangetrokken moeten worden om groene investeringen te doen. Daarom krijgt de Commissie de opdracht om tegen juni 2021 een wetgevend voorstel uit te werken met normen voor de uitgifte van groene obligaties.

De Britse regering van Johnson wil binnen tien jaar 40 GW aan stroom uit windmolenparken op zee installeren (nu 10 GW).

De keuze voor offshore windenergie is logisch, gezien de steeds verder dalende prijs en het grote potentieel voor het Britse eiland. Maar het verouderde stroomnet, dat onvoldoende is aangepast om grote fluctuaties op te vangen, lijkt de achilleshiel van Johnsons ambities te worden. Critici wijzen erop dat de regering daar amper middelen voor vrijmaakt.

Terwijl ons land zijn kerncentrales sluit en gascentrales wil bouwen om hernieuwbare-energiebronnen te flankeren, zet Johnson zijn geld in op nieuwe reactoren: kleinere, modulaire en daardoor mogelijk goedkopere kerncentrales moeten bewijzen dat de technologie nog een toekomst heeft. (De bouw van de Hinkley Point-centrale in Somerset heeft niet alleen jaren vertraging opgelopen, maar is ook boven het voorziene budget gegaan. Bovendien werden plannen voor een tweede nieuwe reactor in het VK nog maar onlangs ­opgeborgen door het Japanse ­Hitachi. Voorstellen voor een nieuwe reactor in Suffolk worden nog onderzocht, maar de Britse regering laat niet in haar kaarten kijken hoe ze die bouw wil betalen).

Johnson zet hoog in op investeringen in nieuwe technologische ontwikkelingen, zoals de productie van groene waterstof en batterijen, of het opvangen en opslaan van koolstof (CCS). Deze nog onzekere technologieën zullen het land niet alleen koolstofneutraal maken, maar ook ‘honderdduizenden groene banen’ opleveren, zei hij in een statement. In totaal hoopt de regering 250.000 nieuwe banen te scheppen. Zowel hoog- als laaggeschoolden zullen aan de bak komen, door ook in te zetten op de ­renovatie van gebouwen en het beschermen van zware industrie met hulp van de CCS-technologie. Zo wil Johnson tonen dat hij het ­industriële noorden, dat hem hielp Labour te verslaan bij de verkiezingen vorig jaar, niet uit het oog is ­verloren.

Volgend jaar organiseert het VK de jaarlijkse VN-klimaattop (in Schotland) en met zijn tienpuntenplan wil Johnson zich van zijn meest ambitieuze kant tonen. Maar waar hij aan voluntarisme geen gebrek illustreert, stellen Johnsons critici zich vragen bij hoe hij de plannen wil betalen.

Van de voorziene 12 miljard pond is 8 miljard ‘nieuw budget’, zegt de regering.

Ook de gezaghebbende klimaateconoom Lord Nicholas Stern (London School of Economics) noemt het plan ‘een cruciale stap’ naar een koolstofarme ­samenleving, maar roept op om dieper in de buidel te tasten om het ook waar te maken.

Uit de Standaard door Korneel Delbeke

copyright Lee Smith/rtr