Verdeling eigendommen Zeedijk
De urbanisatie van De Panne Bad is gestart in 1892 met de aanleg van de Zeelaan. (amper een goede 120 jaar geleden!!). Deze majestueuze weg van 22 m breed waarvan 3,5 m geplaveid werden met kasseistenen heeft Pedro Ollevier betaald door grote gedeelten van het gebied van 20ha tussen de Zeelaan en de grens met het terrein van Bortier te schenken aan zijn aannemer Bonzel uit Lille. Ook was inbegrepen een Zeedijk van 22 m + 5m terrassen te nivelleren evenals de dwarsstraten ("rampen" genoemd) van 16 m voorzien en de Duinkerkelaan en de Nieuwpoortlaan (18m) waarvan het eerste blok ook bestraat werd. De aldus 11 ontstane blokken van 100x45 m werden onder de 2 eigenaars afwisselend verdeeld als bouwgrond (op uitzondering van het eerste perceel van ten oosten van de Zeelaan welke Ollevier wou bouwvrij houden om later een monumentale casino of iets dergelijks op te richten). De eerste blok aan de "Mont Blanc" was van Ollevier, het tweede van Bonzel (waar de eerste casino zou komen), het derde terug aan Ollevier enz..
Zo behield Ollevier nog wat greep op de urbanisatie van Bonzel. Van iedere blok van 100m moet nog een zijstraat van 16m afgetrokken worden zodat alle verkavelingsblokken precies 84 m bedragen. Dumont had voorzien om elke blok in 10 percelen te verdelen: dus iedere gevel 8,4 m. Ongelukkiglijk hebben achteraf de grondeigenaars meer percelen willen maken en zijn vele nu slechts 5 à 6 m breed. Het was ook de bedoeling om de hoekhuizen van torentjes te voorzien. Achteraf hebben ook de grondeigenaars 2 zijstraten bijgemaakt: nl Suzanneweg (om de casino te scheiden) en de Ankerweg.
De aanleg van de Zeelaan in 8 maanden was het startsignaal voor de verdere urbanistische ontplooiing van de badplaats. (Voor de volledige stratenaanleg voor die blokken heeft Bonzel 9 jaar nodig gehad).
Het is dus een privé initiatief die de start gegeven heeft voor de toeristische ontwikkeling van de plage La Panne Les Bains. Dergelijke projecten waren al vroeger bezig in de ander badplaatsen. Daar ook hebben immobilia maatschappijen een befaamde architect als urbanisator onder de arm genomen die zijn zal geven aan de wijk: E. Colinet in De Haan, O. Van Rysselberghe in Westende, J. Strübben in Duinbergen, B. Crombez in Nieuwpoort. In De panne is het Albert Dumont (1853 - 1920) en Georges Hobé ( 1854-1936) die aangesproken worden om de urbanisatie van de verkaveling uit te werken en te zorgen dat met hun befaamdheid de nieuwe badplaats prestige heeft. Albert Dumont had reeds ervaring met dergelijke urbanisatieprojecten (o.a. project te Middelkerke). Hij heeft zich laten inspireren door de tuinwijkgedachte in Engeland en heeft een stratenpatroon uitgewerkt dat het natuurlijk duinenreliëf volgt en mooi aansluit op de reeds bestaande villablokken van de zeedijk. . Het oorspronkelijk Engels sociaal basisprincipe heeft hier wel plaats moeten ruimen voor een elitair en speculatieve vorm van vakantieverblijf. Kenmerkend voor deze pittoreske urbanisatie was de inplanting, met respect voor het natuurlijke duinenreliëf, van een nieuwe woonvorm, de landelijke cottage. Ook Georges Hobé heeft veel bijgedragen tot dit project. In 1901 is hij directeur geworden van de eerste paardetrammaatschappij tussen Adinkerke en De Panne en in 1918 gemeente architect. Zo heeft de gemeente eindelijk ook iets te zeggen gekregen in die autonome pivéverkaveling..."
Samen met Oostende was De Panne één van de mooiste badplaatsen van de Belgische Kust. Oostende en de andere zeedijken werden zwaar gebombardeerd in de eerste of de tweede wereldoorlog. De Panne zeer weinig en was dus zeer mooi heropgebouwd in de jaren 50. Maar dan is ingevolge de "congé payé" het appartementstoerisme opgekomen over de ganse kust en in een 10 tal jaren waren de meeste van die mooie Zeedijkvilla's afgebroken. Stel u voor welke bekendheid De Panne nu zou hebben indien die villa's beschermd hadden geweest zoals in Mer les Bains. ...