Beplanting Thiriarpark

Kardinaalsmuts

Een inheemse struik zeer sierlijk in herfst en winter. In de herfst kunnen we genieten van de karmijnrode kleur van de bladeren en de openspringende kleppen van de vruchtjes, waaruit oranje zaden te voorschijn komen. Vogels zijn er dol op

De twijgen zijn gedoornd en het blad is zilverwitachtig van kleur. De struiken geven meestal veel wortelopslag. Via wortelknolletjes wordt er stikstof in de grond opgeslagen. Het is een tweehuizige windbestuiver. De struiken kunnen 1,2 - 2 (4,5) m hoog en 3 m breed worden. De geelgroene bloementjes verschijnen in maart, april en mei, vooraleer de bladeren verschijnen. De geeloranje/ bruinrode , ovale vrucht/ schijnbes is eigenlijk een nootje in een vlezig omhulsel.De orange bessen zijn lekker en bijzonder ijk aan vitaminen en versterken de gezondheid!

Nuttig voor dieren als nestplaats en leverancier van vruchten.

Na een eerste vorst kunnen de bessen gisten waardoor vogels dronken worden.

Is een rechtopgaande struik tot 3 meter hoogte, voor zowel zonnige als schaduwrijke plaatsen. (niet té donker) In juni krijgt deze rozenstruik lichtroze tot witte bloemen, later komen er rozenbottels aan de struik: ze smaken zuur en zijn rijk aan vitamine C. Tijdens de bloeiperiode wordt ze veel bezocht door honingbijen.

Steenvrucht bolvormig, eerst groen en giftig, later bijna zwart met purperrood sap, eetbaar. Hangen in dichte trossen met rode stelen. De bessen bevatten veel vitamine C. ideaal als gelei, siroop of wijn met hoestkalmerende eigenschappen.

Het merg werd in lampen als vlierpit gebruik.

De bladeren bevatten etherische oliën die in de geneeskunde werden aangewend.

En wie kent de flierefluitjes of de klakkebusse niet.

Geplant bij de ingang van woningen verjaagt de vlier vliegen. De vissers hadden die daar ook plant tegen de boze geesten.

De groeiwijze is opgaand tot 3 meter hoog. Groeit het best in de zon.

In de zomer bloeit deze struik met witte bloemen in de vorm van een sneeuwbal. Na de bloei komen er trosjes met hangende rode bessen. De besjes zijn niet zo'n lekkernij voor vogels, daarom blijven ze lang aan de struik hangen in de winter en alleen als de lekkere soorten op zijn komen de vogels ze opeten.

De meidoornhaag is een klassieker in het landschap. Vroeger werd deze haag vaak gebruikt om het vee binnen te houden. Met de komst van de draadafsluitingen is deze haag uit onze landschappen verdwenen. In mei komen er geurende witte bloemen, die interessant zijn voor bijen. In het najaar komen er rode vruchten, die dan weer geliefd zijn door vogels. Deze pitvruchten zijn rood, zuur, smaken een beetje melig ( vroeger “heggenperen“ genoemd). Nu: een zeer belangrijke voedselbron en leefomgeving voor allerlei inheemse dieren (insecten, zangvogels, kleine zoogdieren).

De witte bloemen in juni-augustus zijn sterk geurend. De geur van de bloemen van de wilde liguster kan overweldigend overkomen. De zwarte bessen zijn een lekkernij voor vogels, maar giftig voor de mens.

De grijze kale taken met kleine zwarte knoppen hebben aan het eind een spitse doorn.

In mei en juni komen de bleekgroene bloempjes tevoorschijn. De bloempjes worden bezocht door bijen en zweefvliegen. In augustus tot oktober rijpen de bessen. Eerst zijn ze groen, bij rijpheid zwart. Er staan er vier of vijf bij elkaar. De besjes, zo groot als erwten, bevatten vier driekantige zaadjes die pas in het volgend jaar kiemen. De wegedoorn heeft weinig uitlopers aan de stam, ze vermeerdert zich door wortelopslag.

De sleedoorn is een doornstruik die vier tot zes meter hoog kan worden en prachtig bloeit vanaf begin maart. Wanneer de zon op de struik schijnt, zijn de witte bloesems oogverblindend mooi. In het najaar kleuren de blaadjes geel en verschijnen er blauwe berijpte besjes die graag door lijsters gegeten worden. De sleedoorn biedt een veilige broedplaats voor vogels.

825

Duindoorn

1192

Hondsroos

113

Vlier

208

Gelderse roos

96

Eenstijlige meidoorn

85

Wilde liguster

2607

Wegedoorn

225

Sleedoorn

1286

Kleine laagblijvende struik. Veel stekentjes. Reukt zeer goed. Bottels bolvormig, zwart en eetbaar . Aan de Belgische kust alleen in duinen langs de onze kust ten zuiden van Nieuwpoort.

Bottels meer bolvormig, diep oranjerood, eetbaar.

Bladeren bij wrijven een aangename geur van appeltjes.

Donkerroze kroonblaadjes met een randje wit rond het hart.

Haakvormige stekels met daartussen kleinere rechte doorns.

De kruipwilg is een dwergstruik met over en zelfs onder de grond kruipende stam. De kleine, knalgele meeldraadkatjes vallen erg op in de grijze struiken. De groene stamperkatjes zijn veel groter, maar vallen pas in het oog als ze in juni gaan pluizen: dan komt het zaad uit de openspringende zaaddozen te voorschijn.

Lijkt op gaspeldoorn, maar heeft geen doorns. De struik kan een hoogte van 2 m bereiken. De takken en twijgen zijn vijfkantig en niet behaard. Wanneer insecten de bloem bezoeken, wordt het stuifmeel op hen afgeschoten.

De hondsroos of heggenroos is vaak vergezeld met hondsroos en lijkt er ook op, maar is toch te onderscheiden want de bladeren zijn licht behaard.

De plant bloeit in eindstandige en okselstandige pluimen van juni tot augustus. De bloemen hebben een doorsnede van 2 cm en verspreiden een onaangename geur. De aan weerszijden viltige bloemdekbladen zijn groen aan de buiten- en wit aan de binnenkant.

De bosrank draagt lang behaarde dopvruchtjes met een tot 4 cm lang pluimpje.

Is een excoot voor onze duinen. Overwoekerd.

De rode kornoelje is een struik die reeds vroeg in het voorjaar

bloeit met witte bloesems. De bloemen komen voor het blad in februari-maart. Even later komen de bladeren en in september zijn de donkerrode besjes rijp. De besjes zijn geliefd bij vogels. Door zijn mooie herfstkleur en opvallend rode takken wordt deze struik vaak gebruikt in tuinen.

De rode kamperfoelie bloeit in mei en juni met geelachtig witte, 8-15 mm grote bloemen, die aan de voet vaak roodachtig gekleurd zijn. De bloemkroon is aan de buitenkant viltig behaard.

De glanzend, lichtrode vrucht is een bes

is een wilde rozensoort met aan de onderkant op de hoofdnerf en de zijnerven van de deelblaadjes klieren en haartjes. De blaadjes zijn dubbel tot meervoudig gezaagd.

Deze plant is een sterke groeier en kan struiken tot 3 m vormen maar met een meer gedrongen groei dan bij de Heggenroos en Hondsroos. Verder heeft deze soort meestal zeer witte bloemen.

Het is één van de weinige wilde struiken die tijdens de winter in bloei komt. De mooie gele vlinderbloemen kunnen we vaak al in februari aantreffen. Maar toch is deze plant erg vorstgevoelig en bij lage vriestemperaturen leggen ze vaak het loodje.

Duinroos

647

Egelantier

771

Kruipwilg

884

Brem

641

Hondsroos

5

Bosrank

8

Rode kornoelje

18

Rode kamperfoelie

39

Bijna zelfde aks Hondsroos

Bijna zelfde aks Hondsroos

Beklierde Heggenroos

3

Gaspeldoorn

24