De Broersbank
De aandachtige Pannenaors zullen het wellicht opgemerkt hebben dat vaak bij laag water een hevige golfslag is schuin voor onze dijk (eerder voor Koksijde). Je kunt dit ook zeer goed waarnemen vanuit de hogere appartementen aan de Zeedijk. Wel op die plaats ligt de Broersbank. Er is momenteel slechts één zandbank die af en toe ook écht zichtbaar wordt aan onze Belgische kust en dat is deze de Broersbank.
Hij komt enkel boven water bij "extreem springtij", dat optreedt op springtijdagen in augustus-september of in maart-april, wanneer de afstand van de maan tot de aarde minimaal is.
Deze zandbank ligt op nauwelijks honderd meter uit het strand van Koksijde.De Broersbank leunt overigens heel dicht aan bij het strand van Koksijde. Hij ziet er vanuit de lucht onder optimale omstandigheden uit als een opeenvolging van sikkelvormige zandlichamen dwars op de kustlijn gericht, met daartussen diepere geulen.De naam Broersbank komt al voor op de kaarten van Mercator in 1575, veelal als een dicht bij de kust aanleunende driehoekige zandbank. Men gebruikte de toren van de abdijkerk om te situeren waar die broersbank juist lag. Omstreeks 1580 werd in opdracht van het protestantse kasselrijbestuur van Veurne de abdijkerk afgebroken werd tot te recupereren bouwmateriaal. De afbraakwerken duurden minstens tot 1583. Vijf jaar daarvoor al was de
abdij ten gevolge van de godsdienstoorlogen gesloten; na een verblijf in Ten Bogaerde verhuisden de monniken in 1627 naar Brugge. Na 1604, toen de rust over de streek terugkeerde na de val van het hervormingsgezinde Oostende, lieten de monikken de abdijruine verder ontmantelen…
Het is duidelijk dat de Broersbank rechtstreeks verwijst naar de bewoners van de historische Duinenabdij van Koksijde. Allicht werd na 1600 de naam Broersbank gelinkt aan de naam Broersduin, zoals de Hoge Blekker - die toen ter hoogte en nadien op de site van de Duinenabdij lag - genoemd werd
Of de ondiepte van de Broersbank ook daadwerkelijk door de abdij werd gebruikt, bijvoorbeeld als landingsplaats voor lekebroeders bij de visvangst of handel, is niet duidelijk. De Cisterciënzers van de Duinenabdij predikten alvast het ‘ora et labora’ principe, waarbij de eigenlijke broerders zich volledig toelegden op het gebed (‘ora’ = bid) terwijl de ‘labora’ ofte het labeur, d.i. de arbeid nodig om in de levensbehoeften van dekloostergemeenschap te voorzien, verricht werd door lekenbroeders.
Vast staat dat deze lekenbroeders handel dreven met Engeland. Ook ondernamen ze zeereizen naar de Zeeuwse bezittingen van de abdij en beschikten ze over eigen schepen en een aanlegplaats. Vermits ook de duinenstrook deel uitmaakte van het toenmalige kerndomein van de abdij is het waarschijnlijk dat de broeders een specifiek gebied als visgebied claimden. Vis was toentertijd immers een zeer belangrijke eiwitbron.
Samengevat kan wel gesteld worden dat de Broersbank zo genoemd is omdat hij tegenover de abdij van de “broers” of “broeders” lag. En naar die broeders is ook de Broersduin, alias Hoge Blekker, destijds genoemd.
Bron: Tijdschrift "De Grote Rede" van het VLIZ